De toneelclub(22)
25
De weken verstreken in een rap tempo. De herfst had zijn intrede nu echt gedaan. Het regende bijna dagelijks en de wind gierde door de straten. Omdat het onmogelijk was in deze weersomstandigheden met een paraplu te fietsen, had Elin een regenpak aangeschaft. Dat stond ze net uit te trekken in het fietsenhok naast cultureel centrum De Oude Haven toen Elisabeth het hok in kwam rijden.
‘Hoi Elin, wat een weer, hè?’ zei ze en ze stapte van haar fiets af.
‘Hoi, ja nou.’
Elisabeth tilde haar fiets in het rek en ging bij Elin staan. ‘En wat sneu hè, voor Tristan. Weet jij hoe het nu verder gaat?’
Elin keek Elisabeth niet begrijpend aan. ‘Wat bedoel je? Wat is er met Tristan?’
‘O, heb je de mail niet gelezen? Ik kreeg ’m vanmiddag, ik denk jij ook wel. Tristan is finaal door zijn rug gegaan, de dokter vreest dat het een dubbele hernia is. Hij moet zeker acht weken plat liggen en hij mag niets doen. Hij zal er vanavond dus ook niet zijn. Ik vraag me af of hij überhaupt nog naar een repetitie kan komen.’
‘Wat vervelend voor hem,’ zei Elin. ‘Misschien krijgen we een nieuwe regisseur? Ik hoop wel dat we door kunnen. Kom, dan gaan we naar binnen, misschien weten de anderen meer.’
In het repetitielokaal zaten hun zes medespelers in een kring op de grond. Sirpa voerde het woord. Toen Elin en Elisabeth binnenkwamen, hield ze even stil tot zij zich bij de groep hadden gevoegd. ‘We hebben het net over Tristan,’ zei ze. ‘Het is waarschijnlijk dat hij ons niet meer kan regisseren. Ik heb vanmiddag met de cursusleiding gebeld en er is geen andere regisseur beschikbaar. Nu zou ik het zonde vinden om het stuk niet door te laten gaan, dus stel ik voor de regie over te nemen. Als jullie het goed vinden, natuurlijk.’ Sirpa keek Elisabeth vragend aan.
‘Dat is aardig van je,’ zei deze. ‘Ik vind het prima, maar wie speelt jouw rol dan?’
‘Die speel ik nog steeds. Ik combineer het spelen met de regie, dat heb ik al eens eerder gedaan.’ Sirpa wendde haar blik tot Elin. Die keek de kring rond. De gezichten van haar medespelers stonden neutraal. Enkelen knikten. Blijkbaar was het besluit al genomen. Zelf vond ze deze oplossing minder. Sirpa als regisseur riep meteen herinneringen op aan hun middelbareschooltijd, toen ze zich te vaak geërgerd had aan Sirpa’s dominante aanwezigheid. Maar stoppen met het stuk wilde ze ook niet. Het moest dus maar. ‘Oké.’
Sirpa sprong op en klapte in haar handen. ‘Mooi, dan beginnen we meteen. Komen jullie allemaal staan? Ik heb een paar geweldige ideeën voor de openingsscène.’
26
‘Au! Verdomme!’ Elin pakte haar kleine teen vast en keek naar de schommelstoel waaraan ze zich zojuist hard had gestoten. Het was nog vroeg en donker. Ze kwam net uit bed en moest zich klaarmaken om naar haar werk te gaan.
‘Wat doet die stoel hier?’ riep ze naar Pascalle die nog op haar luchtbed lag in het kleine kamertje dat ze tot haar casa had gebombardeerd.
‘Huh? Welke stoel?’ Pascalle kwam in een lang t-shirt en met een verwarde haardos de keuken ingeslenterd. ‘O, de schommelstoel, ja gaaf hè? Die zag ik gisteren bij die antiekzaak aan de Singel en ik kon hem niet laten staan. Heb ik altijd al willen hebben. Stel je voor: in de zomer lekker in een schommelstoel op de veranda.’
‘Veranda? Ik heb geen veranda. En jij ook niet. Jij hebt niet eens een huis.’
Pascalle keek beteuterd, haalde haar schouders op, mompelde iets onverstaanbaars en liep weer terug naar haar bed.
Geërgerd schoof Elin de schommelstoel opzij. Eerst maar een kop koffie, dacht ze. En dan verzinnen hoe ik Pascalle hier weg krijg.
Ze was het zat. Pascalle was een goede vriendin, maar Elin miste het alleen te zijn in haar eigen huis. In een paar weken had Pascalle het appartement getransformeerd tot een kleurrijk studentenkot. Bij gebrek aan een deur voor het kleine kamertje, had ze een grote paarse lap stof opgehangen. In de bank in de woonkamer lagen opeens allerlei roze en oranje kussentjes met gouden borduursels. In de potgrond van de palmvaren staken wierookstokjes en overal stonden kaarsen. Op zich misschien niet eens zo gek, maar Elin hield er niet van. Te veel prullaria in huis gaf onrust. Als ze thuiskwam van een lange dag werken had ze behoefte aan rust. Daarbij had Pascalle een andere kijk op het fenomeen opruimen. Dat deed ze zelden. Met als gevolg dat de wasmand continu uitpuilde, het aanrecht vol stond met vieze kopjes en borden, en de tafel en vloer bezaaid waren met kranten en tijdschriften.
De eerste dagen had Elin er niets van gezegd. Ze wilde dat haar vriendin zich welkom voelde en rustig kon bijkomen van haar abrupte vertrek uit Parijs. Maar het leek of Pascalle Laurent volledig was vergeten. Ze had zich ingenesteld in Elins appartement en maakte totaal geen aanstalten weg te gaan. Dat kon zo niet langer, besloot Elin. Ze zou Pascalle vanavond zeggen dat ze een ander adres moest zoeken.