Drift(26)
‘Haar identiteit is niet bekend, maar het lijkt me niet verstandig om de beelden uit te zenden. Onethisch en absoluut niet integer. Je kunt toch niet live iemand dood laten gaan op televisie? Alsof het een snuffmovie is. Shit, Konings, waar gaan we naartoe in dit land?’
‘De dader heeft de beelden naar ons gestuurd. Het is groot nieuws. Als we snel zijn, krijgen we misschien tips die naar de plaats delict leiden.’
‘Dat voordeel weegt niet op tegen de nadelen. Ik kan je niet tegenhouden, maar mijn advies is: wacht met uitzenden.’
‘Dat moet je aan de hoofdredactie vragen, maar mijn chef is vastbesloten: ga er maar vanuit dat het om halfelf het openingsitem is.’
Konings verbrak de verbinding.
‘Allemachtig,’ zei Kraus. ‘Kijkcijfers en winstbejag zijn tegenwoordig de credo’s van de televisiejournalistiek.’
‘Kan je de uitzending laten verbieden?’ vroeg Telander.
‘Vrije nieuwsgaring is heilig.’
‘Ook als het de privacy van het slachtoffer schendt?’
‘Daar houdt Konings zich helemaal niet mee bezig.’
‘Geef het item aan Nieuwsuur,’ zei Telander. ‘Dan kunnen wíj bepalen wat ze uitzenden.’
‘Dat is een perfect idee,’ glimlachte Kraus. ‘Dan houden wij zelf controle. Het kan Konings natuurlijk wel zo pissig maken dat ze om halfelf met een sensationele uitzending komt.’
‘Misschien helpt het om de vrouw te vinden. Dat vind ik het belangrijkste.’
‘En het respect. De ethiek?’
Telander haalde haar schouders op.
Kraus keek op zijn horloge.
‘Dat moet lukken. Ros en Ter Apel, jullie overleggen met Kraayenkamp en nemen daarna contact op met de NOS. Nieuwsuur mag geen bewegende beelden uitzenden van de vrouw.’
‘Wel een still?’
‘Bespreek dat met Kraayenkamp. Ik neem die verantwoordelijkheid niet op me.’
‘Welke andere informatie kan ik geven?’
‘Dat bepaalt Kraayenkamp.’ Kraus richtte zijn blik op de computerschermen: het ruim was leeggepompt en de vrouw was helemaal zichtbaar. Hopelijk is ze in shock, dacht hij. Of onderkoeld. Dan beseft ze nauwelijks wat er aan de hand is.
Monteur Stevens tikte op een van de beeldschermen. ‘Er drijft iets naast het hoofd van de vrouw.’
‘Het lijkt een stukje papier,’ zei Mahinovic.
‘Het visitekaartje van Hendrik de Jager,’ zei Stevens. ‘Een collega van me. Ik herken het logo. Iedereen plaagt hem altijd met zijn beeldmerk: een zeemeermin met een anker voor haar borsten.’
‘Heb je zijn nummer?’ vroeg Kraus.
‘Geen probleem.’ Hij pakte een ouderwetse Nokia uit zijn broekzak, zocht in het adresboek en drukte op het groene telefoontje op het display. Hij gaf het toestel aan Kraus.
‘Met Kraus, recherche. We hebben uw hulp nodig. Blijf aan de lijn.’