Reading Online Novel

Krijgsraad(2)



De Ouwe legt zich hier hoofdschuddend bij neer, maar als Tiny dan ook nog brood begint te roosteren springt hij op.

'Zodra we terug zijn slinger ik jullie op rapport wegens het niet uitvoeren van een bevel,' dreigt hij, bevend van woede.

'Zeg me eens,' wendt Porta zich tot de Legionair, 'jij bent het oudste lid van deze schietvereniging – stuurden ze jullie bij dat Vreemdelingenlegioen er ooit op uit om je door die moslims te laten kelen, voordat je een kop koffie achter je knopen had?'

'Non, mon ami, ik kan me niet herinneren dat dát ooit is gebeurd,' antwoordt de Legionair, die heel goed weet dat het niet erg diplomatiek zou zijn om ten aanzien van het onderwerp koffie met Porta van mening te verschillen, iets dat tot onberekenbare moeilijkheden zou kunnen leiden.

Nu verliest de Ouwe zijn geduld, smijt z'n mok weg en schopt het geroosterde brood Tiny uit de handen.

'Opstaan! Vooruit, nu!'

'Zo moet je niet met goed vreten omspringen,' snauwt Porta. 'Je weet nooit hoe snel je zelf nog eens barst van de honger!'

'Ik heb het al eerder gezegd en ik blijf het zeggen,' zucht Tiny. 'Hij is géén heer.' Geduldig raapt hij het geroosterde brood op.

'Pas maar op voor je bloeddruk, ouwe Germaan,' adviseert Porta. 'Als je zo door blijft gaan kost je dat jaren van je leven!'

Niet lang na deze episode zijn we op weg, slippend en glijdend de steile hellingen afdalend. Tegen etenstijd hebben we de weg bereikt die naar de ijsvrije haven leidt, een eind verder naar het noorden. Iets oostelijker loopt een beruchte spoorweg, aangelegd ten koste van de levens van duizenden en nog eens duizenden gevangenen. Volgens de geruchten zou de spoorweg aangelegd zijn over menselijke beenderen.

Liggend in de sneeuw slaan we de eindeloze goederentransporten gade die langs ons heen rollen.

'De weg op,' beveelt de Ouwe. 'Volg mij in ganzepas! Wanneer we worden aangeroepen geven alleen diegenen antwoord die vloeiend Russisch spreken. De rest speelt eenvoudig stommetje.'

'Merde au veux! Laten we hopen dat Iwan geen lont ruikt,' sputtert de Legionair, niet op z'n gemak. Hij lijkt ineens kleiner te zijn geworden.

'Jezus Christus!' sist de Westfaal nors. 'Dit is de laatste keer dat ik meega op een tochtje achter de linies van de buurman. Zodra we terug zijn schiet ik een kogel door m'n poot.'

'Dat kost je je raap als ze erachter komen,' zegt Porta met een sarcastische grijns.

Even ten noordoosten van Glenokorsk vinden we de eerste van de gecamoufleerde bruggen.

Op eveneens gecamoufleerde rangeerstroken staan vier lange goederentreinen te wachten op groen licht, terwijl enkele kilometers verder terug nog een vijfde trein staat te wachten.

Verscholen in de zoom van het bos maken we de explosieven klaar. We hebben vijf sleden bij ons, afgeladen met de nieuwe Lewis-bommen waarmee ze ons pas zijn gaan bevoorraden.

Porta en ik nemen de eerste wacht. Het doet ons niets, we zouden toch niet kunnen slapen. We zitten vol pervitine-pillen. De Russen noemen ze prysjok poroch ('leefpoeder'). Op één pervitine-pil kun je een hele week wakker blijven; voor mannen die achter de linies moeten werken kan dat betekenen dat ze in leven blijven.

'Heb je nou helemaal een gaatje in je hoofd, man,' protesteer ik, als Porta een sigaret opsteekt. 'Ze kunnen je tot in Moermansk zien! '

'Schijt nou maar niet in je broek, knul,' mompelt Porta. 'In het Rode Leger dampen ze de hele nacht. Waarom ik dan niet?'

'Het is jouw schuld als we van de kaart worden geveegd!'

'Je voelt er niets van,' zegt Porta hardvochtig. Hij neemt een lange haal van zijn sigaret, zodat het uiteinde fel opgloeit.

De volgende morgen staan we in alle vroegte te luisteren naar Heide, onze springstof-expert. Hij staat op een omgevallen boomstam, zodat hij ons allemaal kan overzien.

'Luister – en luister goed, stelletje lamstralen,' brult hij. 'Zoals jullie allemaal zien, ziet dat wat ik in mijn hand heb eruit als een klomp rubber. En je kunt er bijna alles mee doen wat je wilt, zonder dat er iets gebeurt. Als je het in het vuur gooit krijg je alleen maar een dikke, kleverige massa. Het ziet eruit als onschuldig kauwgom, maar dat ís het niet. Deze troep bestaat voor een kwart uit thermiet, vermengd met metaaloxide en voor driekwart uit plastic springstof.'

'Wat is dat, plastic?' vraagt Tiny wezenloos.

'Dat gaat jou geen moer aan. Het enige dat jij hoeft te weten is dat het plastic wordt genoemd.' Heide steekt een koperen cilinder omhoog.

'Dit is een koker van koper en aluminium, met een ingebouwde ontsteker.'

'Wat is dat, een ontsteker?' vraagt Tiny, zijn hand opstekend als een schooljongen.

'Ook dat gaat jou geen ene moer aan,' snoert Heide hem de mond. 'Het enige dat jij hoeft te weten is dat het een ontsteker heet. En val me niet voortdurend in de rede met stomme vragen! Ik vertel je alles wat je moet weten en dat is voldoende. Zoals je ziet zitten er acht bochten in dit pijpje hier, overeenkomend met acht verschillende ontstekingsperioden, zodat we zelf kunnen bepalen wanneer het ding mag knallen. De onderste duurt twee minuten, maar ik raad jullie aan die niet te gebruiken. De bovenste duurt twee uur. In dat pijpje zelf' – hij houdt het zo trots omhoog dat het lijkt alsof hij het ding persoonlijk heeft uitgevonden – 'zit een kwikoplossing. Als je dit kleine glaasje hier doorbijt, stroomt het zuur omlaag en lost het rubbertje op dat de slagpin vasthoudt. Dan schiet de slagpin naar voren en ontsteekt het slaghoedje. Het ontstekingsproces is voltooid.'