Evermore(8)
Volgens mij heb ik me dat nooit afgevraagd, waarom ik?
Het is veel meer: waarom zij wel en ik niet?
Toch wilde ik haar ook weer niet kwetsen. Ze heeft al die moeite gedaan om mij onderdak te geven en me in huis te nemen. Ik kon haar niet laten merken dat al het werk en al die goede bedoelingen voor niets waren geweest. Dat het me niet kon schelen. Dat ze me net zo goed had kunnen afleveren in een krot en dat mij dat geen moer had uitgemaakt.
De rit naar het nieuwe huis was een waas van zon, zee en strand. Toen Sabine de deur opendeed en me meenam naar mijn nieuwe kamer, keek ik even vlug om me heen en mompelde iets dat klonk als een dankjewel.
‘Het spijt me dat ik je nu al alleen moet laten,’ zei ze toen. Ze wilde duidelijk graag terug naar kantoor, waar alles netjes en georganiseerd was en waar het in de verste verte niet leek op de ingestorte wereld van een getraumatiseerde tiener.
Zodra de deur achter haar dichtviel, wierp ik me op het bed met mijn gezicht in mijn handen en begon keihard te huilen.
Tot ik iemand hoorde zeggen: ‘Toe zeg, je moest jezelf eens zien. Heb je wel goed om je heen gekeken hier? De flatscreen, de open haard, de badkuip met bubbelbad? Hal-lo-o?’
‘Ik dacht dat je niet kon praten?’ Ik rolde op mijn zij en keek naar mijn jongere zusje. Dit keer was ze gekleed in een roze trainingspakvan het merk Juicy, droeg ze goudkleurige Nikes en een felpaarse, korte pruik als van een Japans stripfiguur.
‘Natuurlijk kan ik praten, doe niet zo raar.’ Ze zuchtte ongeduldig.
‘Maar de laatste paar keer...’ begon ik.
‘Ik wilde gewoon een geintje met je uithalen. Sorry, hoor!’ Met grote passen liep ze door mijn kamer. Ze liet haar vingers over het bureau glijden en raakte de gloednieuwe laptop en iPod aan die Sabine daar neergezet moest hebben. ‘Ik kan gewoon niet geloven dat dit nu je nieuwe kamer is. Het is zo ongelooflijk oneerlijk!’ Ze zette haar handen in haar zij en keek me kwaad aan. ‘En je waardeert het niet eens! Ik bedoel, heb je dat balkon eigenlijk wel gezien? Heb je ook maar de moeite genomen om het uitzicht te bekijken?’
‘Het uitzicht kan me niet schelen,’ zei ik, terwijl ik mijn armen over elkaar sloeg en kwaad terugstaarde. ‘En het is niet eerlijk dat je geintjes met me uithaalt door te doen alsof je niet kunt praten.’
Riley lachte alleen maar. ‘Je komt er wel weer overheen.’
Ik keek toe hoe ze door mijn kamer liep, de gordijnen openduwde en haar best deed om de glazen deuren open te schuiven. ‘Hoe kom je aan al die kleding?’ vroeg ik toen ik haar van top tot teen bekeek. Het was als vanouds: kibbelen en elkaar dingen kwalijk nemen. ‘Eerst kom je hier met mijn kleren aan en nu heb je opeens een trainingspak van Juicy? Ik weet zeker dat mama dat niet voor je gekocht heeft.’
Weer lachte ze. ‘Ja, hoor! Alsof ik mama’s toestemming nog nodig heb als ik alleen maar de grote, hemelse kast in hoef te duiken waar ik alles kan pakken wat ik wil. En nog gratis ook,’ zei ze met een brede grijns.
‘Echt waar?’ vroeg ik bijna gretig. Dat klonk als een goede deal.
Riley schudde haar hoofd en gebaarde dat ik naar haar toe moest komen. ‘Kom op. Kom eens hier en kijk eens naar je nieuwe uitzicht.’
Dat deed ik dan maar. Ik gleed van het bed af, veegde mijn ogen droog met mijn mouw en liep naar mijn nieuwe balkon toe. Ik stapte vlak langs mijn zusje op de stenen tegels. Mijn mond viel open toen ik eenmaal besefte wat ik daar zag.
‘Is dit soms weer een geintje?’vroeg ik, nog steeds starend naar het uitzicht dat een exacte kopie was van het ingelijste schilderij dat Riley me in het ziekenhuis had laten zien.
Toen ik me omdraaide voor een antwoord, was ze verdwenen.
Vier
Dankzij Rileys hulp is het me gelukt mijn herinneringen terug te krijgen. Ze vertelde me verhalen over de tijd waarin we nog klein waren en hielp me herinneren hoe het toen was, welke vrienden we toen hadden. Uiteindelijk kwam het allemaal weer boven. Ze heeft me ook geholpen dit nieuwe leven in het zuiden van Californië te waarderen. Ze was zo enthousiast over mijn gave, nieuwe kamer, mijn glimmend rode cabrio, de fantastisch mooie stranden en zelfs mijn nieuwe school. Het was misschien niet het leven dat ik het liefst had, maar ik realiseerde me dankzij haar dat het waardevol was.
We kibbelen nog steeds, we maken nog steeds ruzie en we werken nog steeds op elkaars zenuwen, net als vroeger. Maar om eerlijk te zijn houden haar bezoekjes mij overeind. Doordat ik haar nog steeds kan zien, is er één persoon minder om wie ik rouw. De uren die we samen doorbrengen zijn de beste van de dag.
Het probleem is dat zij dat ondertussen ook doorheeft. Dus elke keer wanneer ik begin over een van de onderwerpen waarover zij niet wil praten, zoals wanneer ik mama, papa en Buttercup te zien krijg of als ik haar vraag waar ze is als ze niet bij mij is, dan straft ze me door weg te blijven.