Reading Online Novel

De Vuurdoop(45)



‘Hou op met sorry zeggen.’

Hij wilde de deur uit lopen.

‘Wacht,’ zei ze.

Ze trok een laatje open, haalde er een autosleutel uit en reikte hem die aan.

‘Erik zei dat je nu van auto moet wisselen, terug naar de Volvo, die staat beneden op straat.’

Lars liep naar haar toe, pakte de sleutel van de Volvo aan en verliet het kantoor.

***

Hij stuurde de auto op goed geluk door de stad, hij voelde zich emotioneel misbruikt. Lars probeerde na te denken, te voelen, te zien waarnaar hij op weg was... Nada.

Hij moest met iemand praten en hij wist precies met wie: met de vrouw die niet luisterde. Lars keerde zijn auto over de doorgetrokken streep.

***

Rosie zat in haar ochtendjas op de hoek van de bank tv te kijken. Daar zat ze altijd. Lars had een bos bloemen bij zich die hij uit de recreatiezaal had gepikt. Daar zetten de verzorgers van bejaardentehuis Lyckoslanten de bloemen van de demente patiënten altijd neer, omdat die ze anders zouden opeten.

Rosie hoorde niet bij de alzheimerclub; met haar tweeënzeventig jaar hoorde ze bij de jonge garde in het tehuis, de groep die het erbij liet zitten.

‘Dag, mam.’

Rosie keek naar Lars en richtte haar blik vervolgens weer op de tv.

Het was warm in de kamer, Rosie had een raam op een kier staan. Hij keek naar zijn moeder, zag het zweet bij haar sleutelbeenderen. Het geluid van de tv stond hard. Niet omdat ze slechthorend was, maar omdat ze niet begreep wat ze zeiden. Rosie Vinge was bangelijk van aard. Lars ook, ze had haar angst waarschijnlijk al vroeg op hem overgedragen, vermoedde hij. Ze was altijd al bang geweest, maar toen Lennart overleden was, had ze alleen nog maar gevaren gezien. Ze had zich verschanst in haar appartement, bang voor de zwarten die Rågsved waren binnengevallen, bang voor de geluiden van de koelkast, bang dat er brand zou uitbreken als ze de lampen te lang aan liet, bang voor het donker als het licht uitging.

Hij had niet geweten wat hij met haar aan moest en had nog overwogen haar simpelweg te vergeten, haar weg te laten rotten in haar appartement, maar daar had zijn geweten een stokje voor gestoken en acht jaar geleden had hij haar in het bejaardentehuis ondergebracht. Het personeel stopte haar vol met kalmerende middelen en daar zat ze sindsdien, in haar luchtbel, naar het middagprogramma op tv te kijken.

‘Hoe is het met je?’

Telkens wanneer hij kwam, stelde hij diezelfde vraag. Ze glimlachte bij wijze van antwoord. Misschien dacht ze dat hij begreep wat die glimlach betekende, maar dat was niet zo. Hij keek een poosje naar het treurige tafereel voordat hij naar het keukenblok liep, water opzette en een kopje oploskoffie maakte.

‘Wil je koffie, mam?’

Ze gaf geen antwoord, dat deed ze nooit.

Hij nam het kopje mee naar de woonkamer en ging naast haar op de bank zitten. Er was een spelshow op tv met een jonge, gladde presentator, je kon bellen als je het antwoord wist. Moeder en zoon zaten zwijgend naast elkaar.

‘Op het werk begrijpen ze me niet,’ zei Lars.

Hij nam een slok koffie en brandde zijn tong. De jeugdige presentator wilde veel te snel praten en struikelde een paar keer over zijn woorden.

‘Ik geloof dat ik verliefd ben,’ zei Lars opeens.

Rosie keek hem aan en ging vervolgens weer op in de spelshow. Hij vond het vreselijk om zo naast zijn moeder te zitten, hij begreep niet waarom hij het deed, begreep niet waarom hij opeens weer kind werd als hij bij haar was. Hij krabde hard op zijn hoofd, stond op en liep haar slaapkamer binnen.

Het was er donker en muf en het bed was niet opgemaakt. Lars begon in haar ladekast te rommelen; soms vond hij er geld dat hij in zijn zak stopte. Hij pikte al zolang hij zich kon herinneren geld van haar, alsof hij voortdurend het gevoel had dat ze hem iets schuldig was. Maar nu vond hij geen contanten tussen haar afgrijselijke ondergoed, alleen een heleboel doktersrecepten. Hij griste er drie mee, een ervan zag er apart uit, hij vouwde ze op en stopte ze in zijn zak. Had hij dit geweten? Had hij geweten dat ze daar lagen?

Hij ging terug naar Rosie en keek naar haar. Hij stond een poosje te staren, misschien raakte hij vervuld van verdriet, maar aangezien hij met emoties van dat kaliber niet kon omgaan, raakte hij in plaats daarvan vervuld van haat, dat was veel gemakkelijker.

‘Ik maak het uit met Sara.’

Hij zag dat ze had gehoord wat hij had gezegd.

‘Je weet toch nog wel wie Sara is?’

‘Sara,’ zei Rosie op een toon die voor niemand te begrijpen was.

‘Ze lijkt te veel op jou,’ zei Lars.

Rosie staarde naar de tv, de presentator giechelde gemaakt.

‘Het leven is een tredmolen, mam, alles draait maar rond in alle eeuwigheid, ik heb van jou geleerd dat vrouwen laf zijn... Er verandert nooit iets...’

Rosies ene hand begon te trillen op haar schoot, het duurde even voordat ze begon te huilen. Ze snikte erbarmelijk.