Reading Online Novel

Maxime(14)



Zachary trok voor de korte artikelen bij de vele foto's de beste schrijvers aan die er te vinden waren. 'Geen literair gezwam,' zei hij tegen hen, 'maar lekker sappig leesvoer, pikant opgediend.. . we zijn geen natie van intellectuelen, zoals jullie wel zullen weten. Jammer, maar feiten zijn feiten. Zorg dat het boeiend is, heet van de naald en actueel.' Pavka Mayer werd art director van De Week en hij maakte het blad zo bloedchic dat niemand die het las merkte dat het niet bepaald een beroep op hogere instincten deed. De beste fotografen stoven met plezier naar alle uithoeken van de wereld voor de hogere honoraria dan Life of zijn Europese concurrent Paris Match betaalde. De Week werd bijna van de ene dag op de andere een laaiend succes, waar het publiek al snel niet meer buiten kon.





In het najaar van 1951 besloot Zachary naar Londen te gaan. Hij had veel te hard gewerkt en bij het opzetten van zijn Europese kantoren had hij het plezier van de echte organisatiewerkzaamheden gemist. Londen was, afgezien van het Parijse kantoor van Stijl, zijn belangrijkste vestiging, daarom wilde hij daar het eerste heen. Zijn secretaresse zei dat het wellicht verstandig zou zijn als hij in Engeland eens naar een behoorlijke kapper ging en zich daar een paar pakken liet aanmeten. 'Dat is bepaald geen stille wenk, schatje.' 'Dat was ook niet de bedoeling, meneer Amberville. Een man in uw positie hoort er niet zo slordig bij te lopen. U bent nog geen dertig en u zou best een knappe man kunnen zijn als u wat zorg aan uw uiterlijk besteedde,' zei mevrouw Briny gedecideerd.

'Ik ben toch zeker schoon? En mijn overhemd ook. Mijn schoenen zijn zelfs gepoetst. Wat zeur je dan?' 'Het aanzien van een secretaresse wordt bepaald door de man voor wie ze werkt. U ondermijnt mijn positie in de Club van Directiesecretaressen, meneer Amberville. Alle andere leden hebben bazen die maatpakken en maatschoenen dragen en die naar dure kappers gaan, maar u... ho maar,' verweet ze hem bits. 'U bent geen lid van exclusieve clubs, u eet een boterham aan uw bureau in plaats van naar een goed restaurant te gaan, u wordt nooit met mooie meisjes in nachtclubs gezien. Ik weet gewoon niet hoe ik u moet goedpraten.' 'Heb je ze ooit verteld wat je verdient?' 'Een man is niet alleen chic omdat hij zijn secretaresse goed betaalt!' snoof mevrouw Briny.

'Je legt de verkeerde maatstaven aan, snoes. Maar misschien dat ik wel eens naar de kapper ga.'

Zachary had geen zin zijn privé-leven tegenover zijn secretaresse te rechtvaardigen. Dat ging haar niets aan. Het leven van een uitgaande vrijgezel trok hem helemaal niet, hij had er geen tijd voor en geen zin in. Hij kende hopen vrouwen, verdraaid charmante vrouwen, maar hij was nog nooit verliefd geweest. Te zelfzuchtig? Te druk met zijn tijdschriften? Te cynisch? Nee, waarom zou hij zich iets wijsmaken, hij was gewoon te romantisch. Ergens in zijn gedachten leefde een droommeisje, een zacht, onschuldig, idealistisch meisje; bepaald niet het type dat in Manhattan gedijt. Ze was even onwerkelijk als ze mooi was en vandaag of morgen zou hij haar maar uit zijn hoofd zetten en genoegen nemen met een knappe, verstandige meid met veel gevoel voor humor. Hij had een vrouw nodig, al was het alleen maar om hem tegen zijn secretaresse te beschermen.





4


Niemand van haar adellijke familieleden begreep de hoogwelgeboren Lily Davina Adamsfield, maar ze waren zo trots op haar als was ze een zeldzaam schilderij van Leonardo da Vinei dat al eeuwenlang van de ene generatie op de andere overging. Ze was het enige kind van de negentiende baron en tweede burggraaf Evelyn Gilbert Basil Adamsfield en burggravin Maxime Emma Adamsfield, geboren Maxime Emma Hazel. Haar vele neven en nichten gedroegen zich correct, waren gezond en deden wat er van hen werd verwacht. Ze bestuurden de familiebezittingen, jaagden, visten, verzamelden, tuinierden, deden aan liefdadigheid en trouwden de juiste mensen uit hun eigen coterie, bij wie ze dan weer keurige, gezonde kinderen kregen.

Maar Lily was anders. Ze was, net als de meeste van haar vriendjes en vriendinnetjes, op haar vierde jaar op dansles gegaan. De dansschool van mevrouw Vacani was, en is, het instituut waar alle zoontjes en dochtertjes van de aristocratie en de koninklijke familie gewoontegetrouw naar toe worden gestuurd om de wals en de polka te leren. Voor het merendeel van die kinderen is leren dansen net zo gewoon als leren paardrijden, maar Lily bleek een van de zeer weinigen die vanaf het eerste moment helemaal bezeten zijn van een balletopleiding. Ouders komen, vaak tot hun spijt, pas mettertijd tot de ontdekking dat ze niets kunnen doen om zo'n hartstocht de kop in te drukken.

Op haar achtste had Lily auditie gedaan op de Koninklijke Balletschool, waar ze sindsdien drie keer per week na schooltijd les kreeg. Ze stortte zich op die opleiding alsof haar ziel en zaligheid ermee gemoeid waren.

Toen ze elf was mocht Lily auditie doen op de Hogere Koninklijke Balletschool, waar ze werd aangenomen om er haar middelbare opleiding met een balletopleiding te combineren. Ze ging helemaal op in haar studie en racete, net als haar klasgenoten, van de ene les naar de andere, zonder zich er ooit om te bekommeren dat ze moest afzien van de gebruikelijke activiteiten van meisjes uit haar kringen. Ze ging, behalve met haar ouders, alleen om met haar leraren en medestudenten en zelfs die contacten bleven tot een minimum beperkt. Lily was niet op de balletschool om vriendschap te sluiten met mededingers, want ze had op achtjarige leeftijd al een bijna volwassen begrip van de felle rivaliteit in de balletwereld, een jarenlange rivaliteit die pas eindigt als een danser van het toneel verdwijnt. Haar gesprekken met de andere dansers en danseressen gingen voornamelijk over het onderwerp 'juiste lichaamslengte' en 'de angst een blessure op te lopen', een vreselijke, altijd aanwezige vrees die iedereen voelde.