Reading Online Novel

Maxime(13)



'Na de voetbalwedstrijd zijn we iets gaan drinken. En daarna zijn we samen gaan eten. En onder het eten hebben we besloten te trouwen. Over twee weken ben je mijn zwager.' Nathan junior was ineens een serieuze man van vijfentwintig. 'Goeie god, je meent het, matroos Landauer.' 'Er zijn dingen die je meteen weet. Ik wist direct dat Minnie de ware voor mij is en zij wist dat ik het voor haar ben. Dat is het voordeel van mijn grote ervaring.'

'Jullie zijn gewoon voor elkaar gemaakt.' Zack stond op en omarmde zijn voormalige compagnon hartelijk. 'Hoeveel moet je voor je helft hebben?'

'Betaal me maar wat jij redelijk vindt. Ik zal je het geld lenen.' 'Liefde maakt van alle mannen stommelingen,' joelde Zack terwijl hij met Nat het vertrek rond danste. 'Gefeliciteerd, stommeling.'

Toen hij eenmaal helemaal alleen eigenaar van een tijdschrift was, liet Zachary alle ambities die hij tot dan toe in toom had gehouden, de vrije loop.

Kort na het huwelijk van zijn zusje Minnie lanceerde hij zijn tweede tijdschrift, Stijl. Door alles wat hij over de confectie-industrie en modetijdschriften had geleerd, was hij ervan overtuigd dat er een markt was voor een blad dat in de smaak zou vallen bij vrouwen die zich de kleren die in Vogue en Harper's Bazaar werden getoond niet konden veroorloven, maar die Mademoiselle en Glamour waren ontgroeid. Hij moest bij de bank aankloppen om Stijl te kunnen starten en hij kreeg een lening op grond van de balans van het Maandblad voor de fourniturenhandel. Het einde van de jaren veertig en het begin van de jaren vijftig waren zeer voorspoedig voor het uitgeversbedrijf; de naoorlogse hoogconjunctuur was begonnen en de Amerikanen, begerig naar materiële zaken, kochten even gretig tijdschriften als nieuwe auto's. Stijl maakte bijna vanaf het eerste nummer winst. Zachary had de onschatbare gave om nieuw talent te ontdekken en kansen te geven. Stijl dankte een groot deel van zijn succes aan het talent van de onbekende illustrator Pavka Mayer, die Zachary oorspronkelijk had aangenomen om zwart-wit-illustraties voor het Maandblad te vervaardigen.

Pavka was een Berlijner die in 1936 als achttienjarige naar Amerika was gekomen, met zijn familie, die zo wijs was geweest Duitsland te verlaten. Hij was de hele oorlog in militaire dienst geweest en was in 1944 als tolk in Normandië geland. Hij was bijzonder creatief en vindingrijk.

'Zet 'm op, Pavka,' had Zachary tegen de tengere, gesoigneerde man gezegd, die maar drie jaar ouder was dan hij. 'Neem de fotografen, de modellen, de papiersoort en de drukker die jij de beste vindt. De concurrentie is groot, dus we mogen nergens op beknibbelen. Wij moeten de lezers meer geven dan alle andere bladen.'

Pavka werkte nauw samen met de moderedactrice, ook een onbekende, Zelda Powers genaamd. Zachary had haar bij Norman Norell in een achterkamertje zien ploeteren-zelfs de grote Norman Norell kon niets ontwerpen zonder knopen - en haar excentrieke, briljante, zeer persoonlijke stijl was hem onmiddellijk opgevallen. Ze kwam uit Chicago, wist letterlijk alles van mode af en was bereid alles aan te pakken zolang het maar op modegebied was.

'Kijk, Zelda, jij weet niets van het redigeren van een modetijdschrift,' zei Zachary tegen haar. 'Daarom wil ik jou nu juist hebben. Zorg dat er een blad komt dat er nog nooit eerder is geweest, het blad dat jij zelf zou willen hebben. Geen na-aperij... iets nieuws. Doe alles, alles wat je wilt, zolang je de adverteerders maar tevreden houdt, maar hun creaties niet vaker bespreekt dan strikt noodzakelijk is. Denk in de allereerste plaats aan je lezers en geef hun de dromen die ze kunnen betalen, maar geef die op jóuw manier.'

Het doorslaand succes van Stijl was volgens de mensen die de opmars van de modetijdschriften gadesloegen, uitsluitend te danken aan Pavka en Powers. Degenen die Zachary Amberville kenden wisten echter wel beter.





In 1951 had Zachary zijn vijfde miljoen bijeen. Het eerste had hij verdiend met het Maandblad voor de fourniturenhandel en Stijl, de andere vooral met De Week, een weekblad dat hij in 1950 opzette. Het had de afmetingen en het fotoformaat van Life en Look, maar het was een heel ander blad. Zachary had de leesgewoonten van de Amerikaanse vrouw bestudeerd en was tot de conclusie gekomen dat er geen vrouw zo hoogstaand was of ze las stiekem filmblaadjes, als ze maar zeker wist dat niemand het haar zag doen. Hij ontdekte de enorme aantrekkingskracht van roddelrubrieken en was zich bewust van de macht van reporters die het publiek als het ware achter de schermen lieten kijken. Hij besefte dat er altijd, in elke krant, een societyrubriek zou staan, hoezeer sommige mensen daar ook op neerkeken.

Gewone mensen, en dat waren de meesten toch, wilden graag iets, liefst alles, over niet-gewone mensen weten, dacht Zachary, terwijl hij zich een groot, glanzend weekblad voorstelde met een heleboel kleurenfoto's, niet te veel tekst en geen artikelen over landbouw of voetbal of over de ellende in Midden-Amerika en de rest van de wereld. Niet rechts georiënteerd, zoals Life, niet links georiënteerd, zoals Look, maar volkomen apolitiek en absoluut niet serieus. Een weekblad over alles wat allerlei mooie, interessante, beroemde mensen de afgelopen week hadden beleefd, en dat alles moest worden verteld op een manier die nieuw was voor het Amerikaanse lezerspubliek, zonder terughoudendheid - geheimen moesten worden geopenbaard op een wijze die nog net niet aan smaad grensde, en daarbij zou geen enkele man of vrouw worden gespaard, want filmsterren en vorstelijke personen zijn nu eenmaal interessanter dan gewone mensen, ook al waren de Verenigde Staten dan een democratie. Juist daarom.