Koninklijke verleider(32)
Eindelijk lukte het haar iets te fluisteren. ‘Ik ben w-wakker. Echt.’
Hij boog over haar heen, een wantrouwende blik in zijn ogen. ‘Dat heb je al eerder gezegd. Veel te vaak. Ik kan geen valse hoop meer verdragen, dan word ik gek.’ Hij rolde met zijn ogen, vertwijfeld zijn vingers door zijn haren halend. ‘Waar heb ik het eigenlijk over? Als je weer in je slaap praat, dan word je hier ook niet wakker van.’
Ze probeerde rechtop te gaan zitten, maar ze kwam niet verder dan zich een stukje omdraaien. ‘Ik ben nu echt wel w-wakker. Ik herinner me vaag de valse starts. Maar nu ben ik niet alleen wakker, ik voel me zo goed als nieuw.’
Zijn ogen werden donker.
‘Nee, echt. Ik ben weer normaal. Ik ben alleen suf, wat normaal is. En ik heb spierpijn, vanwege al die beweging en omdat ik zo lang in bed heb gelegen…’
Ze probeerde opnieuw te gaan zitten en toen pas keek ze naar haar eigen lichaam. Ze droeg een laag uitgesneden mouwloos satijnen nachthemd in oogverblindende blauwe en groene en oranje tinten, een echo van de uitbundige kamerinrichting.
Haar wangen werden warm toen ze zich realiseerde dat hij haar kleren had uitgetrokken en haar het nachthemd aan had gedaan. Ze begon te gloeien toen ze zich voorstelde dat hij het langzaam weer zou uittrekken…
Hij maakte haar nog nerveuzer door dichterbij te komen om te kijken of ze echt in orde was. Haar adem stokte. Het leek wel alsof haar nachthemd tot leven was gekomen en over haar tepels gleed en tussen haar benen glipte waardoor het opgewonden kloppen nog intensiever werd.
Ze schoof heen weer, probeerde haar gespannen borsten te vergeten en drukte haar benen tegen elkaar om haar verlangen in te tomen. Ze keek 84
op met half geloken ogen van begeerte. ‘Zeg eens… Hoelang was ik buiten westen?’
Hij keek op zijn horloge. ‘Vijftig uur en tweeënveertig minuten.’
‘Wauw!’ riep ze. ‘Dat is een prima tijd om te herstellen van een combinatie van uitdroging en zonnesteek.’ Haar stem werd met elk woord krachtiger. ‘Het is maar goed dat ik zo taai ben, hè?’
Door de opgetogen blik werden zijn ogen nog levendiger en mooier.
‘Dat ben je zeker, mijn dauwdruppel. En shokrum lel’lah – goddank.’
Ze glimlachte beverig. ‘En, wat heb jij gedaan, terwijl ik in mijn slaap lag te praten?’
Zijn lippen trilden en de ondeugende blik waar ze zo van hield, verscheen weer in zijn ogen. ‘Ik heb voor jou gezorgd, ik heb boodschappers naar mijn broers gestuurd, toen heb ik weer voor jou gezorgd. O, en toen heb ik nog meer voor je gezorgd.’
Ze gaf hem een speels tikje op zijn onderarm en toen een dankbaar klopje als dank omdat hij zo luchthartig deed over zijn zware wake.
‘Heb je wel voor jezelf gezorgd? Heb je geslapen?’
Hij wierp haar een gespeeld berouwvolle blik toe. ‘Niet expres, dat zweer ik.’
Nu zag ze ook de lijnen die de spanning en de uitputting in zijn gezicht hadden gegroefd. Haar hart kromp ineen en ze werd overweldigd door dankbaarheid en bewondering. ‘O, Harres, je bent zo’n trouwe beschermheer.’ Ze streelde glimlachend zijn onderarm. Ineens schrok ze op. ‘Maar hoe is het met je wond? Heb je er iemand naar laten kijken? Heb je er nog last van?’
‘Eh, ik heb goed nieuws en slecht nieuws.’
Haar ogen namen hem onderzoekend op. Nee. Wat zijn nieuws ook was, al te erg kon het niet zijn. Behalve de onvermijdelijke vermoeidheid zag hij er prima uit.
Haar hart bonsde nog steeds toen ze zei: ‘Geef het slechte nieuws maar eerst.’
‘Je hechtingen waren erg goed.’
‘Waren?’ piepte ze. ‘Zijn ze losgeraakt?’
Hij knikte, zijn handen afwerend in de lucht. ‘Het goede nieuws is dat er geen spoor van ontsteking te bekennen is. Kijk maar.’ Hij tilde zijn 85
linkerarm bijna moeiteloos en zonder pijn op. ‘Bovendien hebben de bewoners van de oase onze medische spullen opgehaald, dus je kunt me weer dichtnaaien.’
‘Dat zal ik zeker doen!’ Opgelucht achteroverleunend wendde ze haar blik van hem af om de hele kamer rond te kijken. Ze kon de rest van het huis zien door de open deur achter hem. ‘Dit is een geweldig mooi huis.’
‘Het is heel bijzonder,’ was hij het met haar eens. ‘Dit was het huis van de vorige oudste van de oase. Hij is twee jaar geleden gestorven. De huizen van de oudsten blijven leeg als een eerbetoon aan hun levens en leiderschap. Het is een eer dat we in dit huis mogen logeren zolang we hier zijn.’
Haar lippen trilden toen ze glimlachte. ‘Niets dan het beste voor de prins van Zohayd.’
Hij schudde zijn hoofd, een warme blik in zijn ogen. ‘Daar gaat het niet om. Iedereen die uit de woestijn wordt gered zou zo behandeld zijn. Ik heb ook een relatie met deze mensen die niets te maken heeft met het feit dat ik hun prins ben. Ik weet niet zeker of ze de Aal Shalaan wel als hun heersers beschouwen, en of ze daar veel belang aan hechten als het wel zo is.’