Inferno(53)
'Zou het werkelijk mijn schuld zijn dat ze daar zit?' vroeg Corbett zich hardop af. 'Misschien heb ik wel een weldoenster verraden. Ze was altijd heel aardig voor me en -'
'Kom op, geen enkele vrouw is de pijn waard die je daar moet lijden', zei Billy. 'Laten we bij elkaar blijven. Ik heb in m'n hele leven nog nooit een vriend in de steek gelaten, en ik ga naar het middelpunt, wat er ook gebeurt. Dus hou op met kletsen en ga mee.'
Corbett ontspande zich iets. 'Als je werkelijk de echte Billy the Kid bent heb je inderdaad nog nooit een vriend in de steek gelaten. Tenminste, dat is het beeld dat de films van je geven.' Hij klauterde verder over de brug. 'Maar Benito, ik vind nog steeds dat die beschrijving onzin is. Niet alleen dat we in vrije val zouden zijn in het middelpunt van de aarde, maar dit is zelfs de aarde helemaal niet. Een onderaardse grot van deze afmetingen is niet mogelijk op aarde. Hij zou niet bestand zijn tegen de druk, en als er wél zo'n grot was zouden de seismografen hem bij iedere aardbeving registreren. Nee, we moeten ergens anders zijn.'
'Dat klopt', zei ik. 'We zijn in Infernoland. Het is gebouwd door iemand die precies het model heeft gevolgd dat in Dante's Inferno beschreven staat. Maar wat kan ons het schelen of het een kunstmatige constructie is of niet? Volgens Dante is er een uitweg, en tot nu toe klopt alles tot in de kleinste bijzonderheden.'
'Het is inderdaad een kunstmatige constructie,' zei Benito, 'in die zin dat God haar ontworpen en gebouwd heeft.' 'Oké, als jij het zegt', zei Corbett. 'Ik ben nooit een goed atheïst geweest. Geen kerkganger ook, trouwens. Maar ik heb ontwerpen gezien voor constructies die nog groter waren dan deze, Benito. Groter dan de aarde. Het werkelijke probleem is: heeft Dante dit alles werkelijk met eigen ogen
gezien? En kunnen we vertrouwen op zijn beschrijving?' Een hele goede vraag, maar ik had nog een betere: konden we Benito eigenlijk wel vertrouwen? Hij had nooit iets gezegd over eerdere tochten.
Hoe kwam Benito eigenlijk weer boven na beneden te zijn geweest? Waarom was het hem toegestaan zich vrijelijk door de Hel te bewegen? Wat had hij gedaan om dat privilege te verdienen? Geryon had zichzelf en Benito in één adem genoemd toen hij het had over 'wij die Gods wil doen in de Hel.'
Benito had niet bepaald veel weg van een engel... en Geryon was niet te vertrouwen, bracht ik mezelf in herinnering. Maar toch, dit was het rijk van de Duivel, en Benitó kon er gaan en staan waar hij wilde.
Wat was eigenlijk de straf voor zielen die tegen Gods hoogste gebod ingingen? God of Grote Boeman, er waren in ieder geval bewijzen te over dat hij wraakzuchtig was. Hij had me veroordeeld tot het Voorportaal, en ik had me aan mijn gerechte straf onttrokken. Minos had me al gewaarschuwd. Was dit alles een sluwe manier om mij in de val te lokken? Zou ik mezelf veroordelen tot een lot dat erger was dan hij me had toebedeeld ?
Er was ook nog een andere mogelijkheid. Stel dat dit werkelijk Infernoland is, een soort amusementspark voor de Bouwers. Dan was het duidelijk dat ze ervan genoten mensen te zien lijden. En dat was begrijpelijk, want geluk en vreugde zijn niet erg interessant. Alle hoogleraren hadden me altijd verteld dat Inferno verreweg het boeiendste was van de drie boeken die samen De Heilige Komedie vormden. Ik richtte mijn aandacht weer op Benito, die zei: 'Ik ben er altijd van uitgegaan dat Dante zijn tocht in een visioen had beleefd, en dat hij toen hij ontwaakte vele details vergeten was. Om die leemten op te vullen verdiepte hij zich in theologie en de kerkelijke leer en filosofie en natuurlijke historie, en het geheel kleurde hij met zijn eigen ideeën en vooroordelen. Maar de visie die eraan ten grondslag lag was gaaf en waar. Wees voorzichtig hier.' De brug boog aan het eind steil naar beneden. De binnenste rand van de kloof was zeven meter lager dan de buitenste. We daalden achterwaarts af. Honderd meter verder begon de volgende kloof. Er steeg een oorverdovend lawaai uit op. We bleven een ogenblik staan.
Benito ging verder: 'Om een voorbeeld te noemen, als je Dantes werk leest krijg je de indruk dat hij grote aantallen Italianen tegenkwam -'
'Dat vind ik heel begrijpelijk', zei Corbett. We probeerden om zijn grapje te lachen, maar het wilde niet best lukken. Benito ging gewoon door, alsof hij de opmerking niet had gehoord. 'Onwaarschijnlijk grote aantallen Italianen, en zeer veel beroemde namen uit de oudheid - schrijvers, dichters, politici. Maar geen Hottentots, Eskimo's, Askari's of Indianen. En dat is vreemd.'
'Dus uiteindelijk twijfel je toch aan Dante?'
'Daar zei ik het niet voor, Jerry.'
'Benito,' zei ik, 'we zijn zoveel Amerikanen tegengekomen dat ik me schaam voor mijn afkomst.'
Billy begon te lachen. 'Het eiland krioelde ervan.'
Benito zei verbaasd: 'Dat is waar. En Hilda Kroft en ik kwamen Duitsers tegen. En -'
'Mensen hebben de neiging alleen maar oog te hebben voor hun eigen mensen,' zei Billy. 'Kom, laten we verdergaan.' We liepen in de richting van de brug die zich over de tweede kloof welfde. Naar zijn uitdrukking te oordelen was Benito nog steeds van streek. Waarom? Het verontrustte me. Toen we de tweede kloof naderden liepen we tegen een muur van stank op. Het was alsof we halsoverkop in een open riool werden gesmeten. We probeerden niet eens over de rand heen te kijken.