Reading Online Novel

Dubbel bedrog(128)



Julio kwam in beweging en ging voor het enige raampje van de kamer staan, van waaruit hij naar de donkere straat tuurde. ‘Ik bedoelde Steve Opporto, de man die omkwam bij het gevecht in de bar,’ antwoordde hij. Hij draaide zich om om hen weer aan te kijken, klaarblijkelijk gerustgesteld dat er niemand achter hen aan was gekomen. ‘Steve was toevallig de broer van een politieman. Maar hij was ook een drugsverslaafde, en hij werd vermoord tijdens een cocaïnedeal met een verkeerde afloop. Een deal, tussen haakjes, waarbij ook twee agenten van de plaatselijke politie betrokken waren. Door een ongelukkig toeval was ik ook in die bar, en ik beging de vergissing tussenbeide te komen om een einde aan het gevecht te maken. Het kwam de politie maar al te goed uit dat ze mij de schuld konden geven, dan hoefde het niet in de openbaarheid te komen dat Steve verslaafd was en dat hun eigen agenten cocaïne dealden. De eerste politieagent die ter plekke kwam, sprak me toevallig in het Spaans aan. Ik antwoordde in dezelfde taal. Daarna bedacht ik dat het wel handig zou zijn de politie in de waan te laten dat ik illegaal uit Mexico was gekomen en geen Engels sprak. Helaas had ik daar niet veel aan, want ik moest toch de gevangenis in omdat ik geen advocaat kon betalen. De openbaar aanklager zag me pas een halfuur voordat we voor de rechter moesten verschijnen voor het eerst.’

Julio’s relaas kon heel goed waar zijn, meende Adam. Zou dat betekenen dat er een sprankje hoop bestond dat Megan en hij levend uit deze hele beproeving konden komen?

Niet als daarvoor enige tact vereist was, dacht hij toen somber. Megan leek zich totaal geen zorgen meer te maken over de uitwerking die haar vragen konden hebben op hun overlevingskansen.

Adam werd heen en weer geslingerd tussen bewondering, genegenheid en de neiging haar te wurgen. Ze ging maar door met allerlei vragen aan Julio, alsof dit een theoretische oefening was om achter de waarheid te komen en niet een ondervraging die zomaar tot de dood van twee mensen zou kunnen leiden als een vraag iemand niet beviel.

‘In het politiedossier dat ik heb gelezen, staat ook dat je betrokken was bij een tweede gevecht in een bar waarbij een man omkwam,’ zei Megan. Ze deed hoegenaamd geen moeite om haar twijfel aan Julio’s oprechtheid te verbloemen. ‘Was dat soms ook zo door de politie opgezet?’

‘Nee.’ Julio’s gezichtsuitdrukking veranderde nu in bedroefd. ‘Die man heb ik inderdaad vermoord, maar niet moedwillig. Hij struikelde en viel met zijn achterhoofd op de tegelvloer. We waren allebei dronken, we waren jong en stom, en we vochten vanwege de een of andere idiote belediging. Ik kan me niet eens meer herinneren waar het eigenlijk om ging, maar hij zal me wel hebben getreiterd vanwege mijn lengte.’

Met een van bittere zelfspot vertrokken mond vervolgde hij: ‘Er gaat niets boven het horen van de waarheid om als een dronken idioot door het lint te gaan. En nadat ik die arme kerel had vermoord, had ik mijn lesje nog niet geleerd. Ik dronk nog steeds veel te veel. Ik was dus weer in een bar, op weg om goed dronken te worden, toen ik wegens moord op Steve Opporto werd gearresteerd. Het kan gek gaan in het leven. Ik verdiende het niet voor moord de gevangenis in te gaan, maar het feit dat ik ten onrechte ben gearresteerd, heeft mijn leven misschien wel gered. Achter de tralies raakte ik van de drank af, en sindsdien heb ik geen druppel meer gedronken. Ik heb ontdekt dat de wereld heel wat interessanter is als je de ware kleuren ziet, niet door de alcoholistische waas die alle intensiteit eruit filtert.’

Oscar viel hem in de rede met een hartstochtelijke woordenvloed in Mayataal, en Julio knikte. Met een kort, geruststellend gebaar legde hij zijn hand op de arm van de andere man. ‘Mijn zwager hier brengt me in herinnering dat we hier niet de hele nacht kunnen blijven kletsen. We moeten gaan. Jullie met mijn zus naar Belize City, en Oscar en ik naar… een andere bestemming.’

‘Maar je hebt mijn belangrijkste vraag nog niet beantwoord!’ protesteerde Megan. ‘Ik moet het weten. Heb jij mijn vader vermoord of niet?’

Adam hield zijn adem in terwijl Julio haar een lang ogenblik zwijgend kritisch in zich opnam. ‘Nee,’ antwoordde hij uiteindelijk. ‘Nee, Miss Megan, ik heb uw vader niet vermoord.’

‘Wie heeft het dan gedaan? Zeg het alsjeblieft. Ik moet het weten.’

‘Die vraag kan ik niet beantwoorden.’

‘Omdat je het antwoord niet weet? Of omdat je het niet wilt vertellen?’

‘Omdat het niet verstandig zou zijn als ik antwoord gaf.’ Julio’s woorden klonken vlak, maar zijn uitdrukking toonde medeleven. ‘Als ik je nu vertel dat de vrouw die bij Ron Raven in de hotelkamer was, Consuela Mackenzie heette, en dat ze de dochter van mijn tante was, geloof je dan niet dat ik alles zou hebben gedaan wat in mijn macht lag om ervoor te zorgen dat zij in leven zou blijven?’