Reading Online Novel

Het Zevende Kind(94)





*



De geluidstechnicus zette de motor af en opende de deur van de wagen. Hij stapte uit en keek om zich heen.

Peter Trøst bleef even op de achterbank zitten. Hoewel de productiewijze van de concurrerende tv-kanalen een steeds grotere efficiëntie on location vereiste en daarmee steeds minder mensen in de afzonderlijke teams, werkte het hoofd van de nieuws- en entertainment-afdeling van Channel dk met zowel een geluidstechnicus, cameraman als productieassistente – zoals in de goede oude tijd.

Peter Trøst leunde even achterover en sloot zijn ogen. Hier in de wagen, vlak voor opname, was hij altijd in zijn element geweest. Hij genoot van de geur van leer en rubber, de apparaten die aanstonden en de sigarettenrook die om hen heen hing; het gevoel dat alles aan en klaar stond, en gereed was voor actie. Channel dk’s omgebouwde Chevrolet was mooier en duurder dan de meeste wagens in de branche, en had meer outillage en zendvermogen dan welke andere tv-wagen in het land dan ook, aangezien hij betaald was door het genereuze moederstation in de Verenigde Staten.

Peter Trøst stapte uit en sloot het portier – langzaam, bijna geluidloos, alsof hij bang was dat het geluid een slapend dier in het struikgewas onder de beukenbomen zou wekken, maar er was niets en niemand te bekennen.

Hij keek op. Het huis stond er net zo bij als de laatste keer dat hij het bezocht had – slechts een paar weken na zijn zestiende verjaardag. Zijn moeder had hem zoals gewoonlijk bij zijn hand gepakt en met schorre stem gezegd: ‘Dit hier was je eerste thuis, Peter. Dat moet je nooit vergeten.’ Voor het grootste deel van zijn leven hadden zijn eigen ouders niet anders geprobeerd.

De avond ervoor had hij in de villa in Rungsted samen met zijn moeder op de televisie een reportage over Rebild Bakker gezien waarin een stel in oorlogskleuren beschilderde roodhuiden van de theatergroep Solvognen een paar honderd gegoede burgers aanvielen die de Amerikaanse Onafhankelijkheidsdag vierden. Dat was zijn eerste kennismaking met het feit dat een simpele gedachte, omgezet in actie – en vervolgens in beelden – de grote televisiepoorten wijd open kon doen zetten, en zo elke uithoek van Denemarken kon bereiken. Het wonder was niet de actie zelf, maar het feit dat de wereld zich zo onvoorwaardelijk openstelde. De dag dat hij Kongslund voor de laatste keer bezocht, was ook de dag dat hij zijn besluit had genomen om televisiejournalist te worden.

Hij gebaarde naar de geluidsman, die zijn sigaret doofde. De productieassistente stond al op de stoep en klopte met haar vuist op de voordeur, hoewel er een deurbel in het kozijn aan de linkerkant zat. Het geluid galmde na, alsof het huis met tegenzin antwoordde, diep in zijn met klimop begroeide ziel.

Hij was volgens Magna in het Rigshospital ter wereld gebracht door een onbekende vrouw die op een avond rond zevenen van hem bevallen was en hem onmiddellijk daarna uit het kraambed had laten verwijderen. Ze hadden hem in een bedje gelegd, in absolute duisternis, als een stuk tere stof dat te broos was om aan te raken. Ze hadden hem in een wereld achtergelaten die geen begin of einde had, en waarin je heel scherpe oren moest hebben om de zachtmoedige geluiden van Onze-Lieve-Heer aan de andere kant van de muur te horen.

Negen maanden later was hij door zijn nieuwe ouders geadopteerd. Ze hadden hem de voornaam Peter, de tweede naam Troest en de achternaam Jochumsen gegeven; dat waren de namen die hij alledaags en eenvoudig had gemaakt toen hij afstudeerde in de journalistiek, omdat het destijds je carrière ten goede kwam als je jezelf voordeed als afkomstig uit het gewone volk – misschien zelfs wel uit de arbeidersklasse. De meeste Denen kenden hem tegenwoordig alleen onder de artiestennaam Trøst, en Jochumsen was tot Jørgensen geworden. Er was bijna niemand die iets van zijn weg vanuit het kindertehuis naar het rijkeluishuis afwist, want hij had altijd geweigerd om vragen over zijn privéleven te beantwoorden.

Al vroeg had zijn moeder een bijzondere voorliefde ontwikkeld voor de meest kwetsbare en delicate gewassen van deze wereld; overal plantte ze kleine, zeldzame bomen en struiken die tegen stokken stonden of met binddraad waren opgebonden om überhaupt de zon te kunnen bereiken: zwarte populieren, moerascipressen, meidoorns, Japanse kersen en zelfs een Kaukasische esdoorn met rode zomerscheuten. Deze tere planten hadden zijn moeder alle normale jongensbezigheden doen uitbannen, zoals voetballen, vliegeren, frisbeeën, boogschieten – en ten slotte ook rennen. Het was alsof ze haar zoon wilde dwingen om rustig op het bankje in de schaduw van de iep te blijven zitten. Dat was de plek waarop Peter voor het eerst met My sprak over de beschuldigingen die rector Nordal jegens hem had geuit.

Vlak na het schandaal was My’s vader steeds verder in zichzelf gekeerd. Hij was zwijgzamer geworden dan ooit. Rector Nordals overwinning had zijn anders zo rechte rug gebogen, totdat die op een winter was geknakt als een rietje. Dat choqueerde My, die jarenlang had geloofd dat zijn vader onbuigzaam, onkwetsbaar en onmogelijk te breken was. Op de bank vertrouwde hij Peter de kostbaarste ervaring van zijn jeugd toe en gaf die ongeveer als volgt weer: ‘Als een man... als mijn vader... de droom heeft om vooruit te komen in deze wereld, dan bouwt hij deze droom op rond een paar eenvoudige woorden en deze woorden blijft hij maar in zijn hoofd herhalen. Ik heb mijn vaders woorden ’s nachts gehoord wanneer hij in zijn slaap praatte...’