Reading Online Novel

De Vuurdoop(67)



***

De jongens schreeuwden, Hasse kauwde zijn mond leeg, maakte zijn tanden schoon met zijn tong, haalde zijn politielegitimatie tevoorschijn en legde die op tafel neer. Hij haalde een paar keer diep adem, pakte toen een van zijn bakjes patat en gooide dat hard naar de jongens. Een van de herrieschoppers kreeg het bakje tegen zijn wang, een paar anderen kregen patat over zich heen. De jongens raakten van hun à propos, werden stil en staarden naar Hasse, die een nieuwe hap nam, zo groot dat die maar net in zijn mond paste.

Een van de jongens stond snel op en sloeg op zijn borst. Hij vroeg iets, maar Hasse nam niet de moeite om naar hem te luisteren. Hij was dat kromme allochtonen-Zweeds zo zat. De jongen kwam zijn kant op. Hasse Berglund stopte nog wat eten in zijn mond, bleef kauwen en stak zijn legitimatie omhoog en deed met dezelfde hand zijn jack open, liet het pistool in zijn schouderholster zien en wees met zijn kin.

‘Ga zitten...’

De jongen deinsde terug en ging zitten. Hasse richtte en bekogelde de jongens stuk voor stuk met patat. Ze ondergingen de vernedering gelaten. Hasse gaf geen blijk van woede of vreugde, alleen van trefzekerheid, toen zijn patatjes ruggen, achterhoofden, armen en puisterige gezichten troffen.

Anders Ask en Erik Strandberg kwamen het restaurant binnen, zagen het drama dat zich afspeelde en kwamen naar zijn tafeltje toe.

‘Jij moet Hasse Berglund zijn,’ zei Erik.

Hasse keek hen aan, knikte en ging door met gooien.

‘Ik ben Erik en dit is Anders.’

Erik ging zuchtend zitten. Hij had vandaag koorts, hij zweette, had last van koude rillingen, een constante druk op zijn voorhoofd en een droge mond.

Hasse liet een patatje met een hoge boog in een capuchon terechtkomen.

‘Patatje oorlog, zie ik?’ zei Anders.

‘Ja, precies,’ zei Hasse en hij gooide weer.

Anders deed mee, pakte een paar patatjes en gooide die naar de jongens. Hij was ook trefzeker. De jongens keken gekrenkt voor zich uit.

‘Jij zat vroeger toch in de binnenstad?’ vroeg Erik. Hij ademde zwaar, zijn bloeddruk was hoog.

‘Yep.’

‘En daarna op Arlanda?’

De patat raakte op.

‘Zullen we nog wat bestellen?’ vroeg Anders.

Erik schudde zijn hoofd en richtte zich tot de jongens.

‘Een fijne dag verder, jongens. Pas goed op elkaar,’ zei hij en hij wees dat ze moesten verdwijnen.

De jongeren stonden op en sjokten naar buiten. Daar begonnen ze met elkaar te vechten en tegen elkaar te schreeuwen, en verdwenen uit het zicht.

‘Geweldige jongens!’ zei Anders.

‘De toekomst van Zweden,’ zei Hasse.

Erik hoestte in zijn elleboog. Hasse dronk frisdrank met een rietje en keek Erik en Anders aan. Anders ging rechtop zitten en nam het woord.

‘Je hebt met Gunilla gesproken, zij heeft je van het project verteld. Wij wilden jou ontmoeten.’

‘Ik heb over jou gehoord, Erik, maar niets over ene Anders,’ zei Hasse.

‘Anders is adviseur...’ zei Erik.

‘En wat doet een adviseur?’

‘Adviseren,’ zei Anders.

Hasse vond een patatje op de stoel tussen zijn benen en at het op.

‘En jij heet ook Strandberg?’ vroeg Hasse. ‘Net als Gunilla. Ben je met haar getrouwd of zo?’

Erik keek Hasse onderzoekend aan.

‘Nee,’ antwoordde hij.

Hasse Berglund wachtte op meer, maar dat kwam niet.

‘Nou ja, dat maakt mij ook niet uit, ik vind het gewoon leuk om mee te doen, want daar gaat het toch zeker om? Dat jullie me werk aanbieden?’

‘Ik geloof het wel. Wat zeg jij ervan, Anders?’

Anders gaf geen antwoord. Hasses blik ging van de een naar de ander.

‘Kom op, ik zit verdomme op een vliegveld. Daar moet ik weg, anders schiet ik nog iemand dood. Ik ben flexibel, dat heb ik al tegen Gunilla gezegd.’

Erik probeerde gemakkelijk te gaan zitten op de harde kunststof stoel die aan de vloer vastzat en hoestte een paar keer rochelend.

‘Oké, het werkt als volgt... We werken samen binnen de groep. We trekken Gunilla’s beslissingen niet in twijfel, ze heeft altijd gelijk. Misschien komen de resultaten niet altijd in het door ons gewenste tempo, maar ze komen uiteindelijk wel. Dat weet Gunilla, daarom doen we wat ze zegt. Als je je eigen rol in het werk niet begrijpt, dan vraag je daar niet naar, je doet gewoon je werk en houdt je kop. Is dat duidelijk?’

Hasse dronk zijn frisdrankbeker leeg en je hoorde dat er ijs op de bodem lag.

‘Oké,’ zei hij toonloos nadat hij het rietje had losgelaten.

‘En als je klachten hebt, als je het gevoel hebt dat je oneerlijk behandeld wordt, of je hebt iets anders te zeuren over de werkomstandigheden... Nou, dan vlieg je er meteen uit.’

Erik boog naar voren en nam een grote hap van de appeltaart, die Hasse nog niet had uitgepakt. Die was erg heet, zoals gebruikelijk, en hij kauwde met open mond terwijl hij verder praatte.