Hoe de ijsvogel blauw werd(6)
Hoe langer de staart van een mannetje, hoe populairder hij is bij de vrouwtjes. Boerenzwaluwen leven op het rustige platteland bij boerderijen waar veel insecten voorkomen. Ze broeden in schuren, onder afdakjes en bruggen en brengen twee nesten groot. Jaarlijks keren ze terug naar dezelfde nestplaats. In één zomerseizoen verschalkt een zwaluwgezin wel een miljoen, vooral grotere insecten! Van half april tot eind september vliegt de boerenzwaluw vrolijk duikelend en kwetterend in onze streken; ze overwintert in Midden- en West- Afrika, zo’n 8000 km hiervandaan.
9 Het vergeet-mij-nietje
Hoe een vergeetachtige plant zijn naam kreeg
In de zomermaanden kunt u in wegbermen, aan bosranden, slootkanten en op weiden de talloze kleine, blauwe bloemetjes van het vergeet-mij-nietje zien bloeien. Hebt u zich wel eens afgevraagd hoe het aan die bijzondere naam is gekomen? Daarover doen verschillende verhalen de ronde. Onderstaand een van de oudste.
Bij de schepping kregen de planten van God niet alleen een vorm, een geur en een kleur, maar ook een naam. Eén van de planten had kleine blauwe bloemen en een prachtig geel hartje. Het waren hectische dagen, die scheppingsdagen, en het plantje keek met grote ogen naar wat er allemaal om hem heen gebeurde. Dat nam hem zo in beslag dat hij niet oplette toen alle planten een naam vroegen. Uiteindelijk hadden alle planten een naam gekregen, maar hij was zijn eigen naam vergeten. ‘Weet jij toevallig hoe ik heet?’ vroeg hij aan alle grote en kleine planten, ‘ik ben mijn naam vergeten.’ Maar geen enkele plant kon het hem vertellen. Na lang aarzelen ging het bloemetje ten slotte naar God en zei: ‘Ik ben een beetje dom, ik weet niet meer hoe ik heet.’ De Schepper keek hem hoofdschuddend aan en antwoordde: ‘Het is niet erg dat je je naam vergeet, maar vergeet mij niet ...’ Beschaamd kroop het plantje weg tussen het hoge gras. En daar staat hij vandaag de dag nog steeds, een beetje verscholen tussen andere planten.
Maar altijd steekt hij zijn helderblauwe kopjes tussen de begroeiing omhoog. En als iemand vraagt hoe hij heet, antwoordt hij beschroomd: ‘vergeet-mij-niet’. En dat is een naam die iedereen kan onthouden.
Het vergeet-mij-nietje behoort tot de familie van de ruwbladigen, waar ook het slangenkruid, het longkruid en de smeerwortel onder vallen. Kenmerkend voor deze familie zijn de ruwe haren op bladeren, steel en zaadjes. Om de haren van het vergeet-mij-nietje te zien heeft u een loep nodig. De zaadjes worden verspreid doordat ze zich via de stugge haren (klitjes) vasthaken aan dieren die langslopen en die ze zo meenemen. In Nederland en Vlaanderen zijn zeven soorten vergeet-mij-nietjes. De moeras- en de zomp-vergeet-mij- nietjes staan op vochtige grond en de zaadjes worden vooral verspreid via het water. De andere vijf groeien op open, droge aarde. Vliegen zorgen voor de bestuiving van de bloemen.
10 De leeuwerik
Waarom de leeuwerik zo hoog vliegt
Engelen en heiligen spelen een hoofdrol in de hemel. In lang vervlogen tijden bekleedde de leeuwerik daar eveneens een belangrijke functie, maar dat is misgegaan. Sindsdien vliegt hij zingend vrijwel recht omhoog tot hij niet meer te zien is. Hij lijkt naar de hemel te vliegen. En dat is ook zo.
Als zielen na het aardse bestaan opstijgen naar het hiernamaals, kloppen ze zonder uitzondering hoopvol aan bij de grote gouden hemelpoort. Voor die gouden deur is het een drukte van belang, alle doden proberen op eerlijke dan wel slinkse wijze binnen te komen. Lang niet iedereen mag naar binnen, alleen de mensen die een rechtvaardig leven hebben geleid worden deelgenoot van het hemelse paradijs. De hemelpoortbewaker moet dus sterk in zijn schoenen staan.
Tot het begin van onze jaartelling was de leeuwerik de bewaker: een energieke en rusteloze vogel die uitbundig zingend zijn werk deed. Hij moest voorkomen dat menige slechte ziel op sluwe wijze wist binnen te komen. Door de stress die dat veroorzaakte, begon de vogel steeds meer te vloeken.
Toen Jezus in het jaar 33 naar de hemel opsteeg en de eindeloze stroom hoopvolle en angstige zielen passeerde, hoorde Hij bij de poort de leeuwerik vloeken. Dat was voor Hem onaanvaardbaar en Hij deed zijn beklag bij Zijn Vader, die de leeuwerik direct uit zijn functie onthief en hem terugstuurde naar de aarde.
De leeuwerik was boos en ontdaan over zijn ontslag en de gedwongen terugkeer naar het zware aardse bestaan. Daarom probeert hij nog steeds terug te keren naar de hemel, maar zijn opvolger, Petrus, is streng en stuurt hem steeds terug. Daarom ziet u tot de dag van vandaag de leeuwerik hoopvol jubelend in een vrijwel rechte lijn naar de hemel vliegen. Maar als hij boven is, duwt Petrus hem onverbiddelijk naar beneden en dwarrelt hij al vloekend naar de aarde terug.
De leeuwerik komt in heel Europa voor, vooral de veldleeuwerik en in veel mindere mate de boom- en de kuifleeuwerik. De veldleeuwerik leeft in rustige open gebieden als weides, bouwland, heide en de duinen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was zijn jubelende gezang overal op het platteland te horen en was hij na de huismus en merel de meest voorkomende broedvogel. Hun aantal is zowel in België als in Nederland nu met 90% gedaald ten opzichte van 1970 en neemt nog steeds af door intensivering van de landbouw en verandering van het landschap.