Reading Online Novel

Plotseling papa(120)



Geluksvogel, dacht ze.

Ze liep naar de balie. ‘Dokter Parker? Mrs. Pope wil graag ontslagen worden.’

Hij knikte. ‘Bel het lab en kom naar onderzoekkamer vier. We hebben een slachtoffer met een steekwond dat geopereerd moet worden.’

‘Ik zal even bellen.’

Na die gewonde kwam er iemand binnen die een hartaanval had gehad, en de daaropvolgende uren moesten de artsen en verpleegsters alle zeilen bijzetten. Tegen vier uur was het Megs beurt om de baby te controleren.

Tot haar verbazing bleek Mr. Broderick nog steeds bij de baby te zitten.

‘Eindelijk,’ zei hij toen hij haar zag.

‘Het was hier een beetje hectisch.’

Hij stond op. ‘Ja, dat heb ik gemerkt.’

Terwijl ze het infuus en de monitor controleerde, voelde ze dat hij haar gezicht nauwlettend in de gaten hield. ‘Wat denkt u?’

Ze wist wat hij wilde horen, maar dat kon ze hem nog steeds niet vertellen. ‘Het gaat niet slechter met hem.’

‘Verdorie!’ riep hij uit. ‘O, neem me niet kwalijk.’

‘U hoeft zich niet te verontschuldigen. Ik stond ook op het punt om iets onprofessioneels te zeggen. Hij is zo klein en hulpeloos.’ Haar stem trilde.

Zijn gezicht vertoonde lijnen van vermoeidheid en bezorgdheid. ‘Ik durf niet weg te gaan uit angst dat hij dan zal...’

‘Ik weet het,’ onderbrak ze hem voordat hij die zin kon afmaken. ‘Zal ik even vragen of ze hier voor u een opklapbed neerzetten? Dan kunt u naast hem gaan liggen.’

Hij keek haar verrast aan. ‘Zou u dat willen doen?’

‘Als ik had geweten dat u nog steeds hier was, zou ik dat al eerder hebben voorgesteld. Er is verder niemand die dit kindje gezelschap kan houden. En u bent de eerlijke vinder,’ zei ze met een glimlach. ‘Als u ondertussen daar bij de gootsteen uw handen wast, dan zal ik u straks een paar steriele handschoenen geven. Dan kunt u de baby aanraken terwijl u met hem praat. Ik durf te wedden dat hij u ook graag wil horen zingen.’

Ze boog zich voorover tot haar mond bij een van de ronde openingen van de couveuse was. ‘Je bent nog niet lang op deze aarde, liefje. En ieder nieuw kindje verdient alle liefde en aandacht die liet kan krijgen. Volgens mij is deze grote man, die jou heeft gered, daar de perfecte persoon voor. En nu zal ik jullie alleen laten om elkaar beter te leren kennen.’

Ze wist niet wat haar had bezield, maar ze voelde gewoon dat Mr. Broderick zijn gevoelens op de een of andere manier moest ventileren. Door hem deze opdracht te geven, had ze ervoor gezorgd dat de komende — waarschijnlijk heel spannende — uren sneller voorbij zouden gaan.

Bovendien was ze er heilig van overtuigd dat baby’s aangeraakt moesten worden, zo vaak als maar mogelijk was. De Spoedeisende Hulp had doorgaans niet genoeg personeel om een baby te voorzien van de lichamelijke warmte die doorgaans door de verrukte ouders aan een pasgeboren baby werd gegeven.

‘Hé Meg?’ Julie, die achter het bureau zat, wenkte haar. Ze zou ongetwijfeld gaan pochen over het afspraakje dat ze Mr. Broderick had weten te ontfutselen. Meg wilde daar helemaal niets over horen.

‘Wacht even. Ik moest eerst de huishoudelijke dienst bellen.’ Toen ze had gevraagd om een opklapbed naar de Baby Intensive Care te brengen, schonk ze Julie haar volle aandacht. Wat wilde je zeggen?’

‘Ik hoopte dat jij me dat zou kunnen vertellen?’ fluisterde Julie.

Meg fronste. Wat bedoel je?’

‘Ik heb niets bereikt met die man. Maar dan ook helemaal niets. Hij heeft slechts één vraag gesteld die niet met de baby te maken had, en dat was wanneer jij weer zou terugkomen in de kamer.’

Tot Megs consternatie sloeg haar hart een slag over.

‘Hij dacht waarschijnlijk dat ik nieuws had van de dokter. Vergeet niet dat hij de baby heeft gevonden. Ik denk dat hij nog steeds in een shock verkeert.’

‘Dat is wel zeker. Wat een brompot.’

‘De politie ziet hem nog steeds als verdachte, Julie.’

‘O hemeltje... als dat het geval was, zou hij de baby toch nooit hierheen hebben gebracht!’

‘Ik ben met je eens dat het absurd is.’

‘O, o... We hebben een nieuwe klant.’

Meg keek over haar schouder. Het ambulancepersoneel duwde een brancard de receptieruimte binnen, waarop een oude zwerver lag, gewikkeld in een deken. De arme ziel was er waarschijnlijk niet in geslaagd om beschutting te vinden tegen de kou. Ze wenste dat ze immuun was voor dit soort aanblikken, maar dat was haar nog steeds niet gelukt.

Zane hoorde iemand schreeuwen.

‘Johnny? Houd vol! Ik kom eraan!’

Het geschreeuw werd luider en luider, totdat Zane uiteindelijk ontwaakte uit zijn oude nachtmerrie. Het koude zweet was hem uitgebroken, en zijn hart bonsde.