Nachtster(89)
Dus haal ik diep adem en ik stuur de woorden ‘vergeef me’ van mijn geest naar Jude. Dan wend ik me tot Haven en zeg: ‘Weet je, dit is precies dezelfde rottigheid die Roman altijd uithaalde. En ik zeg tegen jou hetzelfde als tegen hem: ik speel dit soort spelletjes niet meer.’
Achtendertig
Ze kijkt me ongelovig aan, alsof ze me niet goed gehoord kan hebben.
Dus herhaal ik het, dit keer zodanig dat er geen twijfel mogelijk is. ‘Ik meen het. Ik ga niet kiezen. Ik doe niet mee met dit spelletje. Het ziet ernaar uit dat je iets anders moet verzinnen en hopelijk is het dit keer iets origineels, iets unieks. Maar neem gerust de tijd.’ Ik trek mijn schouders expres kalm en beheerst op. ‘Ik heb geen haast. Al moet je misschien wat minder hardhandig zijn voor Jude. Tenzij je natuurlijk al besloten hebt dat je hem toch wel vermoordt. In dat geval zou ik zeggen: ga je gang en knijp nog even harder, maak af wat je begonnen bent. Wat het ook wordt, ik ben hier. Ik ga nergens heen tot ik krijg waarvoor ik kwam.’
Ze kijkt me aan en haar handen beginnen harder te beven van alle inspanning. Haar woede maakt zich meester van haar. De vernietigende, haatdragende blik beweegt over me heen als ze zegt: ‘Ik zweer het, Ever, ik verbrand het shirt én ik vermoord Jude en er is niks wat je ertegen kunt doen.’
‘Dat doe je toch niet,’ zeg ik vastberaden, en ik kijk haar strak aan. Ik merk dat ze haar hand net dat beetje ontspant, al doe ik mijn best niet te laten merken dat ik het gezien heb, want ik ben bang dat ze haar greep dan verstevigt en hem nog meer pijn doet. ‘Ik kan je minstens twee heel goede redenen geven waarom je dat niet eens zult proberen.’
Ze beantwoordt mijn blik en haar lichaam begint steeds harder te trillen. Vrij snel raakt ze het laatste beetje grip ook nog kwijt.
‘Ten eerste omdat je laatste slok alweer iets te lang geleden is en je weer last hebt van ontwenningsverschijnselen.’ Ik schud mijn hoofd en klak met mijn tong tegen mijn wang, terwijl ik haar een blik vol afkeuring en medelijden toewerp. ‘Je moest jezelf eens zien, Haven. Diepliggende ogen, een ingevallen gezicht. Je bent een trillend wrak. Het heeft Roman jaren – en waarschijnlijk zelfs eeuwen – gekost om een tolerantie op te bouwen, waardoor hij evenveel kon drinken als jij nu in een paar maanden naar binnen hebt gegoten. Je kunt het niet aan. Het wordt je te veel. Kijk nou toch eens goed naar jezelf!’
‘En ten tweede?’ Haar stem klinkt schor en venijnig en ze laat haar ongenoegen met mij duidelijk blijken.
‘Ten tweede.’ Ik glimlach en blijf haar aankijken. ‘Je bent in de minderheid. Damen is er nu ook.’
Ik voel zijn aanwezigheid, voel dat hij de oprit op rijdt, door de voordeur binnenkomt en zich een weg baant door de doolhof in de gang. Hij waarschuwt Miles buiten te blijven, zich er niet mee te bemoeien en vooral niet verder te komen, terwijl hij zelf de kamer binnenstormt. Dan ziet Haven hen. Ze ziet Damen naast mij staan en Miles door de deuropening naar binnen gluren, want die weigert natuurlijk te luisteren naar Damens waarschuwing om buiten te wachten.
Ze knijpt haar ogen tot spleetjes. ‘O, kijk nou toch! Damen heeft zijn eigen back-up meegenomen. Wat schattig!’
Ik draai me om en zie Miles staan. Zijn aura straalt minder fel, zijn schouders schieten omhoog en hij heeft er meteen spijt van dat hij de kamer binnengekomen is als hij kijkt naar het afgrijselijke wezen dat eens zijn beste vriendin was.
Haven kijkt kwaad en haar ogen schieten vuur. ‘Je hebt de verkeerde kant gekozen, Miles.’ Ze knijpt haar ogen verder toe tot ik alleen nog maar twee rode spleetjes zie. ‘Ik kan niet geloven dat je zo’n vreselijke verrader bent.’
Miles ontmoet haar blik en als hij bang is, weet hij dat goed te verbergen. Hij recht zijn rug, beweegt zijn schouders naar achteren en kamt met zijn vingers door zijn haar. Zijn aura begint weer te stralen en wordt sterker als hij zegt: ‘Ik heb helemaal niks gekozen. Ik ben het weliswaar niet eens met een aantal recente keuzes van je en ik heb er misschien voor gekozen wat meer afstand te nemen, maar wat mij betreft is onze vriendschap nooit geëindigd. Ik bedoel, echt hoor, Haven. Tot nu toe heb ik je ballerinafase, je bekakte fase, je gothfase, je emofase en nu je supergriezelige, onsterfelijke heksfase allemaal nog overleefd.’ Hij haalt nonchalant zijn schouders op en kijkt vervolgens rustig de kamer rond. ‘En weet je, ik ga nergens heen. Ten eerste heb ik je helemaal nog niet opgegeven en ten tweede, nou... ik ben gewoon veel te nieuwsgierig om te zien in welke rol je hierna kruipt.’
Ze rolt met haar ogen en haar stem klinkt heser dan ooit. ‘Nou, sorry dat ik je uit die droom moet helpen, Miles, maar er is geen “hierna”. Of je het leuk vindt of niet, dit is het. Dit is de nieuwe, verbeterde, eeuwige versie van mij. Ik heb mezelf opnieuw uitgevonden – ik ben nu alles wat ik moet zijn.’