Reading Online Novel

De vergeten tuin(131)





De zon stond inmiddels hoog aan de hemel en schaduw was kostbaar. Cassandra trok haar vest uit en legde het op een steen in de nabijheid. Kleine vlekjes zonlicht dansten over haar armen en haar kruin voelde weldra heet aan. Ze wou dat ze een pet had meegebracht.

Terwijl ze de braamstruiken doorzocht en haar hand voorzichtig in het ene gat na het andere stak, keerden haar gedachten weer terug naar de droom van daarnet. Het was een bijzonder levendige droom geweest en ze wist zich nog alle bijzonderheden te herinneren: wat ze zag, wat ze rook en zelfs de indringende sfeer. Die was onmiskenbaar erotisch geweest en doortrokken van verboden verlangens.

Cassandra schudde een beetje haar hoofd en joeg de tentakels van verwarrende en ongewenste emoties van zich af. In plaats daarvan richtte ze haar gedachten op Nells mysterie. De avond tevoren had ze tot laat opgezeten om haar aantekeningen te lezen, iets wat makkelijker gezegd was dan gedaan. Alsof de meeldauw het lezen niet lastig genoeg maakte, was Nells handschrift na haar aankomst in Cornwall nog belabberder geworden. Het was langer, krulleriger en chaotischer. Cassandra nam aan dat ze sneller was gaan schrijven.

Niettemin was het Cassandra gelukt. Ze was gebiologeerd door Nells terugkerende herinneringen en haar zekerheid dat ze als klein meisje in het huisje was geweest. Cassandra kon amper wachten met het lezen van de plakboeken die Julia had gevonden, de dagboeken die Nells moeder ooit had volgeschreven met haar meest intieme gedachten. Want die zouden natuurlijk meer licht op Nells kinderjaren werpen, misschien zelfs cruciale aanwijzingen opleveren over haar verdwijning met Eliza Makepeace.

Er werd hard en schril gefloten. Cassandra keek op en verwachtte de een of andere vogel te zien.

Bij de hoek van het huis stond Michael naar haar bezigheden te kijken. Hij wees naar de braamstruiken. ‘Indrukwekkende gewassen heb je daar.’

‘Niets wat ik niet kan oplossen met een beetje wieden,’ zei ze, terwijl ze zich onhandig oprichtte. Had hij lang staan kijken?

‘Een jaar lang wieden en een kettingzaag,’ grijnsde hij. ‘Ik ga nu naar het hotel.’ Hij maakte een hoofdbeweging naar het huisje. ‘We zijn een flink stuk opgeschoten. Ik laat Chris de rest opknappen. Dat lukt hem wel, je moet er alleen voor zorgen dat hij een en ander precies zo achterlaat als je het hebben wilt.’ Hij zweeg even en toen glimlachte hij weer op die onbevangen manier van hem. ‘Je hebt mijn nummer toch? Bel me maar op, dan laat ik je een paar bezienswaardigheden zien, zolang je er nog bent.’

Het was niet eens een vraag. Cassandra glimlachte flauwtjes en had er direct spijt van. Vermoedelijk was Michael het type dat in elke reactie instemming las. En ja hoor, hij knipoogde en liep weer naar de voorkant van het huis.

Met een zucht wendde Cassandra zich weer naar de muur. Ze zag dat Christian uit het gat in het dak dat door de boom was veroorzaakt was geklauterd en nu met een handzaag op het dak zat om de takken in stukken te zagen. Hij inspecteerde elk stuk nauwkeurig en verwijderde alle uitsteeksels voordat hij het op de stapel legde. Opeens keek hij op en kruiste zijn blik de hare.

Michael was een vlot type, maar Christian had iets intens over zich dat zich uitstrekte tot alles wat hij deed, aanraakte en bekeek. Cassandra wendde zich vlug af en deed of ze grote belangstelling had voor haar muur.

Zo werkten ze een poosje door en de stilte die er tussen hen hing, versterkte alle andere geluiden: het zagen van Christian, het kraken van de muren die zich uitrekten toen de zon de oostflank verwarmde, het trippelen van de vogels over de dakpannen, en ergens het vage geluid van stromend water. Af en toe hoestte Christian, schraapte hij zijn keel en zuchtte hij luider en met meer nadruk dan daarvoor.

Doorgaans werkte Cassandra graag zonder iets te zeggen; ze was eraan gewend om alleen te zijn en gaf er meestal ook de voorkeur aan. Maar nu was ze niet alleen en hoe langer ze deden alsof, hoe meer de elektriserende stilte groeide.

Uiteindelijk schraapte Cassandra haar keel. ‘Er zit hier een muur achter,’ zei ze. Haar stem klonk hard en op de een of andere manier scherper dan de bedoeling was. ‘Die heb ik net ontdekt.’

Christian keek op van zijn stapel hout. Hij keek haar aan alsof ze net het periodiek systeem was gaan opdreunen.

‘Maar ik weet niet wat er aan de andere kant is,’ voegde ze er haastig aan toe. ‘Ik kan de doorgang niet vinden, en er staat niets over op de kaart die mijn grootmoeder bij de koopakte heeft gekregen. Ik weet dat er een hele massa slingerplanten en takken in de weg zit, maar misschien kun jij iets zien van daarboven?’

Christian keek naar zijn handen en leek iets te willen zeggen.

Er kwam een gedachte bij Cassandra op: hij heeft mooie handen. Ze zette deze meteen weer van zich af. ‘Zie jij wat er aan de andere kant van de muur is?’