Reading Online Novel

Koninklijke verleider(27)



Even bleef ze verbluft zitten, maar toen probeerde ze zich los te wurmen.

Hij hield haar stevig vast. ‘Ontspan je.’

Ontspannen? Was hij gek geworden?

Dat niet alleen, nu drukte hij ook nog zijn lippen op haar kruin, tevreden kreunend. ‘Rust uit. Word warm. Het is een stuk kouder dan gisteren.’

‘W-We hebben genoeg dekens,’ protesteerde ze zwak. ‘We kunnen elk apart een deken nemen.’

‘Dit is de beste manier om warm te blijven.’

‘Ik heb er spijt van dat ik je die tip ooit heb gegeven!’

Zijn gegrinnik, net onder haar oor, bezorgde haar kippenvel.

‘Spaar je energie, Talia. Ga slapen, ik maak je over één, misschien twee uur wakker.’

‘I-Ik wil niet slapen.’

‘Ik ook niet. Ik blijf liever wakker om dit met jou te beleven.’

Ze huiverde, maar niet van de kou. Hij had net onder woorden gebracht wat zij voelde.

71





Hoewel zijn armen tegen de onderkant van haar plotseling gevoelige borsten drukten en ze met haar billen vermoedelijk tegen zijn een erectie aan zat, was dit niet seksueel. Of niet alleen. Ze had zich nog nooit zo hecht met iemand verbonden gevoeld. Op zo’n intieme manier.

Ook niet tijdens het liefdesspel met andere mannen. Die ervaringen stonden even ver van wat ze nu voelde af als de sterren aan de hemel.

Met een zucht liet ze de spanning los. ‘De sterren. Ze staan nog steeds aan de hemel.’

Hij beroerde haar wang met zijn lippen. ‘Die zie je zeker niet veel waar jij woont, hè?’

Ze zuchtte diep en tevreden. ‘Zeg maar gerust nooit. Al jaren niet. En ik heb er nog nooit zoveel gezien. Ik wist niet dat er zoveel waren. Ik weet wel dat er alleen al in de Melkweg massa’s zijn, maar ik had nooit gedacht dat je echt miljoenen sterren kon zien.’

Haar eigen stem klonk vreemd, alsof ze in bedwelmd was. Maar dat was ze ook. Door zijn overweldigende charme en de geheimzinnige woestijn.

‘Eigenlijk kunnen wij arme aardbewoners maar zo’n achtduizend sterren zien, al is het nog zo helder. En nergens ter wereld is de hemel zo helder als hier.’

Dat was nieuw voor haar. Ze draaide zich loom om in zijn armen en keek naar hem op. ‘Heb je ze geteld?’

‘Ik heb het geprobeerd, maar toen moest ik terugvallen op de gegevens van goede wetenschappers.’

‘Het lijken er veel meer, maar ik zal je op je woord geloven. Ik ben wel blij dat ze vanavond allemaal zijn verschenen.’

‘Dat heb ik ze bevolen, speciaal voor jou.’

Uit de mond van elke andere man zou dat arrogant en mateloos irritant hebben geklonken. Uit de mond van Harres, deze machtige man die één leek te zijn met zijn land, klonk het op de een of andere manier niet zo overdreven. Het was alsof hij voeling had met de omgeving, alsof hij alle geheimen kende en er kracht aan ontleende. Dat hij haar een plezier zou willen doen kon ze gemakkelijk geloven van de man die zijn leven had gewaagd om haar te redden, die zo zorgzaam en zo terughoudend was geweest.

72





Het stemmetje dat haar waarschuwde dat hij dat deed omdat hij die informatie wilde hebben, wilde ze niet horen. Zo goed kon niemand zijn bijbedoelingen verbergen. Ze had hem in barre omstandigheden leren kennen. Hij had zich dapper en praktisch, vriendelijk en netjes gedragen.

Ze zuchtte nog eens. ‘Dat verbaast me niets. Dus zij zijn ook jouw onderdanen?’

‘Nee. Gewoon goede vrienden. We begrijpen elkaar.’

Net wat ze had gedacht. ‘Ergens geloof ik je.’

‘Ik zou eraan verslaafd kunnen raken om je dat te horen zeggen.’

Het accent met de rollende r’s dat zijn perfecte Engels sierde, wekte haar sluimerende begeerte. In plaats dat het haar onrustig maakte, werd ze juist heerlijk loom. Opeens wilde ze slapen. Hier, veilig in zijn sterke armen.

Ze gaapte. ‘Je bent lekker comfortabel.’

‘Ik voel me beslist niet comfortabel.’

Zijn gegrinnik trilde door haar lichaam. Het was echter de krachtige schok tegen haar billen van zijn erectie die haar uit haar halfslaap wekte.

Hij trok haar weer tegen zich aan. ‘Blijf zitten.’

‘Maar je bent… Je bent…’

‘Opgewonden? Beslist. Ik ben keihard sinds ik je voor het eerst zag. En nee, dat is geen afwijking. Maar ik vind het niet erg.’

‘Ik dacht dat mannen dat juist erg vonden.’

‘Ik ben anders. Maar ook al was het eerst ongemakkelijk, toen pijnlijk en nu bijna onverdraaglijk, ik heb nog nooit zo van iets genoten. Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld.’

Haar hart bonsde van paniek en opwinding. Ze probeerde zich los te wurmen, tot ze merkte dat hij daar alleen maar harder van werd.

‘Ik zal nooit iets doen waar je me niet om hebt gevraagd, Talia. Of gesmeekt.’

Ze geloofde hem en leunde achterover, genietend van hun van begeerte kloppende lichamen. Later zou ze waarschijnlijk spijt hebben. Maar hoe kon ze zich daar druk over maken nu dit moment zo fijn was?