Reading Online Novel

De Therapie(6)



Viktor schudde zijn hoofd. Dus zijn oude mentor zou een nieuwe patiënte zijn adres op het eiland hebben gegeven? Dat kon hij zich niet voorstellen. Vooral niet omdat Van Druisen wist dat hij niet langer in staat was zijn praktijk uit te oefenen. En al helemaal niet hier op Parkum. Maar dat zou hij later nog wel uitzoeken. Eerst moest hij zich van deze dame verlossen, zodat hij weer rust kreeg.

‘Ik vraag u nogmaals dringend om te vertrekken. U verdoet uw tijd.’

Geen reactie.

Viktor merkte dat zijn aanvankelijke angst begon plaats te maken voor vermoeidheid. Dit was precies waar hij zo bang voor was geweest: dat het hem ook hier niet zou lukken zichzelf terug te vinden. De spoken, levende of dode, lieten hem zelfs op Parkum geen rust.

‘Dr. Larenz, ik weet dat u hier in geen geval gestoord wilde worden. Een zekere Patrick Halberstroem heeft me vanochtend overgezet en me over u verteld, nog voordat ik een voet vanaf de viskotter op het eiland had gezet.’

‘Hij heet Halberstaedt,’ verbeterde Viktor haar, ‘en hij is de burgemeester hier.’

‘Ja, de belangrijkste man op het eiland. Na u, natuurlijk. Dat heeft hij me wel duidelijk gemaakt. Ik zal zijn goede raad opvolgen en “zo snel mogelijk rechtsomkeert maken met mijn fraaie kont”, maar niet voordat ik met u gesproken heb.’

‘Zei hij dat echt?’

‘Ja. Maar ik vertrek pas als u me vijf minuten van uw tijd hebt gegund en het me persoonlijk hebt gezegd.’

‘Gezegd? Wat?’

‘Dat u me niet behandelen wilt.’

‘Ik heb helemaal geen tijd om u te behandelen,’ zei hij, weinig overtuigend. ‘Gaat u toch weg.’

‘Dat zal ik doen, dat beloof ik u. Maar eerst wil ik u een verhaal vertellen. Mijn verhaal. Het kost u niet meer dan vijf minuten, echt. U zult er geen spijt van krijgen.’

Viktor aarzelde. Zijn nieuwsgierigheid was inmiddels sterker dan al zijn andere emoties en overwegingen. Bovendien was zijn rust nu toch weg en had hij de kracht niet voor een langdurige discussie.

Ze lachte tegen hem. ‘Ik bijt niet, dr. Larenz.’

Het parket in de kamer kraakte weer onder haar voeten toen ze nog een stap dichterbij kwam. Hij kon haar dure parfum nu ruiken. Opium.

‘Vijf minuten en niet langer.’

‘Ik beloof het u!’

Hij haalde zijn schouders op. Na al dit gedoe maakten vijf minuten meer of minder ook niets uit. En als hij haar nu de deur uit zette bleef ze waarschijnlijk de hele dag bij het huis rondhangen, zodat hij zich niet meer zou kunnen concentreren.

‘Goed dan.’ Hij keek demonstratief op zijn horloge. ‘Vijf minuten.’





4


VIKTOR LIEP NAAR DE HAARD. OP DE SCHOORSTEENMANTEL STOND een oude theepot van Meissner-porselein op een theelichtje. Toen hij zag dat ze hem oplettend volgde, vermande hij zich. Hij mocht zijn goede manieren niet vergeten.

‘Wilt u ook thee? Ik wilde net nieuwe zetten.’

De vrouw schudde lachend haar hoofd. ‘Nee, dank u. Anders gaat het nog van mijn tijd af.’

‘Goed, maar trek in elk geval uw jas uit en ga zitten.’

Hij haalde een stapel oude kranten van de leren stoel die bij het oude bankstel hoorde. Zijn vader had hem jaren geleden zo neergezet dat je tegelijk het haardvuur en door het raam ook de zee kon zien als je je met een goed boek gezellig had geïnstalleerd.

Viktor liet zich weer achter zijn bureau zakken en nam de knappe, onbekende vrouw aandachtig op toen ze ging zitten – zonder haar kasjmieren jas uit te trekken.

Het bleef een moment stil. Buiten brak een grote golf over het strand, die zich meteen weer sissend terugtrok.

Viktor keek nog eens op zijn horloge.

‘Goed, mevrouw… eh… hoe heet u eigenlijk?’

‘Mijn naam is Anna Spiegel. Ik ben schrijfster.’

‘Zou ik u moeten kennen?’

‘Alleen als u tussen de zes en de dertien was en graag kinderboeken las. Hebt u kinderen?’

‘Ja. Dat wil zeggen…’

De pijn vlamde kort en hevig op, net zo bruusk als zijn antwoord. Hij zag haar blik naar de schoorsteenmantel gaan, zoekend naar familiefoto’s. Haastig stelde hij een wedervraag, om geen uitleg te hoeven geven.

Ze heeft jaren geen kranten meer gelezen.

‘Ik hoor geen dialect bij u. Waar komt u vandaan?’

‘Uit Berlijn. Een rasechte Berlijnse, zal ik maar zeggen. Maar mijn boeken doen het vooral goed in het buitenland, vooral in Japan. Hoewel ook daar niet meer, inmiddels.’

‘Hoezo?’

‘Omdat ik al jaren geen boek meer heb uitgebracht.’

Het viel Viktor niet op dat hun gesprek de wending had genomen van het bekende vraag-en-antwoordspel dat vroeger het patroon vormde van de meeste sessies met zijn patiënten.

‘Hoe lang hebt u al niets meer gepubliceerd?’