De Stilte Van De Hel(151)
Ze stelt geen vragen en sputtert niet tegen. Shirley weet dat ik niet iemand ben die loos alarm slaat. Binnen dertig seconden heb ik AD Jones aan de lijn.
‘Wat is er?’ vraagt hij.
Ik vertel hem het hele verhaal. Concord. Keith Hillstead. De kelder en wat we daar hebben aangetroffen. Ik besluit mijn relaas met de onthulling over Peter.
Verbijsterde stilte. Dan moet ik de telefoon een stukje bij mijn oor vandaan houden, omdat hij vloekt en tiert en schreeuwt.
‘De psychiater die de afgelopen tien jaar onze agenten in Los Angeles heeft behandeld... is dus een seriemoordenaar? Is dat wat je me probeert duidelijk te maken?’
‘Ja, meneer. Dat is inderdaad wat ik u probeer duidelijk te maken.’
Een korte stilte en dan: ‘Vertel me hoe je dit wilt gaan aanpakken.’ Zijn woede-uitbarsting is voorbij. Tijd voor zaken.
‘De sfpd onderzoekt de plaats delict in Concord. Hopelijk vinden we ergens in dat huis Peters vingerafdrukken. Of beter nog: in de kelder.’
‘Vingerafdrukken? Na meer dan twintig jaar?’
‘Ja, hoor. Er is een zaak waarin ze na veertig jaar nog vingerafdrukken hebben gevonden op poreus papier. Leo is al bezig met de aanvraag voor een huiszoekingsbevel voor Hillsteads huis en kantoor, die ik verder zal afmaken zodra we terug zijn. Wanneer we het huiszoekingsbevel eenmaal hebben, wil ik direct aan de slag.’
‘Hoe wil je Hillstead aanpakken?’
Ik begrijp de vraag wel. We hebben niet voldoende bewijsmateriaal om hem al te kunnen arresteren, laat staan om hem veroordeeld te krijgen. ‘Ik laat hem oppakken voor ondervraging op het bureau, zodat wij zijn woning en kantoor kunnen doorzoeken. In combinatie met het lopende onderzoek in dat huis in San Francisco levert dit hopelijk iets op waarmee we zijn arrestatie formeel in gang kunnen zetten.’
‘Laat me dat huiszoekingsbevel zien wanneer je hier aankomt. Ik wil het persoonlijk doornemen.’
‘Jazeker, meneer.’
Hij hangt op. Ik kijk naar James en Alan. ‘Hij gaat ermee akkoord. Nu moeten we alleen nog een manier zien te vinden om dit verrekte vliegtuig sneller te laten vliegen.’
Zodra het vliegtuig is geland, sprinten we naar buiten. Tien minuten later racen we over de 405. Ik bel Leo weer.
‘We zitten in de auto en zijn op weg naar jullie. Is de aanvraag voor het huiszoekingsbevel klaar?’
‘Je hoeft alleen nog maar een paar specifieke gegevens in te vullen en hem uit te printen.’
‘Uitstekend.’
Wanneer we voor het fbi -gebouw stilhouden, gaat mijn mobieltje.
‘Met Special Agent Barrett.’
‘Gegroet, Special Agent Barrett.’ De stem klinkt normaal, niet vervormd.
Ik gebaar dat iedereen stil moet zijn.
‘Hallo, dokter Hillstead.’
‘Goed gedaan, Smoky. Mijn complimenten. Ik moet zeggen dat ik me al afvroeg of Renee Parker ooit nog zou opduiken om het me moeilijk te maken. In haar geval heb ik een van de geboden overtreden – ik had jou nog niet gevonden, maar mijn werk toch openbaar gemaakt. Ik kon het gewoon niet helpen. Ik dacht dat na twintig jaar... ach, nou ja. Als je alles van tevoren wist. En dat ik Street het medaillon en het boek heb gegeven, tja... hij smeekte me er praktisch om. Bovendien had hij wel een blijk van waardering verdiend. Hij was een uitmuntende leerling. Heel enthousiast.’ Hij grinnikt. ‘Uiteraard heb ik met het idee gespeeld hem voor haar moord te laten opdraaien, maar ja. Voorbije zaken, zal ik maar zeggen.’
Zijn stem is hetzelfde, maar de toon en de manier waarop hij hem gebruikt zijn anders. Hij praat nu met een misselijkmakende luchthartigheid en een precisie die ik hem in zijn kantoor nooit heb horen gebruiken.
‘Je weet het dus?’ vraag ik.
‘Ja, natuurlijk weet ik het. Ik zeg toch net dat ik een beetje met Renee in mijn maag zat? Het was niet verstandig van me geweest om me dan niet voor te bereiden op deze mogelijkheid. Uiteraard wijzigt het spel hierdoor wel.’
‘Hoezo?’
‘Tja... je kent nu mijn identiteit. Je weet wie ik ben. Dat betekent voor mij het einde. Mijn voorvaderen en ik hebben altijd in de schaduw geleefd, Special Agent Barrett. We streven niet naar een plek in het licht, we gedijen er al evenmin. Toch is het jammer. Weet je hoe lang ik het gejank en geweeklaag van jullie heb moeten aanhoren tijdens mijn zoektocht naar mijn Abberline? De eindeloze uren waarin ik net deed of het belangrijk voor me was, en nog erger... waarin ik die slappe, gebroken mietjes ook echt moest helpen, alleen om mijn zoektocht te kunnen voortzetten?’ Hij zucht. ‘Uiteindelijk heb ik je gevonden. Misschien heb ik me wel te goed van mijn taak gekweten.’
‘Zo hoeft het niet af te lopen, dokter Hillstead. Ik kan u ook gewoon inrekenen.’
Hij grinnikt. ‘Dat dacht ik toch niet, Smoky. Daar zullen we het zo dadelijk nog wel over hebben. Om te beginnen moet ik je iets bekennen. Herinner je je die nacht met Joseph Sands nog, liefje?’