Koninklijke verleider(33)
‘Waarom niet?’
‘De oase en de mensen hier worden met rust gelaten door de buitenwereld, waar ze niets mee te maken hebben. Ze worden vereerd door de rest van Zohayd en de hele regio. Men heeft ontzag voor dit raadselachtige volk, dat altijd zal bestaan, wie de heersers van het land ook zijn.’
Dit moest ze even verwerken, het gevoel dat ze in een andere wereld en tijd verkeerde, werd sterker. ‘Een volk? Hoe groot is dat volk?’
‘Ongeveer dertigduizend mensen. Hun weigering zich bij de moderne wereld aan te sluiten maakt ze uniek. Uniek zijn brengt ze meer macht dan hun aantallen.’
‘Niet als ze geen moderne middelen hebben om zich tegen indringers te verdedigen.’
Zijn gezicht kreeg een gesloten uitdrukking. ‘Er zullen nooit indringers zijn. Niet zolang de Aal Shalaan er zijn. Zolang ik er ben.’
86
Ze geloofde hem. Harres was een ridder, wiens eer eiste dat hij de zwakken van de wereld verdedigde tegen de bullebakken.
Opeens snakte ze ernaar hem tegen zich aan te voelen.
Ze stak bevend haar armen uit. ‘En, word ik nog welkom geheten in het land van de wakkere mensen?’
Zijn gezicht verstrakte alsof hij pijn had, toen keek hij zo gekweld dat ze even dacht dat ze hem in verlegenheid had gebracht. Net toen ze haar armen wilde laten zakken, nam hij haar grommend in zijn armen.
Opgelucht streelde ze met trillende handen zijn rug en zijn sterke armen, met haar vingers elk detail onderzoekend. Toen ze zijn gezicht aanraakte, keek ze verbaasd op.
‘Je hebt je geschoren!’
Hij glimlachte toen haar lippen over zijn gladde kaken gleden. ‘Zodra ik water en een scheermes had.’
Ze drukte haar lippen op zijn kin. ‘Ik heb je nog nooit gladgeschoren gezien. Toen ik je de eerste keer zag, had je al een stoppelbaard.’
Hij wreef met zijn kin over haar wang om haar te laten voelen hoe glad zijn huid was. ‘Dus dit bevalt je wel?’
‘O, dit bevalt me uitstekend.’
Aarzelend drukte ze haar lippen op de zijne, likte erover met het puntje van haar tong. Ze kon nog maar nauwelijks geloven dat ze dit echt beleefde.
Hij gromde tegen haar mond. Het geluid trilde door haar hele lichaam, een heerlijk sensueel gevoel.
Plotseling maakte hij zich los. Ze had niet de kracht hem weer in haar armen te trekken. Eerst ging hij rechtop zitten, toen stond hij op.
Met een ondoorgrondelijke blik in zijn ogen torende hij boven haar uit.
Met een zucht zei hij: ‘Je bent wel wakker, maar je bent nog lang niet jezelf. En je bent kwetsbaar, in alle opzichten. Je moet nu eerst weer fit worden.’
Ergens was ze hem dankbaar. Ze was emotioneel in de war en ze moest weten of haar verlangen naar hem geïnspireerd was door de doorstane beproeving, het feit dat ze dagen van hem afhankelijk was geweest, of dat het echt uit haar hart kwam.
87
Zou ze zich lichamelijk en emotioneel zo overweldigend tot hem aangetrokken blijven voelen nu het gevaar geweken was? Zou hij dezelfde man blijven die alles had gedaan om de moed er bij haar in te houden? Soms was ze bang geweest dat hij zijn verlangen naar haar had overdreven om zijn doel te bereiken: haar het geheim te ontfutselen om zijn familie en de troon te redden.
Er waren zoveel onzekerheden die als een donkere wolken boven de situatie hingen. Todds ellende en de betrokkenheid van de Aal Shalaans, de informatie die ze in handen had gekregen, Harres’ plicht tegenover zijn volk en familie.
Hij had juist gehandeld door nu afstand te nemen. Ze zou zijn advies opvolgen. Eerst aansterken en alles op een rijtje zetten. Erachter komen wat echt was. In haar hart, om haar heen, aan hem, tussen hen. Eerst moest ze deze puinhoop, deze reeks puinhopen, oplossen.
Als dat mogelijk was.
88
Hoofdstuk 9
Een reeks luide knallen trilde door Talia’s botten.
Ze zou automatisch zijn weggedoken als Harres zijn arm niet om haar schouder had gehad.
Hij gaf haar een geruststellend kneepje en grinnikte. ‘Nee, dat is geen vuurpeloton.’
Opgelucht liet ze zich verder meevoeren naar het feest. ‘Wat dan, saluutschoten voor de prins van Zohayd?’
‘Zo kondigen ze het begin van hun show aan.’
‘Met een luchtaanval?’
Hij schaterde het uit. ‘Dat extra enthousiasme is ter ere van jouw herstel en omdat je hun feest bijwoont.’
Ze glimlachte breed, niet alleen uit blijdschap of voorpret, maar vooral omdat hij bij haar was.
Ze was al drie dagen op, helemaal hersteld. Ook met zijn wond ging het prima. Ze had maar een paar hechtingen hoeven te vervangen en hij genas zo snel dat ze hem plagend had gevraagd of hij misschien mutanten of plaatselijke goden onder zijn voorouders had.
Tijdens de periode van herstel en rust waren ze in het huisje en de tuin eromheen gebleven, terwijl de oasebewoners af en toe waren komen kijken of ze iets nodig hadden. Ze had geen behoefte gehad om naar buiten te gaan.