Onbekend(45)
Die gedachte probeerde ze weg te duwen, maar dat was onmogelijk. In haar maag voelde ze een knoop groeien. Ze wist niet of het Jason na de doorbraak van vanavond nog steeds niets kon schelen of hij in leven bleef of niet, maar zij was er in ieder geval nog lang niet klaar voor om te sterven. Er waren nog zoveel dingen die ze wilde doen, zoveel plekken waar ze heen wilde, zoveel nieuwe ervaringen die ze wilde opdoen. Zo was ze nog nooit in Parijs geweest. Ze had nog nooit een berg beklommen. Nog geen kinderen gekregen. Iemand gevonden van wie ze hield, iemand gevonden die van haar hield. Was het echt pas een week geleden dat ze zich had voorgesteld hoe het zou zijn om net zo gelukkig met een man te zijn als haar vriendin Jackie?
De bruiloft van Jackie, besefte ze ineens met een schok. Die had ze gemist. Het was vast een onvergetelijke dag geweest. Ze kon zich levendig voorstellen hoe Jackie en Brian voor het altaar hadden gestaan, verdrinkend in elkaars ogen. Jackie had waarschijnlijk gehuild en gelachen tegelijk van puur geluk, terwijl de dominee hen tot man en vrouw verklaarde. Het beeld van het pasgetrouwde stel dat zich omdraaide naar de gasten en hand in hand en glimlachend door het gangpad de kerk uit liep, trok aan haar geestesoog voorbij.
Ooit, dacht ze, moeizaam slikkend.
Hoewel ze er altijd van uit was gegaan dat de liefde haar op een dag ook zou overkomen, was dat nooit gebeurd. Natuurlijk had ze relaties gehad in de loop der jaren, maar die hadden nooit lang geduurd, en als het voorbij was, had ze er nauwelijks om getreurd. Ze wist wel dat ze er niet erg goed in was zich open te stellen voor mensen en hen dichtbij te laten komen. Deels omdat ze er al zo lang aan gewend was alleen te zijn, maar meer nog omdat ze nooit iemand had ontmoet voor wie ze zich had willen openstellen. Er was nooit iemand geweest bij wie het goed voelde.
Tot ze Jason ontmoette.
Die gedachte kwam zomaar ineens in haar hoofd op, uit het niets. Haar eerste reactie was het te ontkennen. Dat zou het makkelijkst zijn, maar dat zou niet eerlijk zijn. Ondanks het feit dat ze hem pas heel kort kende, voelde hij heel vertrouwd. Zoals ze op hem reageerde, had ze nog nooit op iemand gereageerd. En ook de connectie die ze met hem voelde, was volslagen nieuw voor haar. Doordat ze zoiets nog niet eerder had meegemaakt, was ze zelfs gaan denken dat het niet bestond. Ineens dacht ze aan haar oom: Jason was alles wat Hal had gezegd dat hij was, en meer. Slim en scherp en ja, ongelooflijk knap. Maar ook integer en principieel. Op die eerste dag had hij haar aan haar lot kunnen overlaten, maar dat had hij niet gedaan, ook al had hij er niet bij betrokken willen raken en kende hij haar niet. Hij was alles wat Richard Bridges veinsde te zijn maar niet was: een eerbaar man.
De onverwachte vriendelijkheid die hij haar gisteravond had betoond, zei haar dat hij een goed hart had, en natuurlijk wist ze al dat hij tot grootse liefde in staat was. De liefhebbende blik in zijn ogen toen hij over zijn vrouw en dochters had gesproken, sprak boekdelen. Heel even vroeg ze zich af hoe het zou zijn als hij zo naar haar zou kijken. Een dwaze gedachte natuurlijk, want dat ging niet gebeuren. Ondanks zijn doorbraak van eerder die avond, betwijfelde ze dat hij ineens zou besluiten verder te gaan met zijn leven. Haar lippen plooiden zich tot een vreugdeloze glimlach. Eindelijk had ze iemand ontmoet die daadwerkelijk de ware zou kunnen zijn, en nu was hij niet beschikbaar. Wie weet kreeg ze nooit meer zo'n kans, zou ze nooit weten hoe het was om echte liefde te ervaren.
'Wat is er?'
Zijn stem deed haar schrikken. Net zoals de avond ervoor had hij haar het bed gegeven om in te slapen en lag hij ernaast op de grond. Als bevroren bleef ze stilliggen, zich afvragend waarom hij die vraag had gesteld. Toen voelde ze een traan over haar wang glijden en besefte ze dat ze gesnuft moest hebben. Geschrokken slikte ze een paar keer om niet huilerig te klinken, vervolgens zei ze zo kalm mogelijk: 'Niets. Het gaat prima.'
Nog voor ze hem hoorde, wist ze dat hij omhoogkwam vanaf zijn matras. Haastig veegde ze de tranen van haar wangen, net voordat hij het lampje naast het bed aanknipte.
'Nee, het gaat niet prima,' zei hij kalm.
Ze dwong zichzelf hem aan te kijken.
Zonder zijn ogen van haar af te wenden, ging hij naast haar op de grond zitten, met zijn rug tegen het nachtkastje. Voordat ze iets kon zeggen, vroeg hij: 'Heeft het met morgen te maken? Je hoeft echt niet mee.'
Ze schudde haar hoofd. 'Dat hadden we al besproken. Ik ga mee.' Ze wuifde met een hand. 'Daar gaat het trouwens ook niet om.'
Hij kwam overeind en ging op de rand van het bed zitten. 'Wat is er dan?' vroeg hij vriendelijk.
Het voelde ongemakkelijk om op haar rug te liggen terwijl hij op haar neerkeek, dus ging ze ook zitten. Ze zuchtte. 'Er is niets eigenlijk. Of in ieder geval niets wat jij wilt horen, geloof me.'
'Jij hebt naar mij geluisterd vanavond. Het minste wat ik kan doen is hetzelfde voor jou doen.'