Een nacht in(9)
Ze schermde haar ogen af tegen het verblindende zonlicht waardoor je zelfs met een zonnebril op amper naar de gouden torentjes kon kijken, en keek hoofdschuddend naar Jake, die er al even betoverd uitzag. Hier hoefden ze verder geen woorden aan te verspillen.
Ze keek weer op en zag de indrukwekkende stenen uitkijktoren, die hoog boven de siertorentjes op het dak uit stak. Vroeger moest dit paleis een intimiderende en onneembare vesting zijn geweest. Het was niet moeilijk om je voor te stellen hoe het er toen had uitgezien. De buitenkant leek amper onderhevig te zijn aan invloeden uit de eenentwintigste eeuw.
Een slanke jongeman met waakzame amberkleurige ogen, gekleed in een traditionele jalabiya en een hoofdtooi die op zijn plaats werd gehouden door een kleurrijke agal, wachtte geduldig af tot de twee Europeanen uitgekeken waren. Hij heette Jamal, en was er trots op dat hij een bediende was van sjeik Kazeem Khan, had hij gezegd. Net buiten de stad had hij hen opgewacht, op de plek waar de taxi hen had afgezet. Ze waren de berg op gegaan in een kabelbaan, waarna ze in een comfortabele koets naar het paleis waren gebracht.
Gina was moe van de reis en had het warm, maar toch voelde ze zich opgewonden en wilde ze geen moment van dit avontuur missen.
‘We kunnen maar beter niet in de hitte blijven staan. Deze kant op.’ Jamal gebaarde naar een gewelfde doorgang van zandsteen. ‘Een andere bediende zal jullie naar de kamers brengen, zodat jullie even kunnen uitrusten. Daarna kunnen jullie je voorbereiden op de ontmoeting met Zijne Koninklijke Hoogheid.’
Gina’s vermoeidheid verdween op slag toen ze in haar vertrekken aankwam. Ze was al onder de indruk geweest van het bijgebouw waar ze bij de familie Hussein in had verbleven, maar dit… Dit leek wel het boudoir van een oosterse prinses. Het was weelderig ingericht met brokaat in alle denkbare kleuren, met voor de twee smalle ramen voile gordijnen die van het plafond tot aan de vloer reikten. Achter de gordijnen was een azuurblauw rolgordijn omlaag gerold, om de hitte en de felle zon buiten te houden, en de vloer was gemaakt van heerlijk koel marmer, waarop een Perzisch tapijt lag, dat rijkelijk bewerkt was met goud- en bronsdraad.
En dan het bed. Als Gina poëtisch was aangelegd, had ze er vast een sonnet over kunnen schrijven. Het was enorm, had rijkelijk bewerkte poten, en het hoofdeinde was gemaakt van rozenhout, met Arabische gravures erop. Op het bed lag een overvloed aan kussens van zijde en brokaat, in alle denkbare kleuren.
Ze plofte erop neer en slaakte een zucht van genoegen. Weer dreef er een bitterzoete herinnering aan Zahir haar hoofd binnen, en ze vroeg zich af of er een manier was waarop ze hem zou kunnen zien. Was het onredelijk te verwachten dat hij akkoord zou gaan haar te treffen?
Op de ochtend dat ze weer naar huis had gemoeten, had ze aan Mrs. Hussein willen vragen wie hij precies was en waar hij woonde. Maar Clothilde had het nogal druk gehad, en Gina had het bij nader inzien niet netjes gevonden om te vragen naar de charismatische man die zij simpelweg had leren kennen als Zahir.
Die ochtend was hij vroeg vertrokken, nog voordat ze zich had kunnen aankleden om naar het vliegveld te gaan. Toen hij haar bij het afscheid had omhelsd, waren ze allebei weer vervuld geraakt van verlangen, maar zij had hem haar telefoonnummer gegeven, en hij had beloofd haar de volgende dag te bellen. Het afscheid van hem was haar heel zwaar gevallen. Ze had haar onschuld aan hem geschonken, en zich voorgenomen altijd van hem te zullen houden, wat er ook zou gebeuren.
Er werd wel eens gezegd dat een vrouw haar eerste liefde nooit vergeet, maar voor Gina was hij haar eerste én enige liefde. Daarom zou ze nooit afstand kunnen doen van haar herinneringen aan die nacht. Maar het zou slechts bij herinneringen blijven, aangezien ze zijn uitnodiging om terug te gaan naar Kabuyadir had afgewezen. Zelfs nu nog kon ze maar amper geloven dat ze dat had gedaan. Door het verdriet om haar moeder en de zorgen om haar vader moest ze even niet bij haar volle verstand zijn geweest. De gedachte aan het verdriet en het ongeloof in Zahirs stem had haar sindsdien niet meer losgelaten.
Ze drukte haar gezicht in een zijden kussen en voelde tranen in haar ogen prikken, terwijl ze zijn naam prevelde, bijna als een gebed.
Eindelijk was Farida naar haar kamer gegaan, zodat Zahir zijn gasten uit Engeland rustig kon ontvangen. Het zou haar alleen maar van streek maken als ze wist dat hij het Hart van Onverschrokkenheid wilde verkopen. Ze was er immers van overtuigd dat het juweel echt voorspellende gaven had op het gebied van de huwelijken in de familie. Maar als ze weer een beetje tot zichzelf gekomen was, zou hij haar er vast van kunnen overtuigen dat het maar beter was om het juweel te verkopen.
Ze hadden een nogal roerige tijd achter de rug. Eerst hadden ze kort na elkaar hun ouders verloren, en daarna was Azhar, Farida’s man, omgekomen bij een auto-ongeluk in Dubai. Het enige wat Farida nu volgens Zahir nodig had, was rust en tijd om het te verwerken. Dat erfstuk, waarvan Zahir vermoedde dat er een vloek op rustte, zou haar daar niet bij helpen. En hem herinnerde het alleen maar aan wat hij was kwijtgeraakt. Hij had het vertrouwen in het juweel volledig verloren toen de vrouw voor wie hij was gevallen hem keihard had afgewezen.