Reading Online Novel

Getuige(72)




Onder het platte dak van het Statoil-tankstation stopt een witte Opel en een vrouw met een lichtblauwe gebreide trui stapt uit, draait zich kordaat naar het apparaat waar je de betaalpas in moet stoppen en zoekt in haar schoudertas.

Ari Määtilainen wendt zijn blik van de vrouw af om twee dikke grilworsten op een bedje van aardappelpuree met texassaus en geroosterde ui te leggen. Hij kijkt de dikke motorrijder die op het eten wacht even aan en zegt zonder nadenken dat hij koffie of Coca-Cola uit de automaat kan pakken.

Diverse ritsen op het leren jack van de motorrijder schrapen tegen de glazen ruit van de toonbank als hij naar voren buigt om het eten aan te pakken.

‘Danke,’ zegt hij en hij loopt naar de koffieautomaat.

Ari zet het geluid van de radio ietsje harder en ziet dat de vrouw in de lichtblauwe trui een stapje opzij heeft gedaan terwijl de benzine de tank van de Opel in loopt.

Ari luistert naar de nieuwslezer die verslag uitbrengt over de opzienbarende ontvoering.

‘De zoektocht naar Vicky Bennet en Dante Abrahamsson is gestaakt. De politie van Västernorrland is terughoudend maar bronnen bevestigen dat wordt gevreesd dat de vermisten zaterdagochtend al zijn omgekomen. Er is kritiek geuit dat de politie een opsporingsbericht heeft laten uitgaan. Wij hebben geprobeerd Carlos Eliasson, chef rijksrecherche, te bereiken voor commentaar...’

‘Potverdomme,’ fluistert Ari.

Hij kijkt op het Post-itbriefje dat nog naast de kassa ligt, pakt de telefoon en belt nogmaals het nummer van de politie.

‘Politie, Sonja Rask,’ antwoordt een vrouw.

‘Hallo,’ zegt Ari. ‘Ik heb ze gezien... ik heb het meisje en het jongetje gezien.’

‘Met wie spreek ik?’

‘Met Ari Määtilainen... ik werk bij het Statoil-tankstation, in Dingersjö... ik zat net naar de radio te luisteren en toen hoorde ik zeggen dat ze zaterdagochtend zouden zijn omgekomen, maar dat is niet zo, ik heb ze hier in de nacht van zaterdag op zondag gezien.’

‘Bedoel je Vicky Bennet en Dante Abrahamsson?’ vraagt Sonja sceptisch.

‘Ja, ik heb ze hier die nacht gezien, het was al zondag, dus ze kunnen in ieder geval niet op zaterdag zijn omgekomen zoals ze op de radio beweren.’

‘Heb je Vicky Bennet en Dante Abrahamsson op...’

‘Ja.’

‘Waarom heb je dan niet meteen gebeld?’

‘Dat heb ik wel gedaan, ik heb met een agent gesproken.’

Ari herinnert zich dat hij zaterdagavond naar Radio Gold had zitten luisteren. Het opsporingsbericht was toen nog niet uitgegaan, maar de lokale media hadden de bevolking gevraagd om naar het meisje en het jongetje uit te kijken.

Om elf uur was er een vrachtwagen op de parkeerplaats achter de dieselpompen gestopt.

De chauffeur had drie uur geslapen.

Het was midden in de nacht geweest, kwart over twee, toen hij ze zag.

Ari keek op het scherm met de beelden van de bewakingscamera’s. Op een zwart-witbeeld was de vrachtwagen vanuit een andere hoek zichtbaar. Het grote vehikel was gestart en weggereden, waarna het tankstation er verlaten bij lag. Plotseling zag Ari een gestalte aan de achterkant van het gebouw, vlak bij de uitgang van de autowasstraat. Het waren niet één maar twee mensen. Hij staarde naar het scherm. De vrachtwagen maakte een bocht en reed naar de uitrit. Het licht van de koplampen scheen door het grote raam naar binnen en Ari verliet zijn plek achter de toonbank en rende om het gebouw heen. Maar ze waren al verdwenen. Het meisje en het jongetje waren weg.





78


Joona parkeert voor het Statoil-tankstation in Dingersjö, driehonderdzestig kilometer ten noorden van Stockholm. Het is een zonnige dag, er staat een frisse bries en rafelige reclamevlaggen wapperen in de wind. Joona en Disa zaten samen in Villa Källhagen te lunchen toen hij een nerveus telefoontje van politieassistente Sonja Rask uit Sundsvall kreeg.

Joona gaat de winkel binnen. Een man met diepliggende ogen en een Statoil-pet op is bezig pockets in een metalen stellingkast te zetten. Joona kijkt naar de lichtborden met menu’s en dan naar de glanzende worsten die ronddraaien in de mechanische gril.

‘Wat mag het zijn?’ vraagt de man.

‘Makkarakeitto,’ antwoordt Joona.

‘Suomalainen makkarakeitto,’ zegt Ari Määtilainen glimlachend. ‘Mijn oma maakte altijd worstsoep toen ik klein was.’

‘Met roggebrood?’

‘Ja, maar hier verkoop ik helaas alleen Zweeds eten,’ zegt hij terwijl hij naar de hamburgers wijst.

‘Ik ben hier niet om te eten – ik ben van de politie.’

‘Dat begreep ik al... ik heb in de nacht dat ik ze zag al met je collega gesproken,’ zegt Ari en hij maakt een gebaar naar het scherm.

‘Wat had je gezien toen je belde?’ vraagt Joona.