In het wild(40)
En wanneer in het openbare debat over dit onderwerp werd gesproken was het dikwijls in twee uitersten: óf op de toon van Fortuyn, Verdonk dan wel Wilders óf op een toon waarbij de mensen die ze allochtonen noemen kwetsbaar en weerloos waren, niet sterk genoeg om zich zonder hulp in Nederland te redden. Komt een van die twee uitersten overeen met de realiteit?
Volgens mij niet.
Zal het binnen een paar generaties vanzelf beter gaan?
Ik hoop en denk van wel.
Wat zouden we op dit moment kunnen doen? Ik ben geen politicus, aan oplossingen doe ik niet. De kwestie ligt ook te gecompliceerd om zomaar één oplossing te formuleren, of twee of drie. Voor dit soort zaken bestaan geen eenduidige oplossingen, het zal zich moeten ontwikkelen. Om een klein voorbeeld te noemen: er is niet sprake van één meerderheid en één minderheid. Alle minderheden verschillen sterk van elkaar en bekijken ‘de multiculturele samenleving’ op een andere manier. Niet zelden vanuit hun eigen achtergrond. Een zwarte Surinamer zal zeggen: wij hadden de slavernij, dat was het ergste. Een jood zal zeggen: wij hadden de oorlog, we werden niet verhandeld maar uitgemoord, dat was nog erger. Een Marokkaan zal zeggen: ja, maar wij worden nu gediscrimineerd, dat van jullie was vroeger, daarom staat onze discriminatie bovenaan in de ranglijst.
Een begin van de oplossing zou kunnen zijn: mensen niet langer Marokkaan noemen. Of Surinamer of Hollander. Wanneer je, zelfs als je in dit land bent geboren, permanent wordt aangeduid met de nationaliteit van het land waar je ouders of grootouders zijn geboren, dan zul je je hier nooit helemaal thuis voelen. Het zou kunnen helpen als we – net zoals in het land waar iedereen bij het betreden van Ellis Island direct een Amerikaan is – al onze inwoners zouden aanduiden met: Nederlander.
34
CC’s Blues Club
Bij het betreden van een zwarte discotheek weet je als witte man dus nooit wat de andere bezoekers zullen denken. Zeker niet als het gaat om een discotheek in een gedeelte van een Amerikaanse stad waar witte mensen niet komen.
Ze kunnen denken: wat moet die blanke hier? Of ze kunnen denken: wat leuk, een blanke hier. Ook is het mogelijk dat het ze niet interesseert of hier een blanke is. Het kan nooit kwaad om de discotheek te betreden in het gezelschap van zwarte vrienden, zoveel is zeker.
De zwarte vrienden heetten Glen en Greg. De Nederlandse uitwisselingsstudent met wie ze vijftien jaar geleden een appartement deelden op de campus van de University of Memphis, dat was jij. Sinds 1995 ging er geen jaar voorbij dat je de stad niet bezocht, maar in North Memphis was je nooit geweest. North Memphis was berucht.
Bij de ingang van CC’s Blues Club was direct een dansvloer, als je naar links keek was er daar, voor het podium, nog een en rechts ernaast was de derde dansvloer. Langs de muur waren twee bars. Verlichting was er niet, die kwam alleen van de kleine rode lampjes die overal op een rij aan draden hingen. Aan de muren hingen spiegels.
De meeste bezoekers waren ouder dan dertig jaar, sommige zelfs veel ouder. Het blijft een wonderlijk gevoel om inmiddels in die leeftijdscategorie te vallen. Veel vrouwen waren in het bezit van gouden tanden en grote hoeveelheden tatoeages. Veel mannen ook. Het kon er indrukwekkend uitzien.
CC’s had geen vergunning om sterkedrank te verkopen, alleen bier. De bezoekers mochten zelf flessen meenemen. Die zetten ze pontificaal op tafel, zodat ze hun eigen foo foo drinks konden maken. Foo foo drinks, oftewel damesdrankjes, waren meestal fel rood van kleur, of blauw of groen.
In CC’s werd geen blues gedraaid. Het was moderne R&B, en soms ouderwetse. In de moderne R&B heette de nieuwe hit: ‘Neighbors know my name’, van Trey Songz. De populaire zanger was erin geslaagd om een nieuwe variant te bedenken op een onderwerp dat al miljoenen malen was bezongen. Respect.
In ‘Neighbors know my name’ was Trey zo getalenteerd in het bedrijven van de liefde dat de buren uit protest op de muur begonnen te bonken. Wanneer hij een dame onder handen nam, schreeuwde ze zo hard zijn naam dat alle buren wisten hoe hij heette.
Voor zover het gesprek niet over de aanwezige vrouwen ging, was het een dialoog over vrouwen in het algemeen.
Glen trok de grens bij 1980. Een goede vrouw was niet later geboren dan in 1980.
Greg had een theorie waar de rest van het gezelschap zich in kon vinden. Soms hebben vrouwen een grote bil en dan denk je dat die hard is, maar als je het aanraakt blijkt het zacht te zijn. Dat is een teleurstelling, maar het blijft een grote bil en daar valt alleen maar waardering voor op te brengen.
Glen en Greg waren allebei vrijgezel. Ze waren even oud als hun Nederlandse vriend, de veertig kwam in zicht. Iedere keer dat je ze sprak, hadden ze een nieuwe vriendin. Altijd ging het om vrouwen die in het bezit waren van alle eigenschappen die ze zochten. Intelligente en sympathieke zwarte vrouwen, goed opgeleid, met hoge banen in het bedrijfsleven en het uiterlijk van een fotomodel.