Reading Online Novel

Geen tijd voor een kus(132)



Jena wendde zich met een ruk naar hem toe. ‘Waarover?’

Hij grinnikte om de verbaasde toon van haar stem. ‘Over datgene waarover je zat te piekeren. Praten kan soms helpen.’

‘Probeer je soms weer de engel uit te hangen?’ vroeg ze argwanend. Ze sloeg haar armen over elkaar in een defensief gebaar dat hij zo langzamerhand begon te herkennen. ‘Je kunt je die moeite besparen, want dit is een kwestie waar zelfs een engel niets aan kan veranderen. Het is persoonlijk.’

‘Liefdesverdriet soms?’ vroeg hij, ook al voelde hij wel dat een engel nooit zo zou aandringen.

‘Dat gaat je niets aan,’ zei Jena vinnig. Toen hij geen antwoord gaf, ging ze op dezelfde toon verder: ‘En wat is dat eigenlijk voor vraag? Denk je soms dat dat het enige is waar een vrouw over in de put zou kunnen zitten? Heb je zo’n lage dunk van vrouwen?’ Nog voordat hij iets terug had kunnen zeggen, vervolgde ze: ‘Als je allang zo bent, zou het me niets verbazen als je in een vorig leven door een vrouw bent vermoord. Dat verklaart meteen hoe je een verdwaalde engel hebt kunnen worden.’

‘Kunnen we dat engel-gedoe alsjeblieft achterwege laten?’ vroeg Noah smekend. Hij had allang spijt dat hij dat gesprek met haar begonnen was. ‘Ik ben misschien een vervelende vent in jouw ogen, maar in ieder geval ben ik van vlees en bloed.’

Jena mompelde iets wat hij niet verstond. Al vanaf het eerste moment waarop hij haar had ontmoet, werd hij achtervolgd door fantasiebeelden van fraai gevormde, soepele ledematen, een licht gebruinde huid, een heerlijk parfum.

Maar dit was een vrouw die iedere man kon krijgen die ze hebben wilde. Er was dus weinig kans dat ze zou vallen op een gecompliceerde, meestal humeurige plattelandsdokter zoals hij.

Hij sloeg af en reed de zandweg op.

‘Heb je al met de politie gepraat? Gaan ze akkoord met de situatie zoals die nu is?’

Noah glimlachte. Had hij het goed verstaan? Daar zat hij, met zijn hoofd vol seksuele fantasieën, en ondertussen vroeg zij zich af hoe het er voorstond met zijn logés. ‘Ik heb vanmorgen met de hoofdagent gepraat. Hij heeft besloten de zaak te laten rusten.’

Jena zag dat er een glimlach om zijn mondhoeken speelde. Zou die glimlach nog breder zijn geweest als hij had geweten wat voor gedachten er door haar hoofd hadden gespookt voordat ze het gesprek op Rose en Greg had gebracht? Was hij modern genoeg om te kunnen accepteren dat vrouwen bepaalde gedachten koesterden over mannen, net zoals omgekeerd? Of zou hij geschokt zijn als hij wist hoe ondeugend haar lichaam reageerde op zijn nabijheid?

‘Ik zet jou hier af en ga dan even kijken hoe het met hen gaat,’ zei hij.

Jena schrok op uit haar gedachten. ‘Dus er wordt niet gezwommen vanavond?’ Daar had ze eigenlijk ook niet meer op gerekend, want het begon al te schemeren.

Maar tot haar verbazing antwoordde hij: ‘Misschien later. Het is bijna volle maan, dus het wordt niet echt donker. En we hoeven niet bang te zijn voor haaien, krokodillen of andere roofdieren, want die zitten niet in dit meer. Het is volkomen veilig.’

Volkomen veilig? Iets onveiligers dan zwemmen in een maanverlicht meer met deze man kon Jena zich nauwelijks voorstellen.

Maar ze was warm en bezweet, en de gedachte aan een koele duik was wel heel verleidelijk...

Noah stopte en ze stapte uit, blij dat ze even alleen zou zijn. Dan kon ze meteen controleren of ze geen lingerie en dergelijke in de hut had laten slingeren.

Toen ze de hut binnen liep en de tas zag liggen die -N o ah daar die morgen had gedeponeerd, zakte de moed haar echter weer in de schoenen. Het huisje had maar één kamer, met in de hoek een geïmproviseerd keukentje. Langs de muren stonden stretchers, die overdag gebruikt konden worden als bank en ‘s nachts als bed. Op de veranda aan de achterkant bevond zich een primitieve wc, die je na gebruik moest doorspoelen met een emmer water. Er was ook een douchebak, waarin ze zich - alweer met een emmer water - waste.

Het gebrom van een auto die kwam aanrijden over het mulle zandweggetje, attendeerde haar erop dat Noah er alweer aankwam. Jena liep naar haar ‘keuken’ en inspecteerde de koelkast. Ze had een heleboel vlees ingeslagen, waaronder een paar biefstukken en een pak luxe worstjes. Met een salade erbij zou dat een prima maaltijd opleveren.

‘Greg en Rose maken het uitstekend,’ deelde Noah mee, terwijl hij de hut binnen stapte. Hij keek om zich heen en floot zacht tussen zijn tanden. De invallende duisternis verdoezelde de armoedige staat van het interieur een beetje, maar toch was het duidelijk dat hij niet had gefloten om zijn bewondering te uiten. ‘Zal ik de lampen even aandoen?’ vroeg hij.

‘De lamp, bedoel je,’ verbeterde Jena. ‘Er is er maar één. Als je die wilt aandoen, graag. Ik ben altijd doodsbenauwd dat ik hem kapot laat vallen.’