Reading Online Novel

Kussen Voor De Camera(49)



Laat me je liefhebben.

Het waren mooie hartstochtelijke woorden om de fysieke daad mee te beschrijven. Zo mooi dat ze bijna kon doen alsof…





Hoofdstuk 25





Nate zat op de rand van het bed met zijn voeten op de vloer, zijn onderarmen op zijn knieën en zijn tanden stijf opeengeklemd.

Dit werd niets.

Over zijn schouder keek hij naar Payton, die met een rimpel tussen haar smalle wenkbrauwen rustig lag te slapen.

Wat hij haar aanbood, wilde ze niet. Niet echt. Vanaf het begin was het hen niet om dezelfde dingen gegaan. Hij had zijn best gedaan haar niet te kwetsen, maar hij was een idioot geweest en had dat uiteindelijk wel gedaan. Zelfs vandaag, nadat alle stukjes van de puzzel van zijn leven plotseling op hun plaats leken te zijn gevallen, was er één scherp hoekje dat niet paste en dat hij door Paytons gevoelige hart had voelen snijden.

Laat me je liefhebben.

Zo had hij het niet moeten zeggen. Wat had hem in vredesnaam bezield?

Hij liet zijn hoofd in zijn handen rusten en kreunde gefrustreerd. Achter hem klonk een protesterend geluidje, en hij zag haar de hoek van het laken tegen zich aan trekken. Ze had behoefte aan rust. En ze had behoefte aan iets veel beters dan hij haar had gegeven.

Hij wist wat hij moest doen.

Nadat hij was opgestaan, trok hij de sprei over haar heen en verliet snel het vertrek.



De ondergaande zon kleurde de lucht amber en oker. Payton stond voor het raam met haar voorhoofd tegen het glas en Nates briefje in haar hand. Dat had ze op de keukentafel gevonden toen ze een halfuur geleden in een leeg appartement wakker was geworden. Aanvankelijk was ze ervan geschrokken, maar er had niet meer in gestaan dan dat hij enkele zaken moest regelen en later zou terugkomen. Niets wereldschokkends, raadselachtigs of veelbetekenends. Een paar regels over wat dingen die hij in orde moest maken.

Ze moest ophouden met zo dramatisch te doen.

Toen ze de voordeur hoorde opengaan, liep ze naar de hal en zag Nate binnenkomen met een tas vol eten. Ze glimlachte. De man probeerde voortdurend voor haar te zorgen en was bang geweest dat ze vanavond geen gezonde maaltijd binnen zou krijgen.

‘Het spijt me dat ik zo lang weg ben geweest,’ verontschuldigde hij zich voor hij een kus op haar wang drukte en met de boodschappen naar de keuken liep. ‘Op de terugweg ben ik nog wat te eten gaan halen.’

Op de terugweg? ‘Was je op kantoor?’

Hij zette de tas op het aanrecht en keek haar met zijn prachtige blauwe ogen aan. ‘Ik ben bij mijn vader geweest.’

‘Heb je hem verteld… over de baby?’ Over hen? Ze wist dat hij het pas tegen zijn vader had willen zeggen als ze erin had toegestemd met hem te trouwen.

Hij knikte.

Klaarblijkelijk had hij in haar ogen gezien wat ze had besloten. Dat was prima. Nu hoefde ze niet openlijk toe te geven dat hij had gewonnen.

Nee. Zo was het niet. Het was opgehouden een strijd te zijn toen ze de liefde voor hun kind in zijn ogen had gezien. Vanaf dat moment was het geen gevecht meer geweest. Was er geen winnaar of verliezer meer geweest.

Toen hij zijn armen om haar heen sloeg, genoot ze van zijn geur en zijn kracht. Dit zou ze de rest van haar leven hebben.

‘Ik heb hem verteld dat je zwanger bent. En dat we niet gaan trouwen.’

Het duurde even voor zijn woorden tot haar doordrongen. Verbijsterd keek ze hem aan. Ontzet. Bang.

‘Wat… Waarom…’ Ze begreep het niet, maar was niet in staat om verduidelijking te vragen.

Op zijn gezicht verscheen een gepijnigde uitdrukking. ‘Ik heb me vreselijk schofterig gedragen. Het is nooit mijn bedoeling geweest je te kwetsen. Maar ik doe het al zo lang dat ik me niet meer kan herinneren dat ik het niet deed.’

Dat herinnerde zij zich wel. Ze legde haar hand tegen zijn borst en voelde het kloppen van zijn hart. ‘De afgelopen maanden zijn moeilijk geweest. Alles is van het ene moment op het andere veranderd, en we hebben allebei emotioneel gereageerd.’

‘Nee. Dat is het juist. Ik niet. Als ik niet alleen maar bezig was geweest met mijn behoefte om de situatie onder controle te houden, had ik me gerealiseerd dat het tegenover geen van ons beiden eerlijk was om je tot een liefdeloos huwelijk te dwingen.’

Zijn woorden deden pijn. Hij gaf haar wat ze had gewild. Nietwaar? Maar plotseling voelde het niet zo. Het voelde alsof de grond onder haar voeten wegzakte en ze alles kwijtraakte.

Ze dwong zichzelf om te knikken en forceerde een glimlachje. ‘Wat was de reactie van je vader op het nieuws?’

Hij lachte vreugdeloos. ‘Pa was boos, omdat ik het hem niet eerder had verteld.’

‘Dat geloof ik graag.’

‘Hij was blij met het bericht dat hij grootvader wordt, ook al vond hij het jammer dat we niet gaan trouwen.’ Met zijn hand wreef hij de spieren in zijn nek. ‘Maar hij was ook van mening dat nadat ik zo’n hufter was geweest ik je voor altijd zou kwijtraken als ik je onder druk bleef zetten.’