De nanny's 01(47)
‘Wat wil je daarmee zeggen?’ Hunter nam hem vorsend op.
‘Dat ze uniek is en dat ik verloren ben zonder haar.’
‘Bedoel je niet dat Brady verloren zou zijn?’
‘Mijn relatie met Maggie gaat je geen fluit aan. Als je het over mijn vrouw hebt, noem haar dan bij haar eigen naam.’
Hunter dronk het bodempje in zijn glas op. ‘Een fantastische speech, Jason. Vanuit jouw stoel is het gemakkelijk oordelen. Voor de goede orde: ik hield van je moeder. Als ze was gebleven, zou ik nog steeds met haar zijn. Zíj wilde weg, niet ik.’
‘Waarom is ze dan gegaan?’ Jason besefte dat hij die vraag nog nooit had gesteld.
Hunter haalde zijn schouders op. ‘Ze had het over obsessieve liefde en niet kunnen ademen. Ik heb haar alles gegeven wat ik kon geven en het was niet genoeg.’
Verbaasd zag Jason de heftige emoties op zijn vaders gezicht. Hij had altijd gedacht dat Hunter niet in staat was tot een diepe, blijvende liefde. ‘Dat wist ik niet.’
‘Nu dus wel.’ Hunter stond op. ‘Nog een wijze raad: je mag dan niet op me willen lijken, je DNA verloochen je niet. Ik ken die blik.’
‘Hoe bedoel je?’ Jason kwam ook overeind.
‘Je verdedigt die nanny alleen zo als je iets voor haar voelt. Dat is een probleem, zoon. Ik wil niet dat je net zo wordt gekwetst als ik. Loop als eerste weg, dat heb ik van je moeder geleerd. Als een vrouw je hart krijgt, maakt ze het kapot.’
Jason was te verbaasd om te reageren, vooral omdat die vaderlijke raad precies op tijd was gekomen. Maggie verdedigen was hem net zo gemakkelijk afgegaan als ademen. Dat was het bewijs dat zijn gevoelens voor haar compleet uit de hand liepen.
Hij hoorde vrouwenstemmen, maar geen babygehuil. Zijn zoon lag kennelijk te slapen. ‘Ik denk dat we ons maar eens bij de dames moeten voegen.’
‘Goed.’ Hunter keek op zijn horloge. ‘Even dan, want we moeten zo gaan.’
Ze liepen samen naar de zitkamer. Hij kreeg het warm toen hij Maggie in haar strakke spijkerbroek en blouse zag. Als ze niet bij elkaar waren, miste hij haar. Dan keek hij ernaar uit dat hij haar weer zou zien als hij thuiskwam. Die seks had een heel ander soort verlangen doen ontwaken.
Hunter liep naar Tracy en sloeg zijn arm om haar middel. ‘En, heb je nu je buik vol van babygedoe?’
‘Hij is zo schattig,’ reageerde ze.
‘Wilt u hem ook even zien, Mr. Hunter?’
‘Je bent de vrouw van mijn zoon, Maggie.’ Zijn vader keek hem veelbetekenend aan. ‘Noem me maar Hunter.’
‘Goed dan, Hunter,’ zei Maggie wat ongemakkelijk. ‘Brady slaapt, maar ik weet zeker dat hij er niks van merkt als je –’
‘We moeten gaan,’ onderbrak Hunter haar ineens.
Jason begreep het wel, maar dat nam niet weg dat hij zich ook afgewezen voelde. Hij en Maggie vonden het kind natuurlijk speciaal, maar de oude man probeerde te ontsnappen aan zijn eigen probleem. Een probleem waar hij zich niet uit kon kopen. Plots besefte hij dat Hunters huwelijken na dat met zijn moeder een constante serie vluchten waren geweeest.
‘Oké.’ Tracy keek fronsend naar Hunter, maar besloot er niet tegenin te gaan. Haar gezichtsuitdrukking maakte echter duidelijk dat ze daarover nog niet het laatste woord had gezegd. Ze omhelsde Maggie en bedankte haar. ‘Fijn dat we zo onverwacht langs konden komen.’
‘Je bent altijd welkom,’ zei Maggie hartelijk.
‘Tot ziens, Jason. Maggie.’ Hunter duwde Tracy naar de voordeur. ‘Je hoort nog van me.’
Wat een toestand, bedacht Jason. Zonder Maggie wist hij niet of hij de kracht had het patroon te doorbreken. Gegeven de sterke gevoelens voor haar die hem dag en nacht bezighielden, moest hij onderhand wel iets gaan doen. Zodra ze alleen waren, zei hij dan ook: ‘We moeten praten.’
Glimlachend keek ze hem aan. ‘Tracy wil een baby.’
‘Dat zei pa, ja.’
‘Ze houdt van hem en hoopt dat hij genoeg van haar houdt om haar dat te geven wat ze het liefste wil.’
Nou, dan wenste Jason haar veel geluk. Na Hunters verhaal vermoedde hij dat geen enkele vrouw ooit de plek van zijn moeder zou kunnen innemen. Dat wilde hij niet, een situatie waarin niemand Maggie kon vervangen. ‘We moeten echt praten.’
‘Ik wilde thee maken, wil je ook?’
Hij had echter behoefte aan iets sterkers. ‘Nee, dank je.’
‘Goed. Loop je wel mee, dan?’
Hij volgde haar naar de keuken. De vlammen sloegen hem uit, doordat hij naar het zwaaien van haar heupen keek. Ze ging aan de slag met de thee en zodra die klaar was, kwam ze hem gezelschap houden aan tafel. Toen ze haar benen over elkaar sloeg, raakte haar voet per ongeluk zijn kuit. Hij deed moeite niet overeind te schie-ten.