Reading Online Novel

Inferno(17)



We vonden een gat in de heg en worstelden ons erdoor. Er was alleen een smalle richel na de heg, en daar voorbij een diepe afgrond. Een dichte mist verhulde de bodem, maar het was een heel eind naar beneden. Zo te zien was er geen brug of iets dergelijks over het ravijn.

We liepen een paar kilometer langs de heg. Erachter waren andere groepen (KNAL!) die allemaal gilden en schreeuwden (KNAL!) in verscheidene talen.

Toen veranderden de geluiden. Ik hoorde het ronken van machines, het gesis van klinknagelpistolen, het galmende geluid van hamers op metaal, het gekletter van gereedschappen.



Gereedschappen! We hadden gereedschappen nodig voor het zweefvliegtuig. Ik begon te rennen.

Een enorm stuk van de richel was ingestort, en de kloof strekte zich uit van de voet van de rotswand die zich boven ons verhief tot aan de voet van de helling onder ons. Door de spleet bruiste een stroom, die de kloof nog dieper had uitgesleten. Ver onder ons konden we mensen als bezetenen aan een dam zien werken.

Een andere groep was net zo bezeten bezig de dam weer af te breken.

Op ons eigen niveau werd een zelfde tweestrijd gevoerd. Een groep probeerde een brug over de kloof te slaan, en een tweede groep brak hem net zo snel weer af. Vijftig meter in beide richtingen zag ik nog meer bruggebouwers en hun tegenhangers. Zo te zien werd hier op gigantische schaal een heleboel energie verspild.

Ik keek Benito aan, maar hij haalde slechts zijn schouders op. 'Ik ben nog nooit in dit deel geweest. Ik denk dat Dante hier ook nooit is geweest.'

De groep vlak voor ons was koortsachtig bezig met U-balken, liggers, platen, alles wat ze te pakken konden krijgen. Ze bevestigden de delen aan elkaar met hete klinknagels. Er loeide een smidsvuur waarin de klinknagels werden verhit. Ik keek naar al die koortsachtige bedrijvigheid en begreep er niets van - tot ik Barbara Hannover zag.

Plotseling ging me een licht op. Ik had Barbara een hele tijd gekend. Ze was niet gemeen en ze haatte de mensen niet, maar ze hield meer van de natuur. Wat iemand ook voorstelde, een nieuwe brug, een nieuwe verkeersweg, stadsuitbreiding, een mijn, een energiecentrale, een olieboring of land-ontginning, zij had altijd een miljoen redenen bij de hand waarom het niet door kon gaan. Ik geloof werkelijk dat ze alle tarwevelden van Kansas weer terug veranderd zou hebben in prairie, compleet met bizons, als ze een manier had kunnen bedenken waarop het gedaan had kunnen worden. Voeg aan dat fanatisme een rechtskundige opleiding toe, plus een van de scherpzinnigste breinen in het land, en het was niet moeilijk te begrijpen waarom voorstanders van de vooruitgang begonnen te huiveren als zij haar aandacht richtte op wat zij aan het doen waren. En natuurlijk was ze bezig de brug af te breken. Ik kreeg een idee en bekeek de constructiewerkers wat nauwkeuriger. Als Barbara in dit deel van Infernoland was, kon Pete nooit ver zijn...

En daar was hij, druk in de weer met hamer en klinknagels. Pete en Barbara waren een tijdje getrouwd geweest. Een kort tijdje. Net als zij geen huis in aanbouw kon zien zonder om bulldozers te gaan roepen, zo kon hij geen mooi plekje in de vrije natuur zien zonder er een verbetering in aan te willen brengen in de vorm van een blokhut. Ik had eens een keer een lange wandeltocht met hem gemaakt. De hele zeventig kilometer was één lang ontwikkelingsplan geweest, met ideeën voor het verbeteren van het pad, het neerzetten van jeugdherbergen, het aanleggen van kunstmatige beverdammen, het aanbrengen van hekken en leuningen op plaatsen waar het pad steil omhoog ging... voor de tocht ten einde was kon ik hem wel vermoorden.

'Uit artistiek oogpunt bezien is het rechtvaardig,' zei ik tegen Benito. 'Pete en Barbara waren allebei fanatici.' Geen van tweeën had me gezien. Staalbewerkingsgereedschappen zouden me trouwens toch niet van veel nut zijn. Maar stroomopwaarts werd een houten schraagbrug gebouwd. Een groep probeerde hem te voltooien terwijl een

andere groep hem in stukken probeerde te zagen. Ik keek naar de zagen en mijn begeerte werd gewekt. Als we een zaag hadden, hadden we verder niets meer nodig. Natuurlijk zouden andere gereedschappen wel nuttig zijn, maar als de nood aan de man kwam konden we ze zelf maken, en dat was met een zaag niet mogelijk. Ik móest er een hebben. Het vreemde was dat ze eikaars gereedschappen gebruikten en elkaar niet hinderden bij het werk. Ik zag een kerel die druk bezig was een balk op zijn plaats te spijkeren, en een ander was druk bezig dezelfde balk in tweeën te zagen - en ze deden elkaar niets, afgezien van het elkaar naar het hoofd slingeren van verwensingen. De regels in Infernoland waren ingewikkelder dan ik had gedacht. Of de robots waren heel raar geprogrammeerd. Maar die twee leken toch wel verdraaid veel op Pete en Barbara.

Ik wachtte tot een vooruitstrevend tiep zijn zaag neerlegde, en liep er op af. Te laat. Een vrouw met een ingevallen gezicht griste hem voor mijn neus weg en attaqueerde er de balk mee die de ander had staan bewerken. De volgende keer was ik er sneller bij. Toen ze de zaag verwisselde voor een bijl, sprong ik er op af. Op de grond ernaast lag een handboor, een gedraaid stuk metaal dat meer waard was dan zijn gewicht in diamanten. Ook de boor eigende ik me toe.