Drift(89)
‘Hij was jonger dan jij? Een student?’
‘Bijna twintig jaar ouder. Goed geconserveerde vijftiger.’
‘Heeft hij daarna nog weleens contact met je opgenomen?’
‘Heel vaak. Zes weken geleden heb ik een ander telefoonnummer en e-mailadres genomen.’
‘Ben je vaker op oudere mannen gevallen?’
Telander schudde haar hoofd. ‘Jan-Albert was een charmeur, een vleier.’
‘Jan-Albert? Truttige naam.’
‘Ik heb met hem samengewoond in Hippolytushoef. Zijn moeder woonde bij ons achter in de tuin. Met haar had ik een uitstekend contact.’ Telanders hoofd lag op de borsten van Mahinovic. ‘Jammer dat ik haar nooit meer gezien heb.’
Maandag
Waar is haar kleding?
Om zeven uur piepte Mahinovic’ telefoon. Ze draaide zich om en zette de wekkerfunctie uit. Telander kreunde en sloeg een arm om Mahinovic’ taille.
‘Hoe laat is het?’
‘Zeven uur.’
‘Dan hebben we nog anderhalf uur voordat we op het bureau moeten zijn. Het wordt een heftig dagje: de eerste bevindingen van de obductie en er zal ergens een stacaravan afbranden. Konings zal waarschijnlijk gevonden worden.’
‘Nu nog even niet.’
Ze kusten elkaar.
‘Even plassen en mijn tanden poetsen,’ zei Mahinovic.
‘Ik ook.’
In het donkere plafond van de badkamer schitterden tientallen ledlichtjes als miniatuursterren. Eén wand bestond uit een grote spiegel, waaronder een hangend badkamermeubel was gemonteerd. De twee porseleinen waskommen glommen, net als de chromen kranen.
Mahinovic poetste haar tanden met een elektrische borstel terwijl Telander op het hangtoilet zat. Ze gebruikte een paar velletjes toiletpapier en spoelde door.
‘Heb je een washandje?’
Mahinovic wees naar een kastje en spuugde daarna de tandpasta uit. Ze spoelde haar mond, waarna ze op het toilet ging zitten.
Telander maakte het washandje nat, zakte twintig centimeter door haar benen en waste zich. Ze keek in de spiegel: zwarte kringen onder haar ogen, dunne, verticale rimpeltjes boven haar lippen en slapers in haar ogen.
Achter haar drukte Mahinovic op de spoelknop. Ze legde het washandje naast de waskom en nam een grote slok van het mondwater dat tussen de flesjes, tubes en potjes stond.
Mahinovic haalde een washand tussen haar benen door en lachte. Telander hield haar hoofd achterover en gorgelde. Spuugde het blauwe mondwater uit. Ze liepen zoenend naar de slaapkamer, waar de regen tegen de ruit kletste.
Mahinovic ging op haar rug liggen.
Telander aarzelde.
Alsof ze er klaar voor ligt, dacht ze. Vindt ze me aantrekkelijk en aardig of gaat het haar alleen om seks? Is ze alleen uit op bevrediging? De opwinding ebde weg.
‘Mihra, het gaat niet. Ik moet te veel aan die lijken denken.’