Geen tijd voor een kus(143)
De echografie liet een kindje zien dat weliswaar klein was, maar verder goed gezond leek te zijn. Er was genoeg vruchtwater, en er waren geen zichtbare afwijkingen. Noah was ervan overtuigd dat ze Minnie met een gerust hart in Kareela konden laten blijven.
‘Ik geef je nu iets waardoor de weeën worden afgeremd,’ zei hij tegen Minnie. ‘Verder blijven we het hartje van de baby controleren. Er blijft steeds een zuster bij je in de buurt voor het geval dat de weeën erger mochten worden. Maar als je dat liever hebt, kunnen we je ook per helikopter naar Brisbane laten brengen. Daar kun je, als er iets ernstig mis mocht gaan, geholpen worden door een specialist.’
‘Ik wil niet naar Brisbane,’ fluisterde Minnie, precies zoals Noah had voorzien. ‘Behalve als het echt niet anders kan.’
Marion gaf Noah een knikje alsof ze wilde zeggen: oké, je had gelijk. Samen met een leerling-verpleegster bracht ze Minnie naar een van de vertrekken die dienst deden als kraamkamer.
Noah nam de verschillende bloed- en urinemonsters die er van Minnie waren genomen mee naar het laboratorium om ze te onderzoeken. Als er geen ernstige afwijkingen bleken te zijn, zou hij kunnen beginnen met weeënremmers. De meeste proeven kon hij zelf doen, maar hij zou voor alle zekerheid ook een paar monsters naar Brisbane sturen om zijn bevindingen te laten bevestigen.
Ook zonder dat hij zijn hoofd ophief van de micro scoop, wist hij dat het Jena was die even later het laboratorium binnen liep.
‘Marion vond dat ik moest zien wat jij hier allemaal aan het doen bent,’ zei ze.
Een zwakke geur van parfum of eau de toilette drong in zijn neusgaten. ‘Ik doe een paar proeven - niets spectaculairs.’
Hij deed een stapje opzij om de kleurenkaart te kunnen pakken waarmee hij de resultaten van zijn test kon aflezen - en ook om een eindje bij haar uit de buurt te blijven. Maar ze schoof gewoon met hem mee en tuurde door de microscoop waar hij zojuist bij was weggegaan.
‘Er is echt niets bijzonders te zien. Als jullie behoefte hebben aan sensatie moet je in het ziekenhuis van Brisbane zijn.’
Ze hief haar hoofd op en keek hem aan. ‘We zijn niet op zoek naar sensatie, maar naar de realiteit. Het doel van deze reeks reportages is juist om het verschil te laten zien tussen de meeste televisieseries en de werkelijkheid. Alle opnamen die hier worden gemaakt, worden als contrast gezet tegen een vergelijkbaar fragment uit een populaire televisieserie.’
‘Dat lijkt me een vergelijking als van melk met champagne - saai versus opwindend. Verwachten ze nu echt dat zoiets zal verkopen?’ vroeg Noah. Hij las het resultaat van zijn laatste proef af en begon zijn labjas uit te trekken.
‘Marktonderzoek heeft uitgewezen dat er wel degelijk vraag naar is,’ antwoordde Jena. ‘Hoewel ik me afvraag waar ze die informatie vandaan hebben gehaald. Waarschijnlijk van dezelfde groep die wordt ondervraagd om de kijkcijfers te bepalen.’
Noah glimlachte. ‘Bespeur ik daar een zekere minachting voor degenen die jouw loonzakje vullen, Jena?’ vroeg hij plagerig.
Ze liep achter hem aan het laboratorium uit. ‘Ik ben alleen maar realistisch,’ wierp ze tegen.
Hij lachte nu hardop.
‘Wat gaat er nu verder gebeuren met Minnie?’ vroeg Jena opeens tot zijn verbazing. Hij was zijn patiënte een ogenblik totaal vergeten. ‘Ik ga haar iets geven om de weeën af te remmen, en ik zal haar goed in de gaten houden. En dan maar hopen dat het allemaal goed afloopt.’
‘Dat laatste klinkt niet echt professioneel,’ zei Jena schertsend.
Hij lachte weer. ‘Nee, maar iedereen doet het zo.’
Jena knikte en liep weg, de hal door en daarna de trap op, naar boven. Ze begreep zelf niet waarom ze zich opeens zo terneergeslagen voelde.
Hoofdstuk 10
Nadat Minnie zo comfortabel mogelijk in haar bed was geïnstalleerd, herinnerde Noah zich zijn zelfverzekerde mededeling dat er een douche zou komen in Matts hut. Hij liep naar zijn telefoon en draaide het nummer van de loodgieter die bezig was in het huis van zijn tante.
‘Ik ben hier juist klaar,’ deelde de man mee. ‘Als je wilt, kunnen de jongelui al vanavond hier hun intrek nemen.’
En dan kan ik dus weer in mijn eigen huis gaan wonen, dacht Noah. Dan ben ik verlost van het boeiende, maar enerverende gezelschap van Jena Carpenter. Hij wist zelf niet of hij daar nu blij of bedroefd om moest zijn.
Hij vertelde de loodgieter wat hij van hem wilde en kreeg de verzekering dat er nog diezelfde dag een nieuwe watertank en een douche zouden worden geïnstalleerd.
‘Vandaag nog?’ vroeg Noah verrast. ‘In de stad zou zoiets minstens drie weken hebben geduurd.’
‘Voor jou, dok,’ zei de man, ‘zou ik zo nodig al mijn andere afspraken afzeggen. We zijn hier in Kareela ontzettend blij dat je bent gekomen. Een plaats die zo groot is als deze heeft toch een eigen ziekenhuis nodig. De mensen vinden het maar niets om voor ieder wissewasje helemaal naar het ziekenhuis in de stad te moeten.’