Drift(90)
‘Probeer het gewoon. Met dat heerlijke knobbeltongetje. Of vind je het vies?’
‘Helemaal niet, maar als ik moet werken, kan ik niet vrijen. Het leidt me te veel af.’
‘Vanavond dan? Blijf je weer slapen?’
‘Als ik niet naar Texel ga.’
‘Je vader gaat vandaag toch naar het wad, waar hij overnacht?’
Ze maakte haar vingers nat tussen haar schaamlippen en draaide kleine rondjes.
‘Ik moet even klaarkomen. Anders kan ik niet aan de dag beginnen.’
Telander staarde naar Mahinovic’ vingers. Ze merkte dat de opwinding in haar onderbuik terugkwam als een kruipend vuur. Mahinovic zette haar voeten op de matras en tilde haar heupen op. Ze opende haar mond, haalde diep adem en trok haar knieën op. Ze liet haar adem stotend ontsnappen. Daarna bleef ze even doodstil liggen.
‘Nu ga ik douchen, ontbijten en aan het werk.’
Ze sprong uit bed, kuste Telander op haar mond en verdween in de badkamer. Telander zat op haar knieën in bed, één hand tussen haar benen. De ogen gesloten.
Om acht uur liepen Telander en Mahinovic gearmd het bureau binnen, waar het veel drukker was dan anders. Agenten, ook uit andere rayons, kwamen de trap af.
‘Tientallen agenten gaan recreatieparken en campings af om de stacaravan te vinden,’ zei Kraus, die op de bureaustoel van Mahinovic zat en naar de beeldschermen keek. ‘We hebben misschien nog een paar uur totdat de boel in de fik vliegt. Kraayenkamp en ik hebben vanmorgen vroeg alles gecoördineerd. Ook hebben we tien man vrijgemaakt om een verband te zoeken tussen Van Asselt, Van Zuilen en Kroese. De dader moet hen gekend hebben. We gaan er immers vanuit dat er één dader is en dat de slachtoffers niet willekeurig zijn. Ik denk niet dat ze iets bruikbaars zullen vinden,’ bromde hij. ‘En zelfs al zouden we de naam van de dader weten, dan zijn we te laat. Hij is ons steeds voor.’
Kraus had een houthakkersoverhemd aan: rood en blauw geblokt. Hij droeg ook een schone spijkerbroek. Zijn schoenen waren echter afgetrapt en kaal.
‘Waarom heb je ons vanmorgen vroeg niet gebeld?’ vroeg Telander.
‘Jullie waren aan wat rust toe,’ glimlachte Kraus. ‘Het wordt een zware dag.’
Kroese hing gehoekt aan de paal. Hij bewoog niet en had zijn ogen gesloten. Zijn gezicht was opgezwollen.
‘Hoelang hangt hij al zo?’ vroeg Telander.
‘Een paar minuten geleden bewoog hij nog,’ antwoordde Kraus. ‘Hij maakte schokkerige bewegingen met zijn armen. Het leken spasmen. Zijn ogen heeft hij ook even geopend. Een gruwel om zo op je einde te moeten wachten. Misschien vinden we hem nog op tijd.’
Mahinovic legde een hand op Kraus’ schouder en kneep. ‘Mag ik op mijn stoel zitten?’
‘Natuurlijk.’
Kraus reed de stoel een meter naar achteren en stond op.
‘Hoe gaat het met je?’ vroeg Telander.
‘Goed. Ik heb een paar uur geslapen en daarna ontbeten.’
Telander tikte op zijn onderarm. ‘Pas goed op jezelf.’