Inferno(55)
'Het spijt me!' riep ik. Ik had hem met rust moeten laten. Benito sprak alsof hij een acteur op het toneel was, kalm maar verdragend. 'Jullie kunnen uit de Hel ontsnappen.' Er klonken beledigende opmerkingen en gelach, maar er waren er ook een paar die luisterden.
'Om te beginnen moeten jullie uit deze kloof zien te komen. Help elkaar als dat nodig is. Het zal niet makkelijk zijn, maar als jullie doorzetten zullen jullie pogingen vroeg of laat beloond worden. Dan moeten jullie je naar beneden begeven. De weg naar de Hemel voert door het middelpunt van de Hel.'
De besmeurde gezichten wendden zich af. George lachte, maar in zijn lach klonken tranen door. Hij zei: 'Ik, in de Hemel? En al die stront dan die over mijn kin druipt, iedere keer als ik mijn mond opendoe? Nee, ik blijf liever hier.' Iemand anders riep: 'Luister, als jullie daar zijn, vertel God dan dat we dag en nacht zijn naam zullen loven! Ik heb ter ere van Hem een nieuwe hymne gecomponeerd! Vertel Hem dat!'
Benito wendde zich bedroefd af.
Ik zocht naar Corbett - en zag hem aan de verkeerde kant van de brug staan, huilend en hikkend. Ik schreeuwde: 'Corbett, je gaat de verkeerde kant op!' Hij draaide zich om. 'Ik hoor hier niet! Mijn plaats is boven, waar de winden waaien!'
'Dat lukt je nooit, helemaal in je eentje naar boven.' 'Ik vind wel een manier! Ik hoor daarboven thuis, niet hier beneden, bij die -' Hij maakte een hulpeloos gebaar met zijn handen: Corbett kon geen woorden vinden om de verdoemde zielen te beschrijven waarmee hij absoluut niets te maken wilde hebben. Hij draaide zich om en liep weg. Billy stond op ons te wachten aan de andere kant van de brug. Hij zag mij en Benito aankomen en vroeg: 'Waar is Jerry?'
Benito schudde zijn hoofd. 'Trots. Hij was te trots om te blijven.'
Deel 3
20
De derde kloof was smaller en schoner. Van de rand gezien leek hij leeg, zodat ik me afvroeg of er een zonde bestond waaraan niemand zich schuldig maakte of waaraan niemand ooit dacht. Maar toen ik beter keek zag ik zwakke lichtpuntjes dansen op de bodem ...
Vanaf de brug hadden we een beter zicht. Er waren lange rijen gaten in de bodem uitgehakt, en uit de meeste van die gaten staken twee menselijke voeten omhoog. De voeten maakten heftige bewegingen, en vlammen dansten op de voetzolen.
'Ook een verouderde zonde,' zei Benito. 'Simonie: het verkopen van geestelijke ambten.' Billy zei: 'Wat?'
Ik vertaalde het voor hem. 'Dat betekent dat iemand je tot priester maakt als je hem genoeg betaalt.' Bij sommige van de gaten stonden bordjes. 'Theologisch Opleidingsinstituut Wharton. Haal binnen tien weken uw doctoraal! Vraag hier uw inschrijvingsformulier!' Een ander bordje zei: 'Meditatie. De nieuwe weg naar innerlijke rust en vrede. Maak kennis met de grootste goeroe aller tijden. Inschrijvingsgeld, $350.'
Billy zei ontzet: 'Zo erg is dat toch niet? Waarom zo'n zware straf?'
'Ze hebben geld verdiend aan wat uitsluitend aan God toebehoort,' zei Benito. 'Er zijn pausen bij, maar ook onopvallende priesters. De hoeveelheid geld die ze op die manier verdiend hebben schijnt niet belangrijk te zijn. Waar het om gaat is dat ze Gods gaven hebben verkocht.'
Waarom zouden buitenaardse wezens zich daar druk om maken ? Nou, Carpentier?
'Het bevalt me hier helemaal niet, Benito', zei Billy. Ik klopte hem op de schouder. 'Mij ook niet. Laten we doorlopen.' Ik voelde de aandrang om weg te rennen. In
ieder geval had ik van deze kloof niets te vrezen. Geen van ons. We hadden nooit de beschikking gehad over hemelse gaven dus konden we ze ook niet verkopen. We staken de brug over de vierde kloof over. Ik had eigenlijk niet naar beneden willen kijken, maar ik deed het tóch en wat ik daar zag fascineerde me zo dat ik stil bleef staan. De verdoemden stroomden onder ons door, en alle hoofden waren achterstevoren gedraaid. Het waren bijna allemaal vrouwen.
'Waarzegsters', zei Benito, voor ik iets kon vragen. 'Ze probeerden in de toekomst te zien met behulp van magie.' En nu konden ze niet eens zien waar ze liepen. Ik huiverde toen ik bedacht dat het heel goed mogelijk was dat een science-fiction schrijver hier terecht zou komen. Maar nee, ik had nooit gebruik gemaakt van magie. Alleen van logica, en die had me er niet voor kunnen behoeden in de Hel te belanden.
'Waarom zitten alle geleerden en economische voorspellers niet hier?' vroeg ik. 'Die proberen toch ook in de toekomst te zien?'
'De meesten hier hebben zich tot Satan gewend om hulp', zei Benito. 'Soms gaf hij hun die hulp... soms ook niet. Dat maakt echter niet uit. Het is de vraag zelf die hun ten laste wordt gelegd.' Hij draaide zich om en wilde doorlopen. Op dat moment herkende ik een van de verdoemden. Het was een keurig oud dametje, zo een dat nooit een onvertogen woord zal laten vallen. Ze was als lerares verbonden geweest aan de school waarop mijn neefje had gezeten. Nu liep ze hier met haar hoofd achterstevoren, en tranen biggelden langs haar ruggegraat naar beneden en verdwenen in de spleet tussen haar billen. Ik riep naar haar en ze keek op.