Reading Online Novel

Erfelijk belast(97)



‘Bent u bereid dit hek open te maken of niet?’ vroeg hij. ‘Zo niet, dan ben ik gedwongen een bevelschrift aan te vragen. Wat is daarop uw antwoord?’

‘Ik kom er zo aan,’ zei Lockhart. ‘Ik heb zo’n idee dat ’t gaat regenen en ik moet even een paraplu pakken.’ Meneer Mirkin staarde naar de wolkenloze hemel. ‘Hoe komt u er in godsnaam bij dat u een paraplu nodig heeft?’ schreeuwde hij door de intercom. ‘Er valt geen spoor van regen te bekennen.’

‘Oh, je weet maar nooit,’ zei Lockhart. ‘In deze contreien kan het weer heel plotseling omslaan. Ik heb wel vaker meegemaakt dat het zonder waarschuwing begint te gieten. ’ Op dat moment trok Dodd de schuiven aan de voet van de dam op en spoot een witte muur van water uit de enorme buizen. Een drie meter hoge vloedgolf raasde door de Kloof toen meneer Mirkin juist wilde uitroepen dat hij nog nooit zulke onzin had gehoord.

‘Ik zie geen spatje water... ’ begon hij, maar de woorden bestierven hem op de lippen. Om de hoek van de heuvel klonk een gruwelijk, aanzwellend geluid, deels gebruis en deels gedonder. Meneer Mirkin keek vol ontzetting toe. Het volgende moment rende hij als een haas langs zijn auto, het weggetje naar Black Pockrington op. Hij was te laat. De vloedgolf was inmiddels geen drie meter hoog meer, maar nog hoog genoeg om de ontvanger der inkomstenbelasting etcetera van zijn sokken en de auto van zijn banden te slaan, ze vierhonderd meter mee te sleuren door de vallei en de tunnel in te zuigen. Om precies te zijn werd meneer Mirkin door het water de tunnel ingezogen terwijl de auto klem kwam te zitten in de monding van de tunnel. Pas toen deed Dodd de schuiven weer dicht en na uit voorzorg de regenmeter aan de muur naast de dam zo’n zeven centimeter hoger te hebben gezet, keerde hij terug naar de Hall.

‘Ik denk niet dat-ie nog ’ns deze kant uitkomt, ’ zei hij tegen Lockhart die met genoegen naar het doorspoelen van de ontvanger had gekeken.

‘Daar zou ik maar niet al te zeker van zijn, ’ zei Lockhart terwijl Jessica, in de goedheid van haar hart, hoopte dat de arme man kon zwemmen.

Er was geen enkele goedheid meer in het hart van meneer Mirkin toen hij de tunnel zo’n anderhalve kilometer verder verliet en, na door diverse pijpleidingen en twee diepe bezinktanks te zijn gesleurd, gestuiterd, gerold en gezogen, uiteindelijk tot rust kwam in het relatief kalme water van het hulpreservoir aan de andere kant van de Knekelberg. Half verzopen en bont en blauw, doordrenkt van moordzucht en vooral van water, klauterde hij tegen de granieten oever op en strompelde naar een boerderij. De rest van de afstand naar Hexham legde hij per ambulance af en hij werd in het plaatselijke ziekenhuis opgenomen wegens shock, veelvoudige schaafwonden en dementia fiscalis. Toen hij weer tot spreken in staat was, liet hij meneer Wat komen.

‘Ik eis dat er een gerechtelijk bevel wordt aangevraagd,’ zei hij.

‘Maar we kunnen alleen een bevelschrift aanvragen als we voldoende bewijs voor belastingontduiking hebben om de rechter te overtuigen,’ zei meneer Wat, ‘en heel eerlijk gezegd…’

‘Wie heeft ’t over belastingontduiking, idioot?’ piepte meneer Mirkin. ‘Ik heb ’t over het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, poging tot doodslag...’

‘Alleen maar omdat het een beetje hard heeft geregend en u per ongeluk...’ begon meneer Wat.

De reactie van meneer Mirkin was zo heftig dat hij een kalmeringsmiddel moest krijgen terwijl meneer Wat languit op een bank in de polikliniek lag en zijn neus van boven stevig dichtdrukte om het bloeden te doen stoppen.



Meneer Mirkin was echter niet de enige die aan een gevoel van verlies leed. De ontdekking van wijlen mevrouw Flawse in een granaattrechter, omgeven door gouden souvereinen, was een hele schok voor Jessica.

‘Arme mammie, ’ zei ze toen een officier van de artillerie haar het droeve nieuws kwam meedelen, ‘ze had nooit veel richtinggevoel, maar het is in ieder geval prettig te weten dat ze niet heeft geleden. U zei toch dat ze op slag dood was?’

‘Absoluut,’ zei de officier. ‘We hadden eerst al ingeschoten en toen alle zes kanonnen een salvo afvuurden was het een regelrechte voltreffer.’

‘En u zegt dat ze was omringd door Souvereinen?’ vroeg Jessica. ‘Daar is ze vast erg trots op geweest. Ze was altijd een groot bewonderaarster van de Koninklijke familie en het is een hele troost om te weten dat ze bij haar waren in haar ogenblik van nood.’

Ze liet de officier enigszins perplex achter en wijdde zich weer aan een heel wat dringender kwestie, namelijk het bouwen van een nestje. Ze was twee weken zwanger. Het werd aan Lockhart overgelaten de majoor zijn excuses aan te bieden voor de overlast die was veroorzaakt doordat mevrouw Flawse niet had gekeken waar ze liep.