Inside Out(9)
‘Hier.’ Ik veegde het bloed van Cogs oog en wang en drukte de doek tegen zijn wond. ‘Wie heeft dit gedaan?’ Cog was een grote man. De sloven zouden niet met hem durven vechten.
‘Opper Cops,’ zei hij.
Eindelijk drong de betekenis van Cogs woorden tot me door. Mijn wereld kromp ineen, verstrakte om mijn lichaam tot het voelde alsof ik geplet werd. De Opper Cops zouden Gebroken Man ondervragen, en zijn antwoorden zouden naar mij leiden.
‘Wanneer?’ vroeg ik.
‘Daarnet.’ Cog gebaarde naar de gang. ‘Ik probeerde met hen te praten. Om hen tegen te houden. Maar…’ Hij raakte zijn voorhoofd aan.
Ja, zo ging dat. De Opper Cops wisten dat een flink pak slaag een prima manier was om een sloof op afstand te houden. En als die sloof daarna nog een keer lastig deed, werd hij zonder pardon gearresteerd en verdween hij spoorloos uit de onderste niveaus.
‘Hoeveel?’
‘Drie man om mij in bedwang te houden,’ zei hij met een glimlach. ‘Maar slechts eentje om hem af te voeren. Hij kan niet zoveel doen vanuit een rolstoel.’
‘Je had wel aan de Gehaktmachine gevoerd kunnen worden,’ waarschuwde ik hem, maar ik was er met mijn gedachten niet helemaal bij.
‘Ja, dat had gekund, Trell. Dat zegt niet dat het ook gebeurd zou zijn. En trouwens, ik zou me vreselijk hebben gevoeld als ik niet had geprobeerd te helpen.’ Hij zuchtte. ‘Ik praat tegen een muur, geloof ik. Jij geeft om niemand hier.’
Onze eeuwige discussie. Dan zei ik dat ik om hém gaf, en dan zei hij dat ik dan wel een rare manier had om dat te laten merken. Maar zo zou het deze keer niet gaan. ‘Je hebt gelijk. Dus waarom verspil je nog energie aan mij? Waarom sleep je me mee naar elke profeet?’
‘Dat heet nou hoop. Dat heet het beste in mensen willen zien ondanks de ellendige omstandigheden.’ Boos griste hij de handdoek uit mijn handen. Hij liet zijn schouders hangen, terwijl hij zijn gezicht bedekte met de bebloede doek. ‘Misschien heb je gelijk en is het allemaal gelogen.’ Hij gebaarde naar de verhoging waar Gebroken Man had gezeten.
De profeet had niet gelogen over de disks. Maar het zou niet lang duren voordat ook de Opper Cops van hun bestaan wisten. In mijn brein begon zich razendsnel een plan te vormen. ‘Welke kant gingen de Opper Cops op, met Gebroken Man?’
‘Hoezo?’ Verward trok Cog zijn dikke wenkbrauwen samen.
‘Zeg het nou maar gewoon.’
‘Naar Kwadraat A1. Waarschijnlijk brengen ze hem met de lift naar niveau vier.’
Dan moest ik opschieten. ‘Cog, ga jij maar naar de ziekenboeg. Ik moet weg.’
‘Waarheen?’ Hij keek naar de klok. ‘Je volgende dienst begint pas over twee uur.’
‘Maak jij je daar maar niet druk over,’ zei ik, terwijl ik omhoogkeek naar het buizenstelsel. Ik versnelde mijn pas en plande de beste route naar de lift in Kwadraat A1.
Maar Cogon volgde me. ‘Wat kan jou het schelen welke kant ze opgingen?’
Ik negeerde hem.
‘Kennelijk heeft hij gelijk,’ riep Cog. Nu klonk zijn stem weer krachtig en helder. Zoals altijd. ‘Gebroken Man heeft gelijk over de Poort. Waarom zouden de Opper Cops hem anders meenemen?’
Ik schudde alleen mijn hoofd.
De gang naar Kwadraat A1 was vol sloven en Opper Cops. Hopelijk zorgde die menigte ervoor dat de Opper Cop die de rolstoel voortduwde maar langzaam vooruitkwam. Toen ik een ventilatieschacht zag, klom ik langs de metalen wand omhoog. De metalen klinknagels hadden de perfecte maat voor mijn tenen en vingers. Eenmaal in de schacht kroop ik zo snel ik kon door de horizontale buis. Ik schoof mezelf voort over mijn buik, me afzettend met handen en voeten.
Het gezoem van de lift, een stukje verderop, zette elke zenuw in mijn lichaam in lichterlaaie. Als ze al in de lift waren, was ik te laat. Onderweg erheen vertraagde ik even om door een ventilatierooster te kijken of ik Gebroken Man zag.
Ik gromde van frustratie. Een Opper Cop reed Gebroken Man net de open lift binnen.
Hoofdstuk 3
Ik had maar een paar seconden om Gebroken Man te redden.
Maar goed dat het bijna onzichtbare luik op dit niveau vlak naast de lift zat. Ik kroop uit de ventilatiebuis en sloop ineengedoken naar de liftschacht. Die was hermetisch afgesloten, alleen zat er op elk niveau een opening van een halve meter bij de Tussenruimte. Als de lift al voorbij niveau één was, zou ik te laat zijn.
Even later bereikte ik de opening en keek de liftschacht in. De cabine hing nog op niveau één, maar de deuren gleden alweer sissend dicht. Ik kroop door de opening en landde op het dak van de lift. Ik hield me stil en hoorde iets langs de deuren schrapen voor ze helemaal sloten.
‘Stop,’ zei een stem.
De lift kwam omhoog. Ik greep een kabel vast om niet te vallen. Op mijn hurken gezeten probeerde ik mijn evenwicht te bewaren. Met het risico dat ik ontdekt werd, tilde ik het luikje in het dak van de lift een klein stukje omhoog, net genoeg om naar binnen te kunnen kijken.