Laat In De Nacht(73)
Paris legde een hand op zijn schouder. Een instinctief gebaar. Hij had er behoefte aan om te worden aangeraakt, en zij had er behoefte aan om hem aan te raken. 'Heb je Pat al gebeld?'
'Nee. Waarom zou ik haar van streek maken als het uiteindelijk niets anders blijkt te zijn dan een stel schunnige e-mails?'
'Dat is volgens mij precies wat het zal blijken te zijn.'
'Dat hoop ik. Hij heeft ons twee keer verteld wat hij die avond heeft gedaan. En de verklaringen waren volkomen identiek.'
'Dan spreekt hij waarschijnlijk de waarheid.'
'Of zijn leugen is goed gerepeteerd.'
Terwijl hij recht voor zich uit keek naar de open trap aan de andere kant van de hal, tikte hij met zijn vingers tegen zijn lippen. 'Ik praat elke dag met leugenaars, Paris. De meeste mensen liegen in zekere mate. Sommigen beseffen niet eens dat ze liegen. Ze hebben iets zo lang gezegd of geloofd dat het hun waarheid is geworden. Het is mijn taak hun onzin te filteren tot ik de échte waarheid bereik.'
Toen hij zweeg, bleef Paris stil om hem de kans te geven zijn gedachten te ordenen. De warmte van zijn huid straalde door zijn hemd heen op haar hand, die nog steeds op zijn schouder lag.
'Gavin bekent dat hij dronken naar huis is gereden,' zei hij. 'Hij bekent dat hij onderweg is gestopt om in iemands tuin over te geven en hij bekent dat hij mijn verbod om het huis te verlaten heeft genegeerd door wél naar buiten te gaan.
Hij geeft toe dat hij Janey leuk vond, of het in elk geval fijn vond wat ze samen deden. Hij zegt dat hij die avond met haar heeft gepraat en heeft geprobeerd haar over te halen ergens met hem heen te gaan. Ze heeft hem zonder meer afgewezen.
Hij werd boos, zei dingen, van sommige ervan kan ik niet geloven dat ze uit de mond van mijn zoon kwamen. Hij bekent dat hij
woest was toen hij haar verliet, maar blijft volhouden dat hij bij haar is weggegaan. Hij zegt dat hij zich aansloot bij een groep jongens en tequila met hen dronk tot hij naar huis vertrok. Hij heeft Janey niet meer gezien.'
Hij draaide zijn hoofd om en keek Paris aan. 'Ik geloof hem, Paris.'
'Mooi zo.'
'Ben ik naïef? Is dat ij dele hoop?'
'Nee. Ik denk dat je hem gelooft omdat hij de waarheid spreekt.' Ze gaf een bemoedigend kneepje in zijn schouder. 'Is er iets wat ik kan doen?'
'Ga vanavond met Gavin en mij uit eten.'
Dat had ze niet verwacht. Ze haalde vlug haar hand van zijn schouder en wendde haar blik af. 'Ik werk 's avonds, weet je nog?'
'Er is genoeg tijd voor een etentje voordat je naar het station gaat. We zullen vroeg beginnen.'
Ze schudde haar hoofd. 'Ik moet vanmiddag iets doen wat niet kan worden uitgesteld. Bovendien vind ik het geen goed idee.'
'Om wat er gisteravond is gebeurd?'
'Nee.'
Geërgerd door zijn waarnemingsvermogen zei ze: 'Goed dan, ja.'
'Omdat je weet dat het, als we samen zijn, opnieuw zal gebeuren.'
'Nee, dat is niet waar.'
'Jawel, Paris. Je weet dat het wéér zal gebeuren. Bovendien wil je het net zo graag als ik.' 'Ik...'
'Dean?'
Ze schrokken bij het horen van zijn naam. Een vrouw was juist uit een van de liften gekomen en kwam nu hun kant op. Er was slechts één woord om haar te beschrijven: beeldschoon.
Haar gedistingeerde mantelpakje benadrukte haar weelderige figuur in plaats dat het de aandacht ervan afleidde. Een moderne, korte rok en hoge hakken deden haar prachtige benen goed uitkomen. Lipgloss en mascara waren haar enige make-up en alles wat nodig was. Ze droeg geen andere sieraden dan onopvallende, diamanten oorknopjes, een dunne, gouden halsketting en een polshorloge. Haar blonde, loshangende, schouderlange haren waren in het midden gescheiden. Een klassiek en ongecompliceerd kapsel. Een geslaagde zakenvrouw in een strakgesneden mantelpak.
Dean vloog overeind. 'Liz.'
Ze schonk hem een verblindende glimlach. 'Alles ging zo goed in Chicago, dat ik de zaak een dag eerder kon afhandelen. De terugreis ging voorspoedig. Ik wilde je verrassen met een late lunch. Miss Lester zei tegen me dat ik je hier kon vinden, en blijkbaar is het me gelukt je te verrassen.'
Ze omhelsde hem, kuste hem op de mond. Daarna draaide ze zich om en glimlachte open en vriendelijk tegen Paris. 'Hallo.'
Dean stelde hen kort aan elkaar voor. 'Liz Douglas, Paris Gib- son.'
Paris kon zich niet herinneren dat ze ging staan, maar ze ontdekte dat ze recht tegenover Liz Douglas stond. Ze had een stevige handdruk, als een vrouw die gewend is voornamelijk met mannen zaken te doen. 'Hoe maak je het?'
'Ben je een politievrouw?' Liz probeerde langs de getinte glazen van Paris te kijken. Waarschijnlijk had ze aangenomen dat ze een undercoveragente was.
'Nee, ik werk bij de radio.'
'O ja? Ben je in de ether?'
'Laat op de avond.'
'Het spijt me, ik...'
'Het is niet nodig je te verontschuldigen,' zei Paris tegen haar. 'Mijn programma begint als de meeste mensen al in bed liggen.'
Na een korte maar onaangename stilte zei Dean: 'Paris en ik kenden elkaar in Houston. Jaren geleden.'