Reading Online Novel

Geen tijd voor een kus(65)





Daaraan wilde hij echter niet denken, en hij moest zich concentreren op zijn taak. Zo snel mogelijk wilde hij een lijst opgesteld hebben van mogelijke verdachten. Hij dacht aan de brieven die Dave hem had laten zien.

Kijk of je me ziet.

Wacht op me.

Luister of je me hoort.

Vergeleken bij de brieven die Mrs. Ambroses’ dochter had gevonden, waren de brieven die Cassie had ontvangen intiemer, en daardoor op de een of andere manier dreigender.

Het suggereerde ook dat de moordenaar iemand was die Cassie kende, iemand die haar in de gaten hield omdat haar reactie op de brieven hem opwond - deel uitmaakte van zijn dodelijke spel.

Dus moest hij zo veel mogelijk te weten zien te komen van Cassie, te beginnen met alle mannen die ze kende in de leeftijdscategorie van twintig tot veertig. Uitsluiten kon altijd nog.





‘Maar dat is zo ongeveer iedere man in de stad in die leeftijdsgroep,’ merkte Cassie verbijsterd op toen ze zijn verzoek hoorde.



Ze zaten in de auto, op weg naar haar ouderlijk huis na een lange werkdag.

‘Vermoedelijk niet,’ antwoordde McCall. ‘Er zijn vast nieuwkomers in de stad en mensen die je niet echt kent. Beperk je tot de mensen die je van naam kent, dan laten we Suzy daarna de patiëntendossiers doornemen, en voegen we de namen toe van de mannen die je de afgelopen paar jaar hebt behandeld.’

‘Dat kan ik Suzy niet laten doen. Ze zal zich afvragen wat de reden is.’

‘Zeg dan maar dat het een onderzoeksproject is,’ stelde McCall voor.

Ze keek hem van opzij aan. ‘Ik neem aan dat dat in zekere zin waar is,’ zei ze. ‘Ik vind het wel verontrustend dat je zo makkelijk met geloofwaardige leugens op de proppen komt. Ik vraag me af of ik wel iets van wat je zegt, kan geloven.’

Toen ze de oprit op reed, verscheen een groot witgeschilderd houten huis voor hun ogen. Terwijl Cassie de auto parkeerde, verscheen er een jongetje van achter een struik, met zijn arm om de hals van een labrador geslagen.

‘Hoi, Ethan!’ riep Cassie.

Hoewel de hond zich omdraaide om naar haar te kijken en geestdriftig te kwispelen, bleef de dreumes doorlopen.

‘Blondie brengt me naar huis,’ zei hij. ‘Ik was verdwaald en ik heb Blondie gezegd dat ze me naar huis moest brengen.’

‘Daarna komt ze mij ophalen,’ klonk een stemmetje van achter de struik.

‘Mijn neefjes Ethan en Isaac,’ deelde Cassie vol trots mee. ‘Isaac, kom eens tevoorschijn om goedendag te zeggen tegen iemand die hier komt logeren.’

‘Nee, ik ben verdwaald.’

Cassie haalde haar schouders op. ‘Ze zijn hier nog niet zo lang, maar we hebben al ontdekt dat het makkelijker is om honden af te richten dan kinderen.’

Ze ging hem voor naar de deur die Ethan en de hond binnen waren gegaan. Algauw bevonden ze zich in een ouderwetse bijkeuken.

‘Het is een echte plattelandsgewoonte om via de achterdeur naar binnen te gaan,’ legde Cassie uit.

Ze schoof de hondenmand opzij om de weg vrij te maken naar de drie treden die naar de keuken leidden. Het was een ruim vertrek, maar op dat moment vol, voornamelijk door de lichte commotie die de nieuwe binnenkomers veroorzaakten. De ‘verdwaalde’ jongen en zijn hond werden omhelsd door een tiener die, ondanks haar zwart geverfde haren, sprekend op Cassie leek en dus haar jongere zus moest zijn. Verder was er nog een vrouw van halverwege de vijftig aanwezig die aan tafel erwten zat te doppen, en aan het fornuis stond Abigail Carew, Cassies moeder, met wie McCall eerder op de dag al kennis had gemaakt.

‘Dit is hij dus!’ riep de jongste van de aanwezige vrouwen uit. ‘Tjonge, zijn wij even blij dat je hier komt logeren. Maar je moet of heel dapper óf heel dom, óf echt smoorverliefd op Cassie zijn om je in dit huis vol met vrouwen te wagen.’

‘Die flapuit is Anne, mijn jongste zus,’ zei Cassie, terwijl ze de bewuste persoon vernietigend aankeek. ‘En dit is Gwen, een soort kindermeisje voor de tweeling en de bewaker van ons gezond verstand. Mijn moeder heb je al ontmoet. Ethan, dit is McCall.’

‘Man!’

McCall draaide zich om en zag dat de tweede helft van de tweeling hen naar binnen was gevolgd, en hem nu vanuit de deuropening aandachtig bestudeerde. Hij bedacht dat een man hier in huis inderdaad een zeldzame verschijning moest zijn.

‘McCall! Een fantastische naam!’ Anne zette de peuter neer en stak haar hand uit. ‘Ik ben zo blij je te zien dat ik je wel zou willen kussen maar dat zou Cassie vast niet waarderen. Het is heel goed dat je hier komt logeren. Niet alleen voor Cassie, die een oude vrijster dreigt te worden en nooit over die sukkel van een Ross heen leek te zullen komen, maar ik heb ergens gelezen dat het voor kleine jongens slecht is om zonder mannelijke invloed op te groeien. Omdat Cassie zo’n oen is met relaties, heb ik er al over gedacht mijn vriendje Brad vaker hier te laten komen maar dat vindt hij eng. Hij vindt het angstaanjagend om een huis vol met vrouwen te bezoeken.’ Nadat ze McCall even goed had opgenomen, voegde ze eraan toe: ‘Jij ziet er niet uit alsof je snel bang bent.’