Kus(76)
Miguel keek naar haar hand. ‘Ik begrijp er zelf ook weinig meer van. Het spijt me maar ik kan niet riskeren…’
Ze werd boos en wilde haar hand terugtrekken, maar hij hield haar vast. Hij trok haar zo dicht naar zich toe als toen ze in zijn keuken hadden gestaan en heel even ging het door haar heen dat ze zich veel meer tot Miguel Lopez voelde aangetrokken dan ooit tot Wayne.
‘Vandaag kan ik dat niet. En misschien morgen ook nog niet. Maar ik zal je iets beloven. Ik beloof je dat ik iets zal bedenken waardoor aan dit alles een eind komt. Door je komst gisteren ben ik gaan denken dat ik misschien een uitweg kan vinden. En dan kan ik je alles vertellen.’
Ze schudde haar hoofd. Ze wilde vandaag antwoorden, niet morgen of in de volgende eeuw. Wat had ze aan beloften aan haar, aan oom Trent, aan rechercheur Beeson, aan Corbin?
‘Ik kan niet wachten.’
‘Het is een kleine gunst.’
‘Ik kan het niet.’ Ze verstevigde haar greep op zijn hand en pakte ook zijn andere hand vast. ‘Het spijt me, maar ik kan het niet.’ Ze sloot haar ogen en concentreerde zich op zijn bijnaam Sabueso, en op het eerste e-mailbericht van hem aan haar dat ze in gedachten kreeg.
Het probleem is de structuur van de winstdeling.
Ze concentreerde zich erop, sloot alle beelden uit behalve Miguels gezichtsuitdrukking toen hij gisteren de deur opendeed en haar voor het eerst zag staan. De gezichtsuitdrukking die allerlei tegenstrijdige emoties liet zien. De uitdrukking die haar het meeste zou vertellen.
En deze keer ontvouwde Miguels geheugen zich levendiger, vollediger dan ze tot dusver had ervaren. Ze ging er volledig in op.
24
Shauna koos de ruimte in Miguels geest die helderder werd in pulserende uitbarstingen van licht. Het licht van zijn geheugen breidde zich ritmisch uit tot het het fluorescerende licht werd van een fantasieloze kantoorruimte.
Grijs tapijt op de vloer, grijze muren zonder decoraties, grijze afscheidingsschotten en hoge ramen aan een kant. Het was stil in de hal na kantoortijd. Achter de ramen prikten stadslichten gaten in het donker.
Dit was het uitzicht van de bovenste verdieping van McAllister MediVista, een extraatje voor de topbestuurders van de directie. Shauna was hier in haar leven heel wat keren geweest, eerst als kind dat overal voor openstond, en later als een cynische volwassene die haar vader en haar geliefde oom bezocht.
Zo’n associatie zat echter niet in Miguels geheugen, alleen maar haat, gevoed door woede en verdriet.
Verdriet om Shauna.
Door de onverwachte kracht van de emotie raakte Shauna bijna het moment kwijt. Ze had nooit zo’n groot verdriet ervaren, verdriet aangewakkerd door verbroken hartstocht, zelfs niet toen haar moeder stierf of toen ze erachter kwam dat ze schuldig was aan Rudy’s huidige toestand. Er was geen schuld in dit verdriet, geen gevoel van in de steek gelaten zijn, geen vrees om achtergelaten te worden. Alleen een oorverdovende pijn, het gekrijs van drukkranen die open geblazen werden.
Verdriet om haar.
Liefde. Voor haar.
Buiten haar geest greep verwarring Shauna aan. Hoe kon iemand die dit soort gevoelens voor haar had gehad, nu zo kil zijn? Had ze hem op de een of andere manier gekwetst? Ze pakte zijn hand steviger vast en probeerde zich te concentreren. Miguel liep met grote en snelle passen door de kantoorruimte heen naar de ramen toe en sloeg toen een lange gang in. Het grijze, bedrijfsmatige licht maakte plaats voor een warme gedempte verlichting. Met een klamme hand pakte hij een langwerpig voorwerp ter grootte van een aansteker vast. Een usbstick.
De gang kwam uit op een ronde ruimte met in het centrum een receptiebalie. Bij de ingang stonden langs de wand planten en bomen die hoog opschoten naar het licht dat door de glazen koepel viel. De vloerbedekking had de kleur en geur van geglazuurde amandelen.
Aan de andere kant van het vertrek, achter de receptiebalie, waren door een glazen wand heen drie kantoren zichtbaar met hoge, van het plafond tot de grond reikende ramen die uitzicht boden op Houston. De kantoorgebouwen, glinsterend in het licht van de opkomende zon, keken op naar McAllister MediVista.
In de vier glazen deuren in de glazen wand waren de silhouetten zichtbaar van de bewoners: helemaal rechts, bedrijfsdirecteur Leon Chalise; daarnaast president-directeur Landon McAllister. Helemaal links, financieel directeur Wayne Spade; en meer naar het midden, naast het kantoor van haar vader, algemeen directeur Trent Wilde.
Binnen Leons kantoor, net buiten het bereik van het licht, bewoog zich tegen het silhouet van de stad de schaduwachtige, gezette gestalte van de bedrijfsdirecteur. De zware deur sprong naar binnen toe open.
‘Jullie zijn honden,’ brulde Miguel, die in het donker om het bureau heen liep. Leon was niet in het minst verbaasd toen hij Miguels aanwezigheid opmerkte, zelfs niet toen de journalist hem naar het raam toe duwde.