Reading Online Novel

Lokroep(78)



‘Gemma is weg.’ Ze pakte de reling vast. ‘Waarschijnlijk is ze gaan zwemmen. Je moet me helpen.’

‘Weg?’ vroeg Daniel verdwaasd. ‘Waarom?’

‘Dat weten we niet, maar er is iets heel erg mis.’ Ze keek hem smekend aan. ‘Alsjeblieft, Daniel. Wil je me helpen?’

‘Natuurlijk,’ zei hij zonder enige aarzeling. ‘Maar hoe dan?’

‘Gemma zwemt het liefst in de baai. Als ze daar is, kan ze nog niet ver weg zijn en met jouw boot kunnen we haar misschien opsporen.’

‘De Flierefluiter is niet meer zo snel als vroeger, maar we kunnen het proberen.’ Hij stak zijn hand over de reling en hielp Harper aan boord. Vervolgens wees hij op Alex. ‘Wie is dat?’

‘O, dat is Alex,’ zei ze. ‘Het vriendje van Gemma.’

‘O.’ Daniel stak zijn hand naar hem uit en hielp ook hem aan boord. ‘Aangenaam,’ zei hij. ‘Ik ben Daniel.’

‘Eh... ook aangenaam,’ reageerde Alex.

‘Wil je me even helpen om de boot los te maken?’ Daniel wees naar de touwen waarmee De Flierefluiter aan de kade was vastgemaakt.

‘Tuurlijk.’ Alex liep haastig achter Daniel aan.

Intussen liep Harper naar de voorkant van de boot. Om zich te beschermen tegen de koude wind sloeg ze haar armen om zich heen. Ze keek uit over het water en hoopte maar dat haar zus ongedeerd was.

‘Wil je dat ik dwars door de baai vaar?’ vroeg Daniel, die inmiddels zijn broek had dichtgemaakt en een T-shirt had aangetrokken.

‘Dat lijkt me het beste.’

‘En de inham dan?’ opperde Alex. ‘Als ze niet meer terug naar huis wil, dan moet ze toch ergens kamperen. In de inham zit ze beschut.’

Daniel keek Harper afwachtend aan en toen ze knikte, ging hij naar het achterdek om de motor te starten. Alex hing over de reling en keek uit over het donkere water. Even overwoog Harper om hem gezelschap te houden, maar het leek haar toch beter om bij Daniel aan het roer te staan.

De motor pruttelde even en sloeg vervolgens af. Harper keek Daniel vragend aan.

‘Ze heeft al een hele tijd niet meer gevaren,’ verontschuldigde hij zich.

‘Waarom heb je dan een boot als je er niet mee vaart?’ vroeg ze. Het klonk snibbiger dan de bedoeling was.

‘Ik moet toch een dak boven mijn hoofd hebben? Benzine is duur en bovendien zou ik niet weten waar ik naartoe moest.’ Hij draaide het contactsleuteltje nog eens om en eindelijk sloeg de motor aan. ‘Daar gaan we.’

Terwijl ze de haven achter zich lieten en in de richting van de inham koersten, gleed de ergste spanning van Harper af. Nu ondernamen ze tenminste iets. Ze hadden een doel. Dat gaf haar rust.

‘Dank je.’ Ze glimlachte even naar Daniel.

‘Geen dank. Inmiddels raak ik eraan gewend om door jou gewekt te worden. Ik kan steeds beter zonder slaap.’ Hij glimlachte terug, waarop ze haar ogen neersloeg.

‘Sorry dat ik je steeds lastigval. Ik ben je inmiddels heel wat verschuldigd. Maar ik wist niet naar wie ik anders toe moest gaan.’

‘Geeft niet, hoor.’ Even legde hij zijn hand op haar arm.

‘Ik hoop maar dat we haar vinden,’ verzuchtte Harper.

‘De zee is onrustig,’ merkte Daniel op terwijl de boot over de golven deinde en Alex de reling stevig moest vastgrijpen om niet op het dek uit te glijden.

‘Kan De Flierefluiter dat wel aan?’ vroeg Harper.

‘Jawel, maar er staat een behoorlijke wind.’ Vanuit zijn ooghoek keek hij haar aan. ‘En het is koud. Weet je zeker dat Gemma naar de baai is gegaan?’

Ze knikte. ‘Ik weet dat het gek klinkt en misschien ben ik overdreven bezorgd, maar ik voel gewoon dat er iets aan de hand is.’ Ze drukte haar hand op haar maag. ‘Ik voel het. Gemma zit in de problemen en heeft mijn hulp nodig.’

‘Ik geloof je.’

‘Dank je.’ Harper tuurde voor zich uit in het donker. De inham kwam steeds dichterbij. ‘Kan dat ding niet een beetje harder?’

‘Ik doe mijn best,’ zei Daniel.

Toen ze zo dichtbij waren dat de inham in het donker te onderscheiden was, deed Daniel de lamp op de boot aan. Nu was ook de grot duidelijk te zien. Daniel remde de boot af om te voorkomen dat hij tegen de rotsen sloeg. De grot was leeg.

‘Hoe kan dat nou?’ riep Harper uit. ‘Ze móét hier zijn.’

‘Zal ik nog dichterbij proberen te komen?’ vroeg Daniel.

‘Ja, alsjeblieft.’

Daniel manoeuvreerde de boot zo dicht mogelijk langs de rotskust zodat hij hem kon vastleggen aan een cipres. Alex pakte de loopplank, die maar net tussen de boot en de rotsen paste. Alex liep er als eerste over, op de voet gevolgd door Harper.

Daniel richtte de schijnwerper op de grot, maar die was op een cirkel stenen na, die als stookplaats diende, inderdaad leeg. Voetstappen in het zand. Dat was alles.