De Stilte Van De Hel(158)
‘Je moet kiezen, mama,’ zegt ze zachtjes. ‘Voor eens en altijd.’
‘Wat bedoel je, liefje?’
Ze buigt zich voorover en pakt mijn handen vast. Tederheid straalt van haar af, golft om me heen. Zo mooi dat ik een pijnlijk gezicht trek.
‘Je moet voor het leven kiezen, mama.’
De ervaring heeft me geleerd dat de waarheid altijd zonder enige ophef tot je komt, maar wel plotseling arriveert en alles voorgoed verandert. De echte waarheid is altijd heel eenvoudig.
Deze waarheid is niet anders.
De keuze tussen leven en dood is een keuze tussen Alexa en Hillstead.
Tussen Matt en Sands.
Alexa glimlacht, knikt en... verdwijnt dan.
Plotseling, van de ene hartslag op de andere, komt mijn verstand terug. Met de komst van die waarheid verlaat mijn gekte me.
De tijd begint weer te lopen.
Hillstead wauwelt nog altijd aan één stuk door, maar ik versta niet wat hij zegt. Ik heb het gevoel alsof ik me in een luchtbel van stilte bevind. Een wereld waarin verder alles in zijn vaste tempo voortbeweegt, maar waarin mijn eigen gedachten dromerig en traag zijn, alsof je tai chi beoefent op de bodem van een zwembad.
Vanaf het moment dat ik de kamer binnenkwam hebben Bonnies ogen de mijne niet losgelaten. Vol angst, vol vertrouwen. Ik kijk nogmaals naar haar nu ik weer bij mijn volle verstand ben. Zie haar nu echt.
‘Ze is mooi, mama.’
‘Ja, dat is ze zeker, lieverd,’ mompel ik.
Hillstead knijpt zijn ogen tot spleetjes. Deze keer versta ik hem wel. ‘Tegen wie heb je het, lieve Smoky? Draai je soms een beetje door? Voorgoed? Verman je, mijn beste. Nog maar drie seconden voordat de kleine Bonnie onder haar kin glimlacht.’
Het schot dat ik moet afvuren om haar te redden zal moeilijk zijn. Ik zie slechts een kwart van Hillsteads hoofd. De rest zit verborgen achter Bonnie.
De berekeningen gonzen door mijn hoofd, aanvankelijk langzaam, maar steeds sneller.
De draak voelt dat haar tijd is gekomen en knort vergenoegd.
Ik hoor de stem van Alexa weer, zich aanpassend aan het ritme van het gegons, zoals de wind zich aan het ritme van een regenbui aanpast. ‘Maak je geen zorgen, mama. Je hoeft het alleen maar te voelen. Het zit in je, je moet er alleen op durven vertrouwen.’
‘Ik weet het niet, Alexa,’ zeg ik tegen haar. ‘Vijf centimeter, vier centimeter. Ik weet het gewoon niet. Straks raak ik haar.’
Ik voel dat de schim haar armen van achteren om mijn middel slaat. Eén hand wordt opgeheven en raakt mijn hart aan. ‘Het zit hier, mama. Je hebt het vertrouwen erin verloren, maar zij heeft jou nu nodig. Ik vind het niet erg dat jij haar nodig hebt. Dat heb je me in je droom gevraagd, maar je werd wakker voordat ik je antwoord kon geven. Je mag best van haar houden, mama. Ik vind het niet erg.’ Alexa’s gezicht doemt voor mijn geestesoog op: Matts bruine ogen, een ondeugende glimlach, de kuiltjes van de postbode. Ik ben niet bang meer om haar aan te kijken. De handen laten los en ik voel dat ze verdwijnt. Voordat ze weg is, fluistert ze me nog één ding toe: ‘Begrijp je het dan niet, mama? Je bent niet perfect. Doe wat je gevoel je ingeeft, dat is het beste wat je te geven hebt. Het beste wat je ooit kunt geven.’
De draak gromt en het gegons verandert in een schreeuw, die als een brandende kolibrie in me groeit, in een havik verandert, en dan in een adelaar, en...
Mijn hand trilt niet meer.
Zonder na te denken hef ik het pistool op en haal ik de trekker over.
Ik hoor de knal van het schot niet. Voor mij is alles puur visueel. Ik zie dat Bonnies gezicht met een ruk naar achteren schiet wanneer Hillsteads hoofd ontploft en het mes uit zijn handen valt, en ik weet zeker dat ik haar samen met hem heb gedood.
Ik voel een schreeuw in mijn binnenste opwellen, mijn handen vliegen naar mijn hoofd, maar dan komt Bonnie naar me toe, strompelend vanwege haar vastgebonden voeten.
Ze keert me haar linkerwang toe en ik zie Hillstead op de vloer liggen, met een kogelgat door één oog, en dan begrijp ik het.
Ik heb het schot afgevuurd. Het was op het randje, mijn kogel is langs Bonnies wang geschampt, maar heeft doel getroffen. Haar mankeert niets. Hij is dood.
Mijn hand trilt wanneer ik mijn pistool in de holster steek. James en Alan komen de trap op gerend, gevolgd door Tommy. Alan huilt wanneer hij Elaina losmaakt en een deken om haar heen slaat, en James en Tommy vragen aan mij of ik gewond ben. Ik geef geen antwoord.
Ik staar naar hem, dood op de vloer. De man die Sands de sleutel van mijn huis heeft gegeven, die uiteindelijk verantwoordelijk was voor de dood van mijn gezin, de littekens op mijn gezicht. Ik denk aan het spoor van vernielingen dat hij met zijn daden achter zich laat.
Aan het eind heeft hij zijn gelijk bewezen.
De dood is altijd maar één stap van je verwijderd.