Reading Online Novel

Gijp(14)



-Had Ruud geen last van?

‘Welnee. Die was altijd ontspannen. Ik heb echt een leuke tijd met die jongen gehad. Het was gezellig op onze kamer. We spraken over alles, behalve over voetbal. De rolverdeling was ook duidelijk. Ruud was het mannetje, ik was het vrouwtje. Bij mij moet natuurlijk alles recht staan, opgeruimd, geordend. Dat had Ruudje niet. Dus die flikkerde bij binnenkomst zijn tas in de hoek en dan ruimde ik het op. Zo ging dat. Of ik ging mijn tanden poetsen en dan vond ik weer zo’n pluk rasta-haar in de wasbak. Had hij zijn haartjes geknipt en kon ik het opruimen. Maar ik vond het niet erg. We konden veel van elkaar hebben.’





18. ‘Ik hou alles klein, maar bij Ruudje kan het juist niet groot genoeg zijn’




Hoewel een deel van het grote publiek de indruk heeft dat René van der Gijp een man is die graag in een overvol café op de toog gaat staan om moppen te vertellen, is hij in werkelijkheid iemand die zijn dagen het liefst in de zelfgekozen afzondering van zijn huis doorbrengt. Hij is dan ook niet een man met een uitgebreide vriendenkring. Zijn beste vriend is waarschijnlijk Casper van Eijk, op de voet gevolgd door acteur Maarten Spanjer, spelersmakelaar Rob Jansen en voetbaltrainer Mario Been.

‘Casper is oncoloog in het Erasmus Medisch Centrum’, zegt Van der Gijp. ‘Echt een heel intelligente jongen. Ooit was hij de jongste professor van Nederland. Met Caspertje kun je lachen. Hij ziet ook de hele dag gekke dingen om zich heen. Van de week belde hij nog op. “Je moet er eens op letten, Gijp”, zei hij toen, “maar wist jij dat grensrechters hun warming-up altijd met hun vlag doen, nooit zonder?” Dat vind ik nou leuk, dat soort dingen. We spreken elkaar elke dag. Casper en ik delen dezelfde kijk op het leven. We zijn er allebei van overtuigd dat je in dit bestaan zelf niet zo heel veel te willen hebt, dat het er vooral op aankomt dat het je allemaal een beetje meezit. Dat komt bij hem natuurlijk ook door zijn werk. Casper ziet het bewijs elke dag in zijn wachtkamer. Het kan bij hem voorkomen dat hij twee mensen met een identieke vorm van kanker precies gelijk behandelt. Maar dan is de één na drie maanden helemaal opgeknapt en vertrekt met een twintig jaar jongere vriendin naar de Canarische Eilanden, en de ander is dood. Als je dat week in, week uit meemaakt, dan leer je vanzelf wel dat je niet altijd de regie over het leven hebt. Dat veel ook aankomt op een beetje geluk.’

‘Ik heb bewondering voor wat hij doet. Casper heeft geen beroep, maar een roeping. Hij staat elke morgen om vijf uur op. Om zes uur in de ochtend heeft hij zijn eerste operatie al. Bel hem om acht uur ’s avonds en hij zit nóg in dat ziekenhuis. Dat zegt veel. Ik ben nog nooit om vijf uur opgestaan. Maar hij rijdt in het weekeinde nog even in z’n gewone kleren op zijn fietsje naar het ziekenhuis, om een van zijn patiënten een dag na de operatie te vragen hoe het gaat. Dat vind ik bewonderenswaardig. Ik ben trots op die gozer. Meen ik echt. Hij heeft Steve Jobs nog geopereerd. Kwam helemaal uit Amerika over met een privéjet, omdat hij door Casper geholpen wilde worden. Ik geloof dat ze heel Rotterdam Airport voor die man hebben stilgelegd. Soms ga ik naar een lezing van Casper. Over tumoren bijvoorbeeld. Hoe die dingen ontstaan, hoe ze groeien, wat je er tegen kunt doen. Vind ik interessant. Ik ben ook bij zijn benoeming tot hoogleraar geweest. Na afloop stonden we even na te praten. Kwam er zo’n andere gozer met zo’n rare muts bij staan. “Wij staan hier niet omdat jij zo’n goede arts bent”, zei hij tegen Casper, “maar omdat niemand beter met patiënten omgaat dan jij.” Vond ik mooi. Is toch prachtig om te horen over een vriend ?’

‘Caspertje, Mario, Maarten en Rob, dat zijn mijn vrienden. Al heel lang. Daar komt weinig tussen. We zijn loyaal aan elkaar, maar niet klef. We claimen elkaar niet. Getver, nee. Maar ik doe er wel moeite voor om de boel een beetje bij elkaar te houden. Het zijn mooie gasten, joh. Alle vier.’

René van der Gijp eist niet veel van zijn vrienden. Dat past ook niet in zijn levensfilosofie. Die bestaat eruit om niet al te veel te verwachten, want dan valt alles sneller mee. Hij probeert teleurstellingen bij voorbaat uit te sluiten, een wat merkwaardige vorm van zelfbescherming die een lenige geest vereist. Toch is er wel een minimum aan de loyaliteit die hij vraagt. Als dat niet wordt gehaald, is de vriendschap voorbij. Ook al heet je Louis van Gaal. Of Ruud Gullit.

‘Ruud en ik hebben nog steeds wel contact, maar veel minder dan vroeger. Vanaf onze tijd bij PSV waren we dik. Maar hij leidt nu zó’n ander leven dan ik. Tegenovergesteld bijna. Ik zit het liefst alleen binnen en hou het allemaal zo rustig mogelijk. Maar Ruudje is zo niet hè? Die is het liefst 24 uur per etmaal onder de mensen. Hij vliegt nog steeds de hele wereld over, altijd op zoek naar meer. Ik zit het liefst thuis. Ik hou alles klein. Bij Ruudje kan het juist allemaal niet groot genoeg zijn.’