Reading Online Novel

De Stilte Van De Hel(159)



Datzelfde geldt echter ook voor het leven en al zijn pleitbezorgers.





57

Callie heeft drie mensen gevraagd hierbij aanwezig te zijn. Marilyn, Elaina en ik. Bonnie is er vanzelfsprekend ook bij en Callie vindt dat blijkbaar niet erg.

Twee dagen na de dood van Peter Hillstead is Callie ontwaakt. Sinds dat moment zijn weer twee dagen verstreken en de dokter is van plan te controleren hoeveel gevoel ze in haar voeten heeft. Callie doet haar best het te verbergen, maar ik kan merken dat ze doodsbenauwd is.

Ze ziet er verschrikkelijk slecht uit. Bleek, moe. Maar ze leeft.

Nu zullen we te weten komen of ze ooit weer zal kunnen lopen.

De dokter heeft zo’n instrument in zijn hand dat iedereen wel eens heeft gezien, maar niemand kan benoemen – een soort ronddraaiend wieltje aan het eind van een stok. Hij zal zo de scherpe punten over de zool van haar voet laten rollen en kijkt nu naar Callie. ‘Klaar?’

Elaina grijpt haar ene hand vast, ik de andere. Marilyn staat links van Callie. Bonnie kijkt toe, met een bezorgde uitdrukking op haar gezichtje.

‘Kietel maar een eind raak, honey-love.’

Hij rolt het wiel over de zool van haar linkervoet. Kijkt haar aan. ‘Voel je dat?’

Haar ogen sperren zich angstig open. Haar stem klinkt kleintjes. ‘Nee.’

‘Geen paniek,’ probeert hij haar gerust te stellen. Ik merk dat het niet werkt, want haar hand knijpt de mijne bijna tot moes. ‘Dan proberen we de andere voet.’ Hij rolt het wiel over de zool, we wachten gespannen af...

Een korte trilling. De grote teen beweegt. Callie houdt haar adem in.

‘Voelde je dat?’ vraagt hij weer.

‘Ik weet het niet zeker...’

‘Dat geeft niet. De trilling van de teen is een uitstekend teken. We proberen het nog een keertje.’ Hij rolt het wiel nogmaals over de zool van haar voet. Deze keer reageert de teen direct.

‘Ik... dat voelde ik!’ roept Callie uit. ‘Niet heel duidelijk, maar ik voelde het wel.’

‘Heel goed, Callie,’ zegt de dokter sussend. ‘Nu wil ik dat je iets anders voor me doet. Ik wil dat je probeert die teen te bewegen, de teen die net trilde.’

Callies handen zijn klam van het zweet. Ik voel een kleine huivering.

‘Toe maar,’ zegt Elaina rustig, ‘probeer het maar. Je kunt het.’

Callie staart naar haar grote teen met een ingespannen concentratie die een olympische hardloper niet zou misstaan. De mentale spanning is haast tastbaar.

De teen beweegt.

‘Nu voelde ik wel iets!’ zegt Callie opgetogen. ‘Een soort... in elkaar grijpen. Snapt u een beetje wat ik bedoel?’

De dokter glimlacht. Het is een brede glimlach, voluit. Niemand van ons durft zich al opgelucht te ontspannen, maar het gevoel is niet heel ver weg. ‘Jazeker. Dat snap ik best. Het is heel goed nieuws. De kans op beschadigingen is slechts vijf procent. Niets wat niet met fysiotherapie kan worden verholpen, maar ik wil niet dat je je zorgen maakt als dat gebeurt. In dat geval betekent het slechts dat je lichaam opnieuw moet leren de signalen tussen je hersenen en je benen te interpreteren.’ Hij zwijgt even. ‘Maar ik heb er het volste vertrouwen in dat je niet verlamd zult raken.’

Callies hoofd zakt achterover in haar kussen en ze doet haar ogen dicht; de kamer wordt gevuld met uitroepen van dankbaarheid, een wervelstorm van opluchting.

Dan doen we er allemaal het zwijgen toe.

Omdat we allemaal het gejammer horen.

Het is het geluid van iemand die iets enorm beklemmends en groots en afschuwelijks loslaat, een klaaglijk geluid. We kijken allemaal om ons heen om te zien waar het vandaan komt.

Bonnie. De kleine Bonnie staat met haar rug tegen de deur van Callies kamer geperst, met een vuurrood gezichtje, tranen in haar ogen, een vuist tegen haar mond gedrukt. Ze probeert de vulkaan van verdriet die op uitbarsten staat in te dammen.

Ik ben zo geschokt dat ik sprakeloos ben. Ik heb het gevoel alsof iemand mijn hart met een scheermes in tweeën heeft gesneden.

Van ons allen is Bonnie degene die het meest voor Callies leven vreesde en omdat het zo totaal onverwacht is, is haar verdriet des te overweldigender. Daarom en ook omdat ik het zo goed begrijp. Als Callie verlamd was geraakt, zou hij in Bonnies ogen hebben gewonnen. Ze treurt om haar moeder, om mij, om Elaina, om Callie en om zichzelf.

Callies stem doorklieft als een zachte pijl de stilte. ‘Kom eens hier, honey-love,’ zegt ze, zo vriendelijk dat ik bijna omval.

Bonnie rent naar het bed. Ze pakt Callies hand en doet haar ogen dicht en huilt, terwijl ze met haar wang steeds opnieuw over de knokkels wrijft. Zo koestert ze Callies leven en huilt ze tegelijkertijd om haar eigen wereld.

Callie mompelt zachtjes tegen haar, woordloos, terwijl de rest van ons zwijgend toekijkt.

We kunnen niets zeggen, al zouden we het willen.