Niet alles is liefde(46)
Clare legde haar handen op zijn borstkas en voelde de stevige spieren onder het dure overhemd. Dit kon niet gebeuren. Niet met Sebastian. ‘Nee, dat hoeft niet,’ verzekerde ze hem een beetje wanhopig. ‘Ik herinner het me.’
‘Ik denk dat je het vergeten bent.’ Zijn lippen duwden tegen de hare en trokken zich toen een fractie terug. ‘Je hebt een klein geheugensteuntje nodig van een man die weet hoe hij zijn zuurvork moet gebruiken.’
‘Ik wou dat je vergat dat ik dat heb gezegd,’ zei ze moeizaam door de benauwdheid in haar borstkas.
‘Nooit. Hoewel ik me niet kan voorstellen dat iets met de maat van een zuurvork veel nut voor iemand kan hebben.’
Ze snakte naar adem toen zijn mond boven de hare openging en zijn tong bij haar naar binnen schoof. Hij smaakte naar whisky en iets anders. Iets wat ze een hele tijd niet had geproefd. Seksuele begeerte. Heet en bedwelmend, rechtstreeks gericht op haar. Ze zou gealarmeerd moeten zijn, en dat was ze inderdaad een beetje. Maar ze genoot voornamelijk van de smaak in haar mond. Als iets goddelijks en rijks wat ze een tijd niet had gehad; het gevoel stroomde door haar heen en verwarmde alle lege plekken tot diep in haar buik.
Alles om haar heen week terug alsof het eb was. Het feest, de krekels, Dusty, de gedachten aan Lonny.
Sebastian had gelijk. Ze was vergeten hoe het was als een man de liefde met haar mond bedreef. Ze kon zich niet herinneren dat het ooit zo heerlijk was geweest. Of misschien was Sebastian gewoon erg goed. Haar handen gleden naar zijn schouders en de zijkanten van zijn nek terwijl zijn kundige tong haar plaagde en verleidde tot ze toegaf en hem terug zoende en de passie en het bezitterige gevoel retourneerde.
Haar tenen krulden in haar Kate Spade-pumps en ze woelde met haar vingers door het korte haar dat de kraag van zijn overhemd raakte. Zijn mond liet de hare niet los en toch voelde ze de zoen overal. Zijn natte mond op de hare maakte dat elke cel in haar lichaam gretig verlangde naar meer.
Ze ging op haar tenen staan en drukte haar lichaam tegen hem aan. Hij kreunde in haar mond, een intens geluid van begeerte en verlangen dat haar ego streelde en waardoor het vrouwelijke vuur diep binnen in haar oplaaide, het vuur dat ze had laten uitdoven tot een klein vonkje. Ze draaide haar hoofd opzij en haar mond klemde zich vast aan de zijne.
Zijn handen gleden naar haar middel en zijn duimen streelden haar buik door het dunne katoen van haar jurk. Zijn vingers duwden in haar vlees en hielden haar tegen zijn onderbuik, waar hij hard en gezwollen was. Hij wilde haar; ze was vergeten hoe heerlijk dat voelde. Ze zoende hem alsof ze hem wilde opeten, en deed het ook. Elk stukje. Op dat moment kon het haar niet schelen wie hij was, alleen hoe ze zich door hem voelde. Gewild en begeerd.
Hij trok zich terug en snakte naar adem. ‘Jezus, stop!’
‘Waarom?’ vroeg ze, waarna ze de zijkant van zijn keel kuste.
‘Omdat,’ antwoordde hij met een stem die zowel rauw als gemarteld klonk, ‘we allebei oud genoeg zijn om te weten waar dit toe leidt.’
Ze glimlachte tegen zijn hals. ‘Waartoe dan?’
‘Een vluggertje in het gras.’
Clare was niet zo ver heen. Ze liet zich op haar hielen zakken, deed een paar stappen achteruit, leunde met haar rug tegen de boom en haalde een paar keer diep adem. Ze zag hoe Sebastian met zijn vingers door zijn haar kamde en probeerde te begrijpen wat er was gebeurd. Ze had Sebastian Vaughan gekust en hoe gek het in haar hoofd ook klonk, ze had er geen spijt van. ‘Je oefent al vanaf je negende,’ zei ze nog steeds een beetje verdoofd door alles.
‘Het had niet mogen gebeuren. Sorry, maar ik heb hieraan gedacht sinds de nacht dat je voor mijn ogen je kleren uittrok. Ik weet nog precies hoe je er naakt uitzag en het liep uit de hand en…’ Hij wreef met zijn handen over zijn gezicht. ‘Het zou niet gebeurd zijn als je niet was gaan huilen.’
Ze fronste haar voorhoofd terwijl ze in de donkere schaduwen staarde en bracht haar vingers naar haar lippen, die nog steeds vochtig waren van zijn kus. Ze wilde dat hij zijn verontschuldigingen niet had aangeboden. Ze wist dat ze waarschijnlijk boos of ontzet of beledigd moest zijn door de manier waarop ze zich hadden gedragen, maar dat was ze niet. Op dit moment voelde ze zich niet beledigd of ontzet en ze had zelfs geen spijt. Ze voelde gewoon dat ze leefde. ‘Geef je mij de schuld? Ik ben niet degene die bezit heeft genomen van jouw mond en hem heeft aangerand.’
‘Aangerand? Ik heb je niet aangerand.’ Hij wees naar haar. ‘Ik kan er niet tegen als ik een vrouw zie huilen. Ik weet dat het als een cliché klinkt, maar het is waar. Ik zou bijna alles hebben gedaan om je te laten stoppen.’
Ze wist zeker dat ze er later spijt van zou hebben. Als ze hem bijvoorbeeld overdag terugzag. ‘Je had weg kunnen lopen.’