Reading Online Novel

Een nacht in(2)



Toen hij haar gezicht zag oplichten, had hij opeens niet meer zo’n haast om Amirs feest te verlaten.

‘U zult het wel niet netjes van me vinden dat ik hier in mijn eentje zit, terwijl de andere mensen binnen zijn. Maar het afstuderen van de neef van Mr. Hussein is een vrolijke aangelegenheid, en dat wilde ik niet bederven door te zitten treuren. Het valt niet mee om je sociaal op te stellen als je verdrietig bent.’

‘Daar zal iedereen wel begrip voor hebben, Gina. Maar het is goed dat je toch even naar het feest gekomen bent. Als een familie hier iets te vieren heeft, is het gebruikelijk om zo veel mogelijk vrienden en kennissen uit te nodigen.’

‘Dat vind ook ik zo leuk aan de mensen hier: ze hebben hun familie hoog in het vaandel staan.’

‘En dat is niet zo waar jij vandaan komt?’

Ze haalde haar schouders op en wendde haar blik af. ‘Voor sommige mensen misschien wel, maar lang niet voor iedereen.’

‘Nu heb ik je weer verdrietig gemaakt.’

‘O, dat komt niet door u. Natuurlijk ben ik verdrietig omdat mijn moeder ziek is, maar eerlijk gezegd is onze band niet zo innig als ik wel zou willen. Mijn ouders zijn allebei academici, en ze houden zich veel liever bezig met feiten dan met gevoelens. Maar ik zal u niet langer vervelen met mijn problemen. Ik vond het heel prettig om kennis met u te maken, maar nu ga ik maar weer naar binnen.’

‘Daar is geen haast bij. Wil je misschien nog even bij me blijven? Wat er ook aan scheelt in ons leven, het is wel een mooie avond, vind je niet?’

Zahir legde zijn hand op haar arm, en ze zette grote ogen op. Die blik vond hij al betoverend, maar het gevoel van haar satijnzachte huid maakte hem onverwacht duizelig van verlangen. Het voelde alsof er een hete woestijnbries door zijn aderen waaide, en hij kon amper zijn ogen van haar afhouden.

‘Goed, ik kan nog wel even blijven. Het is inderdaad een prachtige avond.’ Ze sloeg haar armen over elkaar en deed een stap naar achteren, alsof ze zich er opeens van bewust werd hoe dicht ze bij elkaar stonden. ‘Bent u familie van Mr. Hussein?’ vroeg ze zachtjes.

Zahir zag een nieuwsgierige blik in haar ogen. ‘Ik ben geen bloedverwant, maar ik ben al heel lang bevriend met Amir, en ik beschouw hem als mijn broer.’ Met een respectvolle buiging zei hij: ‘Mijn naam is trouwens Zahir.’

Vanonder zijn dikke donkere wimpers zag hij dat ze bloosde. Kwam dat vanwege zijn buiging, of omdat hij alleen zijn voornaam had genoemd? Dat was in de westerse wereld misschien wel gebruikelijk als je elkaar op een feestje leerde kennen, maar zo gedroegen mannen van zijn stand zich normaal gesproken niet in Kabuyadir, en zeker niet als het de bedoeling was dat ze ooit het koningschap van hun vader zouden overnemen!

‘Zahir.’

Langzaam herhaalde ze zijn naam, op verwonderde toon. Haar sensuele stem deed hem huiveren.

‘Zelfs de namen klinken hier mysterieus en magisch,’ voegde ze er verlegen aan toe.

‘Kom,’ zei hij, terwijl hij het nog warmer kreeg bij het vooruitzicht haar een tijdje voor zichzelf te zullen hebben. ‘Laten we een stukje gaan wandelen. Het zou zonde zijn als niemand van die prachtige volle maan zou genieten, vind je niet?’

‘Word je niet gemist als je niet snel weer naar binnen gaat?’

‘Als de gastheer en de gastvrouw zich al storen aan mijn afwezigheid, zullen ze te beleefd zijn om daar iets van te zeggen. Trouwens, ik hoef aan niemand verantwoording af te leggen, behalve dan aan Allah.’

Daar had Gina geen weerwoord op.

Zahir keek omlaag naar haar smalle voeten. Haar teennagels waren in dezelfde kleur roze gelakt als haar jurk, en er ging een schok van opwinding door hem heen.

‘Als we gaan wandelen, heb je wel schoenen nodig.’

‘Die staan nog bij het bankje.’

Ze baande zich een weg door de groene bladeren en bedwelmende jasmijn, pakte haar donkerbruine platte sandaaltjes en trok ze aan.

Toen ze opkeek naar Zahir, viel er een goudkleurige lok voor haar voorhoofd. Die streek ze weg, en ze glimlachte. Voor het eerst in zijn leven was hij sprakeloos door de glimlach van een vrouw. Hij schraapte zijn keel en stak automatisch zijn hand naar haar uit. Toen zij de hare er vol vertrouwen in legde, raakte Zahir zijn besef van tijd volledig kwijt, en verdwenen het verdriet en de verwarring die hij had gevoeld sinds zijn moeder was overleden naar de achtergrond.

Gina bekeek zijn krachtige kaaklijn, zijn ondoorgrondelijke bruine ogen en zijn glanzende zwarte haardos, en ze wist dat ze verkocht was. In zijn lange donkere gewaad, een jalabiya, met een lichtbruine leren riem om zijn middel, zag hij eruit als een indrukwekkend lid van de hofhouding van een rijke kalief. Een goed getrainde soldaat of lijfwacht, misschien? Aan zijn lichaamsbouw te zien zou hij zichzelf en anderen goed kunnen beschermen.