De Vuurdoop(44)
***
*
***
Hij had om een gesprek met Gunilla gevraagd, ze had gezegd dat het moest wachten. Hij had haar voicemail ingesproken en gevraagd of hij in elk geval feedback kon krijgen op zijn observatiewerk, op de analyses die hij haar leverde over Sophie. Ze had niet gereageerd. Toen had hij haar gemaild. Een lange, goed geschreven mail, waarin hij haar eraan herinnerde dat ze tijdens hun eerste gesprek had gezegd dat ze zijn analytische vermogen waardeerde. Hoe wilde ze daar nu gebruik van maken? Weer geen reactie.
Wanneer hij er in zijn eenzaamheid over nadacht hoe hij werd behandeld, werd Lars ziedend. Hij had alleen maar om een gesprek gevraagd, niet meer en niet minder. Hij herkauwde het eindeloos bij zichzelf, voerde in gedachten opeens lange discussies met haar, waarin hij duidelijk maakte dat hij niet de eerste de beste was, dat hele dagen in een auto zitten niets voor hem was.
Gunilla zat achter haar bureau toen hij haar kantoor binnenstapte, ze praatte zachtjes aan de telefoon, keek hem aan en gebaarde dat hij moest wachten. Eva en Erik waren er niet. Lars vond een oude stoel op wieltjes bij Eva’s bureau, trok die aan de lage rugleuning naar zich toe en ging geduldig zitten wachten totdat Gunilla klaar was met haar gesprek.
Een paar minuten later hing ze op en richtte zich tot hem.
‘Ik ben niet blij met dergelijke mailtjes en telefoontjes van jou, Lars.’
‘Ik mag toch wel zeggen hoe ik me voel?’ Het kwam er nogal lomp uit.
‘Waarom?’ vroeg ze.
Daar had hij geen antwoord op, hij vlocht zijn vingers ineen en keek weg.
‘Wat wil je, Lars?’ vroeg ze.
Hij keek naar zijn handen.
‘Wat ik in het mailtje heb gezet, wat ik had ingesproken.’
Hij keek op.
‘Waar we het over hadden, toen je me in dienst nam. Dat ik andere taken kan uitvoeren... Ik kan Eva helpen met de analyses, geplande scenario’s en plannen van aanpak, ik kan met daderprofielen aan de slag... Van alles.’
Hij was gestrest en nerveus. Zij rustig en oplettend.
‘Dan had ik wel contact met je opgenomen.’
Lars knikte met tegenzin. Gunilla ging er beter voor zitten. Er hing een drukkende stilte in het vertrek.
‘Mag ik je iets vragen, Lars?’
Lars wachtte.
‘Waarom ben je bij de politie gegaan?’
‘Omdat ik dat wilde.’
Zijn antwoord kwam veel te snel. Ze liet merken dat zij dat ook vond en gaf hem nog een kans.
‘Omdat... Ja, het is lang geleden, omdat ik mee wilde helpen.’
‘Meehelpen waaraan?’
‘Huh?’
‘Waaraan wilde je meehelpen?’
Hij krabde aan zijn mondhoek. Er rinkelde een telefoon op een bureau verderop. Hij keek in de richting van het geluid. Ze bleef zitten, haar blik maakte duidelijk dat ze op antwoord wachtte.
‘Nou ja, de maatschappij, de zwakkeren helpen,’ zei hij en hij had er meteen spijt van. Gunilla keek hem kritisch aan. Lars kwam er niet meer uit.
‘De zwakkeren helpen?’ vroeg ze zacht, bijna met weerzin.
Hij greep de kans om te lijmen wat hij zojuist kapot had gemaakt.
‘Ik wilde deel uitmaken van een groter geheel.’
Nu klonk zijn stem eerlijker.
Ze knikte bijna onmerkbaar dat hij door moest gaan.
Lars dacht na.
‘En omdat ik iets wilde betekenen. Het klinkt misschien stom, maar zo voelde ik het toen.’
‘Het klinkt niet stom en je betekent ook iets.’
Hij keek op.
‘Je maakt deel uit van een groter geheel... en je betekent iets. Ik zou alleen graag willen dat je dat zelf ook zag.’
Hij wachtte af.
‘We zijn een groep. We werken als groep, iedereen probeert een bijdrage te leveren. Ik ben niet altijd blij met mijn positie, ik zou best een paar keer per week met jou willen ruilen als dat kon. Maar zo is het verdeeld. Ieder op zijn eigen plaats, Lars.’
Ze wachtte even.
‘Als je hier niet wilt werken, moet je daar duidelijk in zijn. Ik ben eerlijk tegen jou en diezelfde eerlijkheid verwacht ik ook van jou.’
‘Ik wil hier werken,’ zei hij en slikte.
‘Ik kan je verder helpen, als je wilt.’
Dat begreep hij niet.
‘Als je hier stopt, wil dat niet zeggen dat je weer terug moet naar Husby of Västerort, ik kan proberen je aan iets anders, iets beters te helpen.’
Hij schudde zijn hoofd.
‘Nee, nee... Ik wil hier blijven werken.’
Ze nam hem goed op.
‘Doe dat dan.’
Gunilla liet het glimlachje achterwege waarmee ze anders een gesprek altijd beëindigde. Ze keek hem alleen maar aan, maakte hem duidelijk dat dit een ander geval was. Lars ordende zijn gedachten, stond op en liep weg.
‘Lars.’
Bij de deur draaide hij zich om. Ze zat papieren te lezen.
‘Doe dit niet nog eens.’
Haar stem klonk zacht.
‘Sorry,’ zei hij hees.
Haar blik was nog steeds op het vel papier gericht.