Nachtster(48)
‘Het is net een week.’ Ik haal mijn schouders op. Dit is niet bepaald een goede verdedigingstactiek. Maar goed, ik had ook ziek kunnen zijn – pfeiffer of een flinke griep – dus waarom neemt iedereen meteen aan dat ik gestopt ben?
Vindt iedereen me dan echt zo gestoord en/of een loser?
Ze gaat anders staan, steekt een heup opzij en tikt er met haar vingers tegenaan. Ze bekijkt me eventjes van top tot teen. ‘Echt waar? Pas een week, is dat alles?’ Ze beweegt haar hoofd op en neer alsof ze diep nadenkt over die woorden. ‘Huh. Het lijkt veel langer. Dan is het echt de snelste sociale revolutie in de geschiedenis.’
Dat klinkt niet goed. Ik tuur naar haar door twee spleetjes, maar wil niets zeggen. Nog niet, in elk geval. Ik hoop dat mijn zwijgen haar aanmoedigt en ze enthousiast gaat vertellen, aangezien ze zo graag een goede indruk wil maken met wat ze gedaan heeft. Ze vertelt me zo vast meer dan ze van plan was.
‘Dat heb je vast wel gehoord, toch?’ Ze zwiept haar haar naar achteren over haar schouder en komt naar me toe. ‘Ik neem aan dat je daarom hier bent en Haven staat te bespieden en zo. Maar goed, je hoeft alleen maar te weten dat het gelukt is. Stacia is verleden tijd en Haven heeft haar positie ingenomen.’ Haar ogen glinsteren en haar lip krult een heel klein beetje omhoog. Ze komt behoorlijk zelfingenomen over. ‘Het is allemaal heel, heel anders op Bay View tegenwoordig. Maar hé, je hoeft mij niet te geloven. Kom een keertje langs, dan zie je het vanzelf.’
Ik haal diep adem en onderdruk de drang te reageren. Ik moet haar spottende toon en haar arrogante houding maar negeren, want anders krijgt ze precies wat ze wil en dat gun ik haar niet.
Toch hoop ik haar een toontje lager te kunnen laten zingen. ‘Sorry hoor, maar zei je nou dat Háven Stacia’s plek heeft ingenomen?’
Honor knikt, nog steeds met een grijns, triomfantelijk en vol van zichzelf.
‘Duuus...’ Ik knijp mijn ogen half dicht en rek de klinker terwijl ik haar in me opneem. Haar platte designschoenen, zwarte legging en het krappe T-shirt met lange mouwen dat tot over haar heupen hangt. Langzaam ontmoet mijn blik de hare als ik vraag: ‘En wat vind jij daarvan?’
Ze werpt een blik door het raam naar binnen, waar Haven haar volgelingen entertaint. Dan kijkt ze weer naar mij. Haar zelfvertrouwen verzwakt en stort in, net als haar aura, terwijl ze zich afvraagt waar ik naartoe wil.
‘Ik bedoel, dit lijkt bepaald niet op het plan dat jij hebt voorbereid, hè?’
Ze blaast hard en hoorbaar een zucht adem uit en staart naar de straat en de tuin – als het maar niet naar mij is.
‘Want als ik het me goed herinner, was jij het juist spuugzat steeds maar nummer twee te zijn. En nu, als ik jou zo hoor, is die revolutie een beetje langs je heen gegaan, want je speelt nog steeds tweede viool. Ik bedoel, denk eens na, Honor. Als het klopt wat je zegt, dan is er maar één ding veranderd: je bent nu Havens schaduw in plaats van die van Stacia. Zo klinkt het in elk geval wel.’
Ze slaat haar armen over elkaar, zo vlug en venijnig dat haar tas van haar schouder omlaag glijdt naar haar elleboog en hard tegen haar dij aan slaat. Maar ze merkt het niet eens en kijkt mij aan met toegeknepen ogen. ‘Ik werd doodziek van Stacia’s gezeik. En nu, met een beetje hulp van Haven, ben ik daar vanaf. Iedereen is ervan af. Stacia is niets meer dan een loser die haar beste tijd gehad heeft. Niemand ziet haar nog staan. Ze telt niet meer mee en je hoeft echt geen medelijden met haar te hebben.’ Ze kijkt me kwaad aan met een opgetrokken wenkbrauw.
Van mij mag ze alle grimassen trekken die ze wil en zich verdedigen zo hard ze wil; ik ben klaar. Ik heb haar weten te raken door haar te helpen herinneren aan haar voornaamste doel: zelf Stacia’s plek innemen. En van wat ze me net verteld heeft, is haar plan compleet mislukt.
Dus kan ik net zo goed nog even afmaken waaraan ik ben begonnen. ‘Het zit namelijk zo...’ Ik haal mijn schouders nonchalant op en laat ze weer zakken, alsof ik alle tijd van de wereld heb om dit toe te lichten. ‘Wat je moet weten over Haven... althans, deze nieuwe, verbeterde versie van Haven, is dat ze niet zo heel erg anders is dan je oude vriendinnetje Stacia. Zoveel scheelt het niet. Op één belangrijk aspect na...’
Honor bestudeert haar nagels en doet haar best verveeld en ongeïnteresseerd te lijken, maar dat haalt niets uit. Haar aura vlamt groot op en schijnt fel en haar energie stroomt naar me toe alsof ze me smeekt door te gaan. Het werkt als een soort stemmingsmeter waar zij zich niet van bewust is, maar waartegen ze niets zou kunnen doen als ze het wel wist.
‘Haven is veel gevaarlijker dan Stacia ooit zou zijn.’ Ik houd haar blik vast en zie hoe ze zucht en met haar ogen rolt.