Reading Online Novel

De Therapie(65)



Ik stond op en klom uit de tank. Ik opende de deur van het schuurtje, veegde met de rug van mijn hand de olie van mijn mond en riep haar naam.

“Isabell!” En toen, harder: “Isabell!”

Ik liep van het generatorschuurtje naar de veranda, een paar meter verderop.

“Isabell! Moordenaar!”

En eindelijk hoorde ik iets kraken, achter me. Heel zacht. Ik draaide me om en zag haar uit het schuurtje komen. En op dat moment wist ik dat ze daar al die tijd had staan wachten. Net zo lang tot ze zeker wist dat ik haar kind had laten stikken.

Langzaam kwam ze op me toe. Ik zag haar maar heel schimmig, omdat mijn linkeroog nog dichtgeplakt zat door de olie. Toen ze vlak bij me was, kon ik haar pas duidelijk onderscheiden – en weer helder denken.

Ze pakte mijn hand, die ook onder de olie zat, en eindelijk drong de waarheid tot me door. Ik had me al die tijd vergist. Het was één groot misverstand. Door mijn schuld. Want voor mij stond niet Isabell, voor mij stond…’

…Viktor keek Anna in haar ogen voordat ze de beslissende woorden sprak. En toen gebeurde het.

Op het moment waarop de auto zich van de strekdam losmaakte en naar de golven zweefde, klaarde de mist op en begon Viktor het te begrijpen.

De verwarming. De plafondlamp. De kleine kamer. Opeens was alles duidelijk.

…het witte, ijzeren bed, het grijze tapijt, het infuus. Nu begreep hij het. Alle stukjes van de puzzel vielen op hun plaats.

Anna Spiegel!

Het besef stroomde door hem heen en nam bezit van hem.

Voor mij stond…

‘Ik ben jou!’ zei hij tegen haar, en hij zag hoe de auto langzaam vervaagde en in een ziekenhuiskamer veranderde.

‘Ja.’

En weer schrok Viktor van zijn eigen stem, zoals een dier dat zichzelf in een spiegel herkent. Ten slotte herhaalde hij die laatste zin, alsof hij zeker wilde weten dat hij zich niet vergiste.

‘Voor mij stond…

Voor mij stond… ikzelf!’

En toen was alles stil.

Het was maandag 26 november en een heldere winterzon viel door de ruitjes van het venster van de kleine eenpersoonskamer van de psychiatrische kliniek in Berlijn-Wedding. De kamer waar dr. Viktor Larenz, ooit een vooraanstaand psychiater en gerenommeerd specialist op het terrein van schizofrene stoornissen, wegens meervoudige waanvoorstellingen werd behandeld en waar hij na vier jaar zijn eerste lucide moment had, sinds bijna twee weken geleden zijn medicatie was stopgezet.

Het was een mooie, zonnige wintermiddag in Berlijn. De wind was gaan liggen, de bewolking was gebroken en het noodweer van de afgelopen dagen was eindelijk overgedreven.





57



Negen dagen later. Het heden


HET WAS NIET DRUK IN DE COLLEGEZAAL VAN DE PSYCHIATRISCHE kliniek in Wedding. Afgezien van de twee bezoekers op de eerste rij en de kleine man met het grijze haar achter de lessenaar was er niemand aanwezig. Toch was de zaal, die normaal plaats bood aan meer dan vijfhonderd studenten, verduisterd en van binnenuit afgesloten.

De twee enige toehoorders behoorden tot de juridische elite van het land. En wat de directeur van de kliniek, professor Malzius, hun te zeggen had, was streng geheim.

‘Dr. Larenz heeft jarenlang een goedlopende privépraktijk gehad in de Friedrichstrasse in Berlijn-Mitte. Op de persoon van dr. Larenz hoef ik in dit gezelschap niet nader in te gaan. Door alle publicaties en zijn eigen optreden in de media is hij genoegzaam bekend, ook al ligt die periode al enige jaren achter ons.’

De twee juristen schraapten hun keel en professor Malzius bediende de projector. De dia van dr. Larenz als rijzige jongeman voor de boekenkast in zijn praktijk maakte plaats voor een veel onaangenamer beeld. Ook dit was Larenz, maar nu lag hij naakt en in foetushouding op een kale brancard.

‘Hij werd bij ons binnengebracht toen hij kort na de verdwijning van zijn dochter was ingestort. Aanvankelijk zou hij maar voor korte tijd worden opgenomen. Maar zijn toestand werd van dag tot dag ernstiger, zodat we hem in al die tijd niet hebben kunnen ontslaan of overplaatsen.’

Er verscheen een nieuwe dia, van een krantenkop:





EEN LAND ZOEKT JOSY. DOCHTER VAN VOORAANSTAAND PSYCHIATER AL JAREN VERMIST


‘De twaalfjarige dochter van dr. Viktor Larenz verdween vier jaar geleden in november. Voorafgaand aan die verdwijning was ze al elf maanden ziek, hoewel niemand wist waar ze aan leed. De oorzaak van haar ziekte, de reden van haar verdwijning en de identiteit van haar ontvoerder zijn nooit duidelijk geworden.’

Malzius laste een theatrale pauze in om zijn volgende woorden nog meer kracht bij te zetten. ‘Tot nu.’

‘Neem me niet kwalijk.’ Een van de twee juristen, een kleine man, met blond krullend haar, was opgestaan van zijn plaats op de eerste rij en nam het woord als in een rechtszaal. ‘Kunt u misschien ter zake komen? Al die details kennen we al, zoals u weet.’