Dubbel bedrog(134)
‘Heb je daarom vandaag Adam Fairfax meegenomen, Megan? Ik moet zeggen dat ik me al afvroeg waarom hij erbij is.’ Ze gaf zelf antwoord. ‘Om me te herinneren, natuurlijk, dat het geld dat ik eventueel uit Teds erfenis krijg, in feite aan de bank toebehoort.’
Megan kromp even in elkaar bij de onuitgesproken vijandigheid in haar moeders vraag. Instinctief ging ze naast Adam staan, en ze pakte zijn hand. Ze vond het een opluchting dat Adam niet alleen op haar moeder reageerde maar bovendien inging op de vijandigheid. Ze had schoon genoeg van het omzeilen van heikele kwesties.
‘Ik begrijp heel goed waarom u me niet mag, Mrs. Raven. Alleen kent u me natuurlijk niet echt. Waar u echt een hekel aan hebt, heeft niets met mij te maken maar alles met uw overleden man en met het feit dat hij met mijn zus was getrouwd.’
Ellie draaide zich niet om. ‘Vóórgaf met je zus getrouwd te zijn,’ corrigeerde ze.
Adams greep om Megans hand verstrakte, en ze kwam dicht tegen hem aan staan, alsof lichamelijke nabijheid de pijn van Ellies hatelijke opmerking kon verzachten. ‘Voorgaf met mijn zus getrouwd te zijn,’ zei Adam toegeeflijk. ‘Maar, ik herhaal, dat Ron bigamie pleegde, zegt niets over mijn karakter. Zelfs het feit dat uw man mijn bank drie miljoen dollar verschuldigd is, zegt niets over wat voor man ik ben. Behalve dat ik van beroep bankier ben.’
‘U zult wel gelijk hebben,’ zei Ellie na enig nadenken. Ze leek nog steeds eerder tegen de omheiningen van de weilanden buiten te praten dan tegen hen tweeën. ‘Het is niet redelijk dat ik een afkeer van u heb, en het is ook niet eerlijk. Het leven zelf is vaak oneerlijk, heb ik onlangs gemerkt. Het probleem is dat ik niet zou weten hoe ik mijn persoonlijke gevoelens zou kunnen scheiden van het feit dat u een Fairfax bent en dat uw bank me elk moment uit mijn huis kan laten zetten wanneer u besluit dat u lang genoeg hebt gewacht op het vrijkomen van Rons erfenis.’ Ze haalde hoorbaar en hortend adem. ‘Ik neem aan dat het voor ons allemaal maar beter is dat we elkaar niet weer hoeven te zien, wel?’
Megan zei zacht: ‘Maar dat is niet zo, mam.’
Langzaam draaide Ellie zich om. Haar ogen, nog rood van het huilen om haar overleden broer, namen waar dat Adam Fairfax zijn arm om de schouders van haar dochter had geslagen en dat Megan dicht tegen hem aan stond, hand in hand met hem.
‘Ik heb Megan gevraagd naar Georgia te verhuizen,’ zei Adam.
‘Waarom?’ vroeg Ellie alleen.
Adam keek op Megan neer, zijn blik uitgesproken teder. ‘Ik wou dat ik kon antwoorden dat het is omdat we gaan trouwen, maar helaas stemt Megan daar nog niet mee in. Maar ze wil wel bij me komen wonen. Dat is een goed begin.’
Met ogen groot van ongeloof keek Ellie naar haar dochter. ‘Ga je weg uit Wyoming om uitgerekend bij Adam Fairfax in te trekken?’ Haar poging om haar verbijstering verborgen te houden faalde jammerlijk. ‘Maar je werk dan?’
‘Ik was toch al van plan ontslag te nemen bij de skilodge,’ antwoordde Megan. ‘Je weet dat ik het daar niet echt naar mijn zin heb, mam.’
‘Maar er is nog veel meer leuk werk hier in Jackson Hole. Meer dan in Fairfax, wil ik wedden.’
‘Dat is wel zo, natuurlijk. Maar Fairfax heeft twee motels, en in de directe omgeving zijn er nog acht die gemakkelijk via de snelweg te bereiken zijn. Het lijkt me dat ik daar wel werk als assistent-manager moet kunnen krijgen. Helemaal volmaakt is het niet, maar als noodoplossing kan het prima.’
‘Maar al je vrienden zitten hier.’ Ellies stem stierf weg zonder het pijnlijkste argument te noemen, namelijk dat Megans moeder, die nog maar zo kort geleden weduwe was geworden, daar ook woonde. En dat ze helemaal alleen was, bedrogen door haar man en haar broer.
Dit was nog veel erger dan verwacht, dacht Megan getroffen. Er zat gewoon niets anders op dan haar moeder de hele waarheid te vertellen, hoewel ze zich daarbij helemaal niet op haar gemak voelde. ‘Je hebt gelijk, mijn meeste vrienden zitten hier. En wat belangrijker is, jij woont hier, en ik zal je vreselijk missen. Maar Adam woont in Fairfax,’ zei ze. ‘En ik hou van hem.’
Dit was de eerste keer dat ze die woorden uitsprak sinds die rampzalige ochtend in Mexico City, en ze voelde een golf van puur geluk over zich heen slaan. Ze keek naar Adam en hield haar hoofd achterover zodat ze hem recht in de ogen kon kijken. ‘Ik hou van je, Adam.’
‘Je weet niet hoe gelukkig het me maakt je dat te horen zeggen.’ Adam boog zich naar haar toe en kuste haar heel teder. Alleen maar teder – met het oog op Megans moeder onderdrukte Adam de hartstocht die normaliter de onvermijdelijke metgezel was bij elk lichamelijk contact tussen hen beiden.
Hij trok zijn mond weg maar hield zijn arm stevig om Megan heen terwijl hij het woord tot Ellie richtte. ‘Uw man heeft twee lieve vrouwen bedrogen en al zijn drie kinderen heel erg tekortgedaan. In sommige opzichten was hij misschien een fatsoenlijk mens, en hij was in elk geval bijzonder intelligent, maar hij heeft ook heel veel verdriet en ellende veroorzaakt. Megan houdt van me, dus is het te laat om te hopen dat u me nooit meer hoeft te zien en dus geleidelijk kunt vergeten. Want ik zal alles doen wat in mijn macht ligt om uw dochter over te halen om met me te trouwen. Maar u bent haar moeder, en ze houdt veel van u. We zouden nooit echt gelukkig kunnen zijn als haar relatie met mij ten koste van haar relatie met u moet gaan.’