Nacht in Parijs(108)
‘Over een dag of vijf,’ klinkt het zuinig. ‘Kan ik misschien een boodschap doorgeven?’
‘Nee, nee. Dank u. Dan kom ik over een week nog eens terug.’
Milos draait zich om en loopt de wijk uit. Rustig, zegt hij tegen zichzelf, rustig. Niet rennen. Maar in zijn hoofd zoemt het. Cherbourg. Het is zijn laatste kans.
Volgens het bord langs de weg was La Boule d’Or een viersterren-hotel met cuisine gastronomique, kamers met airco, indoorzwembad, tennisbaan en putting green. Saimir reed de parkeerplaats op en zocht een plaatsje zo dicht mogelijk bij de ingang van het hotel. Van achter het stuur, de laptop op zijn schoot, had hij binnen een paar minuten de inlogcode van het wifi-netwerk van La Boule d’Or gekraakt en zat hij op internet. Christian en Marianne Lavillier woonden inderdaad in Samois-sur-Seine. Christian Lavillier was gepensioneerd. Zijn vrouw deelde met twee collega’s een huisartsenpraktijk in Fontainebleau. Terwijl Saimir met een jaloersmakende snelheid de gegevens van het net haalde, hoorde Chantal toe. Samois-sur-Seine was een uurtje rijden vanaf waar ze nu waren, schatte hij. Met zijn wijsvinger op het beeldscherm stippelde hij de route uit. In een wijde boog om Parijs heen naar het oosten. Kleine wegen, zoveel mogelijk binnendoor. Akkoord? Ze knikte. O ja, zei Saimir, onderweg wilde hij bij een supermarkt langs om twee prepaid gsm’s te kopen en nieuwe pleisters, omdat de oude na het bad in de beek hadden losgelaten. Als ze ook nog iets nodig had, moest ze dat nu bedenken, want hij wilde zo min mogelijk stoppen.
Had ze iets nodig? Chantal kon zo snel niets bedenken. Misschien een paar T-shirts en wat slips, voor het geval ze langer moesten onderduiken dan gepland. In tegenstelling tot Saimir, die genoeg bruikbare spullen in de koffer gevonden had, liep ze nog steeds in dezelfde kleren rond.
‘Wauw!’
Ze zag hoe hij zijn vuisten balde bij het checken van zijn mailbox. Zijn ontsnapping had tot een storm aan reacties geleid. Meer dan driehonderd. Hij las er een paar voor. Succes. Goed zo. Laat je niet pakken. Maar hij ging ze niet allemaal lezen, zei hij alsof hij zich plotseling schaamde voor zijn uitbarsting van ijdelheid. Ze hadden vandaag wel wat beters te doen. De verbeten blik was terug. Wilde ze misschien haar mailbox checken? Ja, antwoordde Chantal. Nadat ze op haar account ingelogd had, keek ze tegen drie nieuwe berichten aan. Drie! Kennelijk was er niemand die haar miste. Jarre lag in het ziekenhuis en liet weten dat zijn aantekenboekje met haar privégegevens zoek was. Hij vreesde dat Saimir Bezun het tijdens de ontsnapping had meegenomen en waarschuwde haar voor de vijfentwintigjarige Roma, die gewapend was. Jarre vroeg of ze iets van zich wilde laten horen. Al was het alleen maar om te weten dat alles in orde was. Zelf hoopte hij morgen weer op de been te zijn en het onderzoek te kunnen hervatten.
‘Jarre ligt in het ziekenhuis,’ zei ze.
Saimir schrok. ‘O.’
‘Maar zijn verwondingen vallen mee.’
‘Gelukkig.’ Er volgde een ontspannen glimlach.
‘Hij wil weten hoe het met me gaat.’
‘Niet antwoorden.’
‘Maar als ik niets van me laat horen, denkt Jarre dat er iets mis is.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Waarom denk je dat Jarre je zijn privemailadres heeft gegeven? Omdat hij de politie niet vertrouwt. Blijkbaar zit daar een levensgroot lek. We kunnen geen risico nemen. Daarom wil ik pas contact met Jarre opnemen als we het hele plaatje compleet hebben. Dan krijgt hij ook alle documenten die ik gehackt heb. Niet eerder. Oké?’
Het klonk logisch.
‘Oké,’ antwoordde ze.
Terwijl zijn vingers ongeduldig op het stuur roffelden, las ze snel de overgebleven berichtjes door. Evelyne schreef dat het appartement super was, met een geweldig visrestaurant in de buurt, en dat Chantal echt een oen was als ze niet een paar dagen naar zee kwam. Het andere berichtje was van Axel. Hij wilde zo spoedig mogelijk met haar praten over de moord op Lavillier. Kennelijk liepen zijn verslaggevers vast en hoopte hij van haar nieuwe input te krijgen. Of hij wilde zijn excuses aanbieden.
‘Nog iets belangrijks?’
‘Nee.’ Ze klapte de laptop dicht en legde die op de achterbank.
Hij startte de Peugeot en sloeg af in oostelijke richting. ‘Waar waren we gebleven?’
De vraag sloeg op het gehackte manuscript van Guy Lavilliers boek. Onderweg was Saimir begonnen te vertellen wat voor waanzin er allemaal in stond.
‘Eh…’ Ze moest even diep in haar geheugen graven. Frankrijk voor de Fransen. Zonder buitenlanders, nieuwe moskeeën of mannen die hun bruiden uit achterlijke landen lieten overkomen. Een nieuwe rechtspraak, met minimumstraffen voor straatterroristen. Meer politie, meer repressie en een debat over de herinvoering van de doodstraf. Een Frankrijk dat voor zichzelf koos, dus uit de Europese Gemeenschap stapte en terugging naar de oude vertrouwde frank. Een buitenlandse politiek die… ‘We hadden het over Israël,’ zei ze.