Reading Online Novel

Plotseling papa(119)



Julie glimlachte tevreden. ‘Je bent een engel,’ zong ze in Megs oor, voordat ze de stoel wegrolde.

Julie kon het maar beter van haar overnemen. Die was van nature een flirt. Als Mr. Broderick vrijgezel was, zou het wel eens iets kunnen worden tussen die twee.

Wat de baby betrof... Ze begon zich aan hem te hechten... veel meer dan gepast was in deze situatie.

Ze was altijd dol geweest op baby’s en ze had gedroomd van een groot gezin. Maar sinds ze te horen had gekregen dat ze zelf nooit kinderen zou kunnen krijgen, leek het wel alsof ze nog alleen maar daaraan kon denken. Vooral omdat haar oudere broer en zus beiden getrouwd waren en kinderen hadden.

Haar gynaecoloog had haar geadviseerd een hond te nemen om voor te zorgen. Jammer genoeg mocht ze geen huisdieren houden in het appartement dat ze deelde met haar vriendin Debbie, die mondhygiëniste was. Na haar reactie op deze baby vroeg ze zich echter af of het niet verstandig zou zijn om te verhuizen naar een plek waar huisdieren wel waren toegestaan.

Tegen halfzes in de ochtend zat haar dienst erop. Dat was het moment waarop Debbie zich gereedmaakte om aan het werk te gaan. Meg zou het onderwerp dan ter sprake kunnen brengen, al zou het idee haar vriendin allerminst aanstaan. Hun appartement was maar een half blok bij de tandartspraktijk vandaan waar zij werkte.

Misschien kon Debbie beter een advertentie plaatsen voor een nieuw flatgenootje, zodat Meg in staat zou zijn om een eigen huisje te zoeken.

Misschien was dit wel het juiste moment om terug te keren naar Salt Lake. Daar lagen de banen voor het oprapen. Als ze haar oude baan in het Emigration Hospital niet kon terug krijgen, dan waren er nog voldoende andere ziekenhuizen waar ze kon solliciteren. Een appartement vinden waarin huisdieren waren toegestaan, zou ook geen probleem zijn. Wat zij nodig had, was een reden om iedere ochtend haar bed uit te komen...

Sinds haar operatie was ze afspraakjes uit de weg gegaan. Dan hoefde ze ook niet uit te leggen dat ze nooit kinderen zou kunnen krijgen, en hoefde de man in kwestie zijn tijd niet aan haar te verspillen.

De laatste man in wie ze geïnteresseerd was geweest, was een piloot geweest die ze had ontmoet bij een basketballwedstrijd tussen de Jazz en de Lakers. Zodra ze aan de praat waren geraakt, hadden ze ontdekt dat ze van dezelfde buitensporten hielden.

Ze kenden elkaar nog maar een paar weken toen hij onverwacht werd overgeplaatst naar Atlanta. Hij had haar gevraagd hem te bezoeken, maar toen had ze problemen met haar gezondheid gekregen.

Zodra ze de prognose had gehoord, was ze blij dat hij was verhuisd voordat hun relatie serieuze vormen had aan genomen. Daardoor werd haar de ellende bespaard hem te moeten opbiechten dat ze niet langer volledig vrouw was.

Sindsdien kon ze zelfs geen interesse meer opbrengen voor haar hobby’s. Misschien zou een puppy, die ze kon opvoeden, haar helpen deze depressie te boven te komen. Want al vond ze het nog zo erg om het te moeten toegeven, daar was wel degelijk sprake van.

Als ze heel eerlijk was, moest ze toegeven dat ze deze baan in Tooele slechts had geaccepteerd omdat ze daardoor in de buurt was van Grantsville, waar haar familie woonde. Ze was altijd opgewekt en onafhankelijk geweest en ze haatte het dat haar onvermogen om kinderen te krijgen haar had gereduceerd tot een emotioneel afhankelijk wezen.

Ze moest terug naar Salt Lake om te voorkomen dat ze, zodra ze maar een beetje in de put zat, bij haar ouders binnen viel. Als een hond niet hielp, moest ze misschien professionele hulp gaan zoeken.

Haar moeder had haar voorgehouden om alles van de zonnige kant te bezien. Als ze getrouwd was, zou ze een kind kunnen adopteren, had ze gezegd. Verstandelijk gezien wist Meg dat ze gelijk had. Maar ze wist ook dat de meeste mannen toch een kind van hun eigen vlees en bloed wilden.

Alleen een bijzondere man zou in staat zijn om te gaan met haar onvruchtbaarheid. Hij zou zoveel van haar moeten houden dat hij daar geen problemen mee zou hebben. Als zo’n man al bestond, dan was zij hem nog niet tegen het lijf gelopen.

Wat dat piepkleine mensje op de Intensive Care betrof... dat zou ze vannacht zo kunnen stelen en er voor altijd van kunnen houden.

Een halfuur later was het infuus van Mrs. Pope leeg. ‘Hoe gaat het nu met de hoofdpijn?’

‘Verdwenen. Mijn man komt me zo halen.’

‘Ik ben blij dat u zich beter voelt. Uw kleur is ook weer terug.’ Meg verwijderde de naald en verbond de plek waar het infuus had gezeten. ‘Ik zal het tegen de dokter zeggen. Kan ik nog iets anders voor u doen?’

‘Nee, dank je. Maar het is heel lief dat je zo aardig voor me bent geweest en bij me hebt gezeten toen ik me zo ellendig voelde. Mijn man heeft het altijd moeilijk als ik me zo akelig voel.’

‘Als hij verder goed voor u is, zou ik hem dat maar vergeven.’

De glimlach die de patiënte haar schonk, vertelde Meg voldoende. ‘Dat is hij inderdaad.’