Reading Online Novel

Nachtster(86)



Ik race in de richting van de Pacific Coast Highway en ga ervan uit dat ik later wel met hem kan praten. In de diverse bochten van de weg geef ik meer gas, terwijl ik probeer te bepalen waar Haven naartoe kan zijn gegaan.

De moed zakt me in de schoenen als het antwoord in mijn gedachten verschijnt.

Het shirt.

Nu zij heeft wat ze wilde – dankzij dat gedoe met Sabine – is ze echt niet van plan zich aan haar deel van de afspraak te houden. Ze haat me zo erg, dat ze met plezier het enige vernietigt dat ik wil hebben. Het ding waar ik niet alleen om gevraagd heb, maar dat ik zelfs eiste in ruil voor de drank, ook al heeft het een sentimentele waarde voor haar.

Al weet ik nog steeds vrij zeker dat ze geen idee heeft wat het shirt voor mij betekent.

Het doet er ook niet toe. Wat Haven betreft is het feit dat ik het shirt wil hebben, dat ik erover wilde onderhandelen, al genoeg om het te vernietigen.

Dat zag ik in haar ogen. Ze stond nog steeds te trillen en was nog wat wankel, maar ze had net genoeg elixir gedronken om weer een beetje logisch te kunnen nadenken en handelen.

Dus toen ik haar een nieuwe lading onsterfelijkheidsdrank beloofde, in ruil voor iets anders, haalde ze haar schouders op en zei: ‘Mij best. Wat jij wilt. Vertel het maar; noem je prijs. Wat is het dat je zo ontzettend hard nodig hebt?’

‘Ik wil het shirt.’ Ik ging vlak voor haar staan en zag hoe ze me aankeek met haar ogen half toegeknepen. ‘Het shirt dat Roman droeg die laatste avond. Dat je uit mijn hand griste, vlak voor je me bedreigde en me het huis uit trapte.’

Ze kneep haar ogen verder toe en ik kon opmaken uit die blik dat ze het shirt nog had. Maar ook dat ze niet begreep wat ik ermee wilde, waarom het zo belangrijk kon zijn. Ik kan alleen maar hopen dat het zo blijft, in elk geval tot ik het veilig in mijn bezit heb.

‘Je bedoelt het shirt dat hij droeg op de avond waarop jij hem vermoordde?’ Haar wenkbrauw kronkelt op een rare manier.

‘Nee.’ Ik schud mijn hoofd en houd mijn stem beheerst en mijn blik op haar gericht. ‘Ik bedoel het shirt dat hij droeg die avond waarop hij op zo’n tragische manier per ongeluk om het leven kwam dankzij Jude.’ Ik houd haar blik vast en zorg dat ik haar volle aandacht krijg. ‘Geef mij dat witte linnen shirt dat hij droeg, en ik bedoel exact datzelfde shirt – want geloof me, Haven, ik zal het weten als je het omruilt voor een ander – maar goed, geef mij dat shirt en in ruil daarvoor krijg je alle elixir die je maar wilt.’

Ze keek van de doos die ik net had gevuld – als blijk van goede trouw zou ik haar die geven als aanbetaling, aangezien ik niet meer in huis had – naar mij. Het liefst zou ze me de deal door de neus boren. Maar haar verslaving, die alles verterende behoefte, was te sterk. Uiteindelijk kon ze niet anders dan met tegenzin akkoord gaan.

Ze knikte instemmend. ‘Oké. Deal. Kan mij het schelen. Als we maar opschieten, ja?’

Toen liepen we dus naar beneden, Haven met een nieuwe fles verse elixir die ze al hard bezig was leeg te drinken, en ik met de doos die ik haar pas wilde overhandigen zodra zij zich aan haar deel van de afspraak had gehouden.

Tot Sabine dus thuiskwam en alles verpestte.

Ik zucht en richt me weer op het heden als ik langs haar oude huis rijd, waar haar ouders en broertje nog wonen. Ik vraag me af of ze het om wat voor reden dan ook daar verborgen heeft, al is het maar omdat dit de laatste plek is waar iemand zou zoeken. Maar ik voel een onweerstaanbare drang om ergens anders naartoe te gaan.

Of het nou een hint is, een aanwijzing uit het niets of misschien niet meer dan een rare, sterke intuïtie, ik geef er gehoor aan. Want elke keer dat ik tot nu toe mijn aandringende instinct negeerde, heb ik daar spijt van gekregen. Dus keer ik vlug de auto om en doe wat me wordt ingegeven.

Teleurgesteld kom ik terecht op een plek die ik al gehad heb. Miles en ik hebben allebei gezocht, maar goed, ik zet door. Ik loop naar de voordeur van wat Haven claimt als haar huis, vooral nu ze er al maanden woont, maar ik zie het nog steeds als Romans huis en een vloedgolf van herinneringen komt boven borrelen.

Ik denk aan al die keren dat ik hier eerder geweest ben – de keren dat ik de deur intrapte, dat ik met hem vocht, bijna bezweek voor zijn charmes, die keer dat ik toe moest kijken hoe Jude hem vermoordde... Ik zet de gedachten opzij en loop door een ingewikkelde doolhof van meubelstukken. Meubels die onlangs nog in de winkel stonden, maar nu hierheen zijn verhuisd. Er blijft nog maar een smal paadje over in de gang naar een kamer die ook al zo volgepropt is dat ik even nodig heb om alles te zien.

Mijn ogen glijden over de antieke kasten, de zijden met fluwelen zitbankjes, de glimmende perspex koffietafel die eruitziet als een souvenir uit de jaren tachtig, en een enorme stapel olieverfschilderijen in barokke gouden lijsten, allemaal tegen elkaar aan gezet tegen de buitenmuur. Diverse kledingstukken uit de meest uiteenlopende periodes die honderden jaren teruggaan, liggen over elk beschikbaar oppervlak uitgestrooid. Ook op de bar waar Roman zijn kristallen drinkglazen bewaarde om elixir in op te dienen. Ze liggen ook op de bank waar ik hem – onder invloed van die duistere vlam in mij – schaamteloos probeerde te verleiden terwijl ik een illusie manifesteerde om op Drina te lijken. Dezelfde bank waarop alles veranderde toen ik Haven die avond Romans zelfgemaakte drankje liet drinken.